‘Afscheidsadviseur’… wij kenden het beroep niet, maar Martin van Zeelt is er een. En Martin van Zeelt kennen wij wel.

Hij is van cartoons, van snookeren, van dieren, en (vooral!) van zijn vrouw en zoons, is 48 jaar, Zaandammer, en sinds enige tijd werkt hij in de uitvaartbranche. In zijn vak komt hij veel bij mensen thuis en bezoekt hij (uitvaart)locaties.

Op onregelmatige basis deelt hij wat hij zoal beleeft met ons*.

Kerstmis in juli

‘Al dagen zit ik op zolder’, begon de ongeschoren man lachend bij binnenkomst.

Ik telde drie tanden. ‘Gecondoleerd met uw verlies’, beantwoordde ik hem met uitgestoken hand. Deze werd onstuimig met twee enorme vochtige exemplaren vastgepakt.

Beelden van een veearts die schouder-diep klem zit in een koe, schoten door mijn hoofd.

‘Niet kapot te krijgen was die ouwe van mij. Nou ja, tot vorige week dan, toen glipte ie er tóch tussenuit! Zomaar, póef en weg wassie!’

Vanwege de hoge leeftijd van de overledene reageerde ik met: ‘Uw vader heeft in ieder geval een vol leven geleid en u kunt ongetwijfeld teren op mooie herinneringen’.

‘Nou vol, vol…’ En, terwijl hij met een gele-zware-brandaris-nagel een vlek op zijn – bij benadering zwarte – pantalon probeerde weg te krabben, vervolgde hij: ‘Een vól huis had ie wel! Bomvol! Niks kon ie weggooien. En dus zit ik nu al dagen op zolder de kerstspullen uit te zoeken voor m’n broer en mij! Kerst-spul-len!’ Z’n verbaasde lach ontaarde in een hoestbui waarbij hij rood aanliep.

We beleefden de warmste zomer sinds decennia, buiten was het vijfendertig graden en ik hoorde in driedelig antraciet met natte rug aan, hoe de prioriteit na het recente overlijden van vader gegeven werd aan het uitzoeken van de kerstspullen.

‘Dat moet vast met allerlei emoties gepaard gaan.’

‘Emoties? E-mo-ties? Stomverbaasd benne we! De man heb nog nooit kerst gevierd en we ontdekken nu allemaal kerstspullen op zolder! Nooit heeft ie een boom opgezet, of een stal. Geen lichies voor de ramen, niks! Hij had de pestpleuris-hekel aan kerst, zei ie altijd! Maar goed, het is mooi spul en daarom ben ik het nu aan het verdelen. En eerlijk, hè! Ik mot er later geen rottigheid van krijgen. Bal voor m’n broer, bal voor mij, weet je wel?’

‘En de piek, voor wie wordt die?’, leefde ik inmiddels ietwat melig mee, terwijl hij een hand gebroederlijk op mijn schouder legde. Ik rook shag en een vleugje vochtige kruipruimte.

‘Man geen idee nog, ben nog lang niet klaar. Maar…’ Ineens werd hij serieus, ‘de gouden slinger wordt van mij! M’n broer kan de pot op! Bedoel, hij is lekker beneden in de koelte aan het opruimen en ik maar zwoegen op die snikhete zolder! Nee, de slinger is van mij…’

Omdat de rest van de familie al aanwezig was voor het rouwbezoek, nam ik de man mee naar de familie-aula. Terwijl ik de deur achter hem sloot hoorde ik nog net: ‘Kees, die slinger is van mij, hoor je?’

Het leven is een feestje. Ik hoop dat hij de slinger krijgt. En ophangt.

*Personages en gebeurtenissen zijn wellicht hier en daar iets geromantiseerd, namen verandert Martin standaard.