Moeder natuur heeft ons vies in de greep en je wordt hard geconfronteerd met bijna middeleeuwse toestanden door het agressieve virus.

Om de zinnen wat te verzetten, heb ik een leuke buitenactiviteit voor jullie, voor jong en oud. En mocht je een tuin of balkon hebben en de deur niet uit kunnen, zelfs dan kun je beginnen.

Maak bijvoorbeeld een raamlijst waarop je noteert wanneer en wat je hebt gezien. Je kunt het overal doen, ook waar geen bloemen bloeien, maar dat helpt wel. Je hebt ook helemaal niks nodig verder, niet eens een verrekijker. We gaan allemaal HOMMELEN, maar wel veilig..

Akkerhommel
Akkerhommel op Paardenbloem

Ik denk dat iedereen wel vertrouwt is met het algemene beeld van een hommel, en zekere dubbelgangers (zoals bepaalde zweefvliegen) zie je nu eigenlijk niet. Het leuke is dat het NU de tijd is om te beginnen met hommelen, ik leg uit waarom. Hommels die nu vliegen zijn grote insecten, het zijn namelijk allemaal Koninginnen. Van de hommels overleven alleen de Koninginnen de winter: ze overwinteren. Nu ze uit de winterslaap zijn gekomen gaan ze op zoek naar geschikte nestruimte. Dit kan ondergronds zijn (oud muizennest), maar ook spouwmuur of nestkast/boomholte, of ze maken zelf een nest in b.v. mos, dit hangt een beetje van de soort af. Omdat er nu alleen maar Koninginnen vliegen, is het lekker overzichtelijk, dus ideaal om in te stappen. Later in het seizoen komen er n.l. ook nog werksters (vrouwtjes) bij en nog later de darren (mannetjes). En dan heb ik de Koekoekshommels nog niet eens genoemd. Deze laatste zijn soorten die zelf geen nest maken, maar hun eieren ‘dumpen’ bij andere hommels, en zo van alle zorg af zijn (gelijk de Koekoek)! Maar die komen pas als de nesten van hun gastheren gestoffeerd en ingericht zijn, de profiteurs 😉

Steenhommel
Steenhommel parend

Dat inrichten en stofferen is nog een hele klus. Er moet eerst een wasbekertje worden gemaakt (m.b.v speciale wasklieren). Daar worden eitjes in gelegd waar werksters opgroeien. Daarbij moeten ook nog wasbekertjes worden gemaakt met het benodigde voedsel voor de opgroeiende larven (stuifmeel en nectar), die door de Koningin eerst verzameld moeten worden. Poeh, poeh..

Door al deze activiteiten kun je de Koninginnen juist goed waarnemen, en vliegen er maar 7 algemene hommelsoorten, die eigenlijk niet eens zo heel moeilijk zijn te onderscheiden. Daar gaan we! Waar je als eerste op let is de kleur van de ‘kont’ van de hommel. Hommels zijn langbehaard, dus dit is gemakkelijk vast te stellen. Is de kleur wit, dan heb je maar met maximaal 4 soorten van doen. Is de kleur een bruintint of rood dan blijven er maar 3 soorten over, overzichtelijk toch?

Wit konten: De Aardhommel/Veldhommel, Tuinhommel en Boomhommel hebben dit. Waar je nu op let is de rest van de kleurpatronen. Je kunt het gemakkelijk terugzien op het herkenningskaartje hieronder. De Boomhommel heeft een geheel bruine rug. De Aardhommel en Veldhommel zijn in het veld niet/moelijk te onderscheiden, maar hebben één gele band op het borststuk. De Tuinhommel twee. Klaar met de witkonten!

Bruin/roodkonten: Een forse hommel met een baksteenrode kont, is de Steenhommel. De Akkerhommel heeft een geheel bruin borststuk en is van kleiner formaat, en de Weidehommel is nog kleiner, maar heeft GEEN geheel bruin borststuk. Was dit moelijk?

Aardhommel

Hommels kunnen steken, maar alleen als ze niets anders meer kunnen. Ze zijn totaal niet agressief, het zijn goedzakken. Ga ze bekijken, en wees niet teleurgesteld als het niet meteen lukt. Soms sjezen ze heel hard voorbij en wordt het lastig. Hommel-ze, en laat weten wat je hebt gezien!

Groentjes!

Hommel herkenningskaart
Zes algemene hommels (www.eis-nederland.nl/zoekkaarten)