Vandaag wordt het spannend voor de regiokranten. Sinds TMG haar medewerkers, net voor de jaarwisseling per mail vertelde dat ze een kwart van de 185 arbeidsplaatsen gaan schrappen, wordt er actiegevoerd met als slogan #ditismijnkrant.

Het gaat om 45 fulltimebanen, waarbij er twee extra managementlagen worden aangebracht; minder haarvatenuitpluizers, meer stropdassen.

Anneke van Dok- van Weele deelt wekelijks wat haar bezighoudt. Hier kon ze niet omheen.

Alarmklok voor de streekkrant

De crisis rond het ontslag van journalisten bij de (Noord- Hollandse) regiokranten beschouw ik als een ultieme alarmklok, want mijn favoriete streekkrant heeft al enige tijd, zeer geleidelijk, opgehouden te bestaan. Het aantal journalisten werd steeds meer beperkt en het netwerk van correspondenten opgedoekt.

Ik heb mijn abonnement met tegenzin opgezegd, omdat ik niet meer vond wat ik zocht: nauwgezette verslaggeving over wat zich in mijn woonplaats Hoorn afspeelt. Het stuit me tegen de borst dat ik door mijn opzegging bijdraag aan de teloorgang, maar een halve pagina nieuws over mijn stad vind ik onvoldoende. Informatie over het wel en wee van de gemeentepolitiek haalde ik uit de door de afdeling voorlichting aangeleverde pagina in een huis- aan -huisblad.

De discussie – digitaal of papier- versluiert waar het echt omdraait: onvoldoende bemensing van de regionale redacties. Dat is geen kwestie van geld, maar van prioriteiten. Als ik zie hoeveel krantenpapier op zaterdag mijn brievenbus verstopt en hoeveel aandacht er is voor landelijke politiek en politici, topsport en internationale thema’s moet het voor De Telegraaf een koud kunstje zijn om de koers enigszins te verleggen naar de regio’s. Niet vanuit een ivoren toren met een Telegraaf-dictaat, maar ter plaatse. Een regionale krant maak je niet vanachter een bureau ver weg, en zelfs niet achter een bureau dichter bij de bron. Streekkranten worden gemaakt op straat, in de snackbar, in de foyer van de raadszaal en in alle haarvaten van de samenleving. Dat betekent overwerken, wanneer de raadsvergadering langer duurt en doorwerken wanneer je nog hoor en wederhoor moet toepassen. Ik kan het niet laten daarover een kleine anekdote uit mijn eigen journalistieke verleden bij De Typhoon te vertellen.

In de omgeving van de Vinkenstraat in Zaandam waren waardevolle munten gevonden. Door een jongen van een jaar of acht, meer was niet bekend. Mijn chef Klaas Pot vond dat we dat nieuws met naam en toenaam van de vinder de volgende dag in de zaterdagkrant moesten hebben. Maar het was 11 uur ’s avonds. Waar moest ik gaan zoeken?  Ik bedacht dat een jongen van acht jaar meestal niet ver van huis op straat speelde en haalde mijn fiets uit de stalling. Overal in de Vinkenstraat waar nog licht brandde belde ik aan. Na drie boze en twee vriendelijke maar negatieve reacties had ik beet.

Helaas ben ik de naam van de jongen nu vergeten en ik geef onmiddellijk toe, dat dit geen hot nieuws was. Veel belangrijker voor de samenleving is de horzelfunctie van de krant: het aan het licht brengen van scheve schaatsen in de gemeentepolitiek, het wroeten in dubieuze dossiers en het oppikken van signalen uit de samenleving. Daarvoor zijn journalisten die zich verwant voelen met hun stad of streek, nodig. Maar ook actieve correspondenten en tipgevers. Wellicht is de fatale stap die nu door De Telegraaf wordt gezet, de druppel die de emmer doet overlopen, en leidt het protest van journalisten en lezers ertoe dat ik straks ook weer kan zeggen: #ditismijnkrant.

Anneke van Dok
Voor wie meer wil weten over dit onderwerp: in haar debuutroman Het jaar van de held worstelt het gemeentebestuur met de lokale pers en brengt de bode van het stadhuis zijn burgemeester ten val.

Je kunt het boekje bestellen door te mailen naar: avandok@gmail.com, of via haar Facebookpagina