De afgelopen dagen heb ik me herhaaldelijk afgevraagd, hoe het in de Verenigde Staten toch zover kon komen, dat de samenleving in twee kampen is verdeeld: democraten en republikeinen gunnen elkaar het licht in de ogen niet.

Daarom hoop ik dat Joe Biden, met zijn grootvaderlijke uitstraling er samen met zijn strijdbare vicepresident Kamala Harris in slaagt om de bevolking weer harmonieus te laten samenleven.

Door Anneke van Dok

Kijkend naar de televisiebeelden, dacht ik even terug aan een stampvolle zaal van de Lindeboomschool in Koog aan de Zaan waar Hans Wiegel en Joop den Uyl elkaar zo spitsvondig attaqueerden, dat het debat veel weg had van een schermduel. Volgens de biograaf van Hans Wiegel echter, waren de twee politieke leiders erg op elkaar gesteld. In hun vrije tijd welteverstaan. Venijniger was het mandement van 1954, dat Rooms Katholieken verbood zich in te laten met de Partij van de Arbeid, terwijl laatstgenoemde partij bepaald geen vriendschappelijke relaties onderhield met de CPN.

In de verkiezingstijd kleurden de plakkaten mijn straat (in de verzetsheldenbuurt in Zaandam) felrood, terwijl de AR en de CHU in de omgeving van mijn kleuterschool in de Klaas Katerstraat het straatbeeld domineerden. Ik kan mij niet herinneren dat mijn ouders kennissen, laat staan vrienden hadden uit die buurt. De Zaanstreek heeft van oudsher de naam liberaal en zelfs enigszins anarchistisch te zijn, maar er bestonden wel scherpe scheidslijnen tussen arm en rijk en tussen Rooms, fijn en openbaar.

De grenzen vervaagden voor mij, toen ik via werk en vakanties in contact kwam met andersgezinden, die overigens lang niet altijd andersdenkenden bleken te zijn. Niet zelden kwamen we erachter dat we dezelfde sport beoefend hadden, maar dan wel in afzonderlijke clubs; padvinder waren, zonder elkaar zelfs maar te ontmoeten. En dat we dezelfde opleiding hadden gevolgd, maar wel op een school van een andere denominatie

Tegenwoordig is separatisme alleen nog aanwezig in gebieden met zwarte kerken of andere strengheid. Wel bestaat er nog steeds een grote kloof tussen de bewoners in wijken met oprijlanen en dubbele garages, en die van arme buurten met antenneschotels, of verwaarloosde voortuinen. Ik zou het fantastisch vinden, als de premier die na de verkiezing ons land gaat leiden, een brug bouwt tussen beide bevolkingsgroepen. Het liefst met een ‘allochtone’, vrouwelijke vicepremier aan zijn zijde. Zoals Joe Biden en Kamala Harris beloven te gaan doen in de Verenigde Staten.