Tijdens het gekibbel over de Brexit denk ik terug aan de stedenbanden, die de vrede en de Europese eenheid moesten bevorderen. Zaanstad, dat overigens ook nog aaneen moest worden gesmeed, had banden met de voorsteden van Parijs, Brussel, Berlijn, en Londen.

De vriendschap bestond uit sportuitwisselingen, persoonlijke logeerpartijen en diepzinnige gesprekken in ons beste schoolfrans,- Engels en -Duits.

Door Anneke van Dok

Sommige Eurofanaten leerden zelfs Esperanto, zodat er in één gemeenschappelijke taal kon worden gecommuniceerd. Mijn moeder sprak die wereldtaal met een beetje fantasie, zoals een Hollander het Duits fabuleert. Maar de bedoelingen waren goed en de misverstanden komisch. Zo had de Zaanse delegatie wat moeite de auto terug te vinden, die ze in Brussel bij een café met de naam Stella Artois had geparkeerd.

Ik herinner me ook nog een sportieve ontmoeting tussen Zaanse en Londense zeilers. Er waren wat taalprobleempjes, dat is waar. ‘Are you crew?’ vroeg men aan een Zaanse zeiler, die vlotweg antwoordde: ‘No I am a focking mate.’ Na een paar pinten en veel zeilerslatijn zat iedereen weer op één lijn, hoewel de legendarische, Engelse gastvrijheid wat tegenviel. De Zaanse gasten werden met brits en deken ondergebracht in een loods en van culinaire verwennering kon ook niet worden gesproken.

Veel later, toen de grenzen voor goederen- en personenverkeer open gingen, profiteerde iedereen echt van de vriendschap. Alleen de Britten deden niet mee aan Schengen, behielden hun geliefde pond en shilling en riepen gierig dat ze hun money back wilden. Niet lang daarna reisden Lubbers en Kok ook naar Brussel om een paar miljard terug te halen. En nu blijkt, dat de vriendschap tussen Zaanstad en Hammersmith nergens toe heeft geleid. Engeland drijft van ons weg als een van zijn anker losgeraakt schip. Eeuwenlang bestond er een haat-liefdeverhouding met onze overzeese buurman. Vochten we samen (handels)oorlogen en zeeslagen uit, maar sloten even zoveel keren vrede. Na een kort huwelijk is de scheiding alweer aanstaande.

Stel dat de stedenbanden in stand waren gebleven, iedereen dezelfde taal sprak en we elkaars lekkernijen waardeerde. Wij Hollanders aan de haggis, de Fransen aan de Bratwurst, de Duitsers aan de Pernod en de Engelsen aan de snert. Waren we dan bij elkaar gebleven?

Europa heeft ons veel zegeningen gebracht, maar weinig Europeanen weten ze te benoemen. Wat verloren gaat zullen we pas merken als het te laat is: voor Engeland, voor de Europese consumenten en voor alle idealisten die zo enthousiast meededen aan de jumelages.

Foto: burgemeester Laan (1975) tijdens een internationale ‘jumelage’ bijeenkomst.