Met de verkoop van het Hembrugterrein ligt er een nieuwe kans voor Zaanstad open. De vraag is hoeveel invloed de gemeente heeft op de ontwikkeling van het terrein dat op een unieke locatie is gelegen: aan het water en dichtbij de stad.

Ik hoop, dat de nieuwe eigenaar van het terrein geen konijn uit de hoed tovert, wanneer de koopakte rond is. Ik schrijf deze laatste zin niet uit argwaan jegens de ontwikkelaar, maar door schade en schande wijs geworden.

Door Anneke van Dok

Een terrein dat jarenlang in gebruik is geweest door een zware industrie als de Artillerie Inrichtingen* kan uit zichzelf ook voor verrassingen zorgen, als de spade de grond in gaat. Bij grote financiële tegenvallers zal de ontwikkelaar geneigd zijn om de opbrengsten te maximaliseren en meer winstgevende objecten in het plan proberen te brengen. Of de ontwikkeling te versnellen, dan wel ernstig te vertragen. Het gemeentebestuur krijgt in zo’n situatie het mes op de keel: meewerken of opgescheept zitten met een failliete ontwikkelaar en een onbeheersbaar terrein. Menig college trof op die manier zijn Waterloo in plaats van de unieke kans waarop het hoopte.

Als burgemeester heb ik de ontwikkeling van Diemen Noord zonder meer als succesvol ervaren. De hele gemeente voer er wel bij en dankt het behoud van zijn zelfstandigheid aan deze nieuwe woonlocatie. Het megaproject in IJmuiden, met jachthaven en nieuwe strandrecreatie mag na twintig jaar ook geslaagd worden genoemd, maar na de realisering kwamen er nog veel hoofdbrekens en valkuilen. De herbestemming van het Scheldeterrein in Vlissingen werd met veel loftuitingen en trompetgeschal geannonceerd, maar dankzij misrekeningen en een economische crisis hangt dit project nog steeds als een molensteen om de nek van de stadsbestuurders. Het Scheldeterrein kwam vrij door de verhuizing van de scheepswerf van de binnenstad naar het buitengebied. Een zege en een bevrijding! Maar het werd een teleurstelling en een financiële kneveling.

Wat is wijsheid? Moeilijk te beantwoorden, omdat toekomstvoorspellingen zelden uitkomen. Ik durf na mijn eigen ervaringen wel het volgende te beweren: durf en visie zijn noodzakelijk, maar houdt bij de uitvoerig de voeten op de vloer. Haastige spoed is zelden goed.

*Nu ik het woord Artillerie Inrichtingen intik, moet ik opeens aan Typhoonfotograaf Derk Peeters denken. Hij liep het terrein op (vraag me niet hoe hij dat flikte) en probeerde foto’s te maken. Hij werd in de houdgreep genomen en riep: “Ik wist niet dat ik zo lenig was.”