“De nieuwe woontoren is een krachtige Zaanse dame waarbij het silhouet van een melkmeisje is verwerkt. Een gebouw met karakter, Zaans gekleed met geglazuurde bakstenen in Zaanse groentinten.

Een Zaanse traditie is zuinigheid, met warmte en koude uit de bodem, gevoed door zonnepanelen wordt deze traditie op energievlak voorgezet. De Catharinatoren verwijst naar een Russische Czarina, ze kijkt uit over de Russische buurt met het Czaar Peter huisje en de gebouwen Hermitage en Romanov.”

Ik heb de beschrijving van de nieuwe woontoren Catharina die naast het station gaat verrijzen even gekopieerd om de tekst goed op mij te laten inwerken. Als het proza op rijm wordt gezet en in fraaie letters gekalligrafeerd, dan zou het mooi boven de ingang van het nieuwe gebouw passen, zoals bij historische panden.

Ik vraag mij af wat het commentaar van mijn moeder zou zijn geweest, als ze dit fenomeen nog had meegemaakt. Het zou niet positief kunnen zijn, want ze had al kritiek op de naam Inverdan voor het nieuwe stadscentrum. Dat sloeg volgens haar als een tang op een varken. Toch valt er wel iets te zeggen voor mooie teksten op steen, beton en glas. De Era-flats werden vernoemd naar de vuurtorens Brandaris, Pharus Perim en Noordwachter; de straten eromheen naar zeeën. Met als gevolg dat er op de gevel van een woning aan de Rode Zee een bordje met Zeezicht werd gespijkerd, waarvoor menige voorbijganger zijn pas even inhield.

Bij sommige gevelteksten word je nieuwsgierig wat er zich in of rond het huis heeft afgespeeld. Zo heb ik me altijd afgevraagd, waarom het zeventiende-eeuwse monument dat ik in Vlissingen bewoonde, Windroos heette en dat van mijn buren De Geus. Kwamen die namen voort uit een maritiem beroepsleven van de bewoners of uit betrokkenheid met de tachtigjarige oorlog? Of moest de tekst filosofisch worden opgevat. Toen de monumenten werden gebouwd, waren er nog geen straatnummers en dan is een gevelnaam wel handig. Soms spreekt een monumentaal pand zo duidelijk van een rijk verleden, dat het lied Aan die Amsterdamse grachten uit volle borst wordt meegezongen.

Terug naar de nieuwe woontoren, waarvan de naam verwijst naar de Russische Catharina de Grote, die uitkijkt op het Czaar Peter huisje en de Russische buurt. Zij is nooit een Zaanse dame geweest en een tsarina met het silhouet van een melkmeisje lijkt mij ook vergezocht. Wie ooit de tentoonstelling van haar rijkdommen in de Nieuwe Kerk of de Hermitage in Amsterdam heeft bekeken, zal haar ook geen zuinigheid toedichten. Anderzijds: als liefhebster van literatuur, kan ik wel waardering opbrengen voor een tot de verbeelding sprekende tekst.

Door Anneke van Dok