Onze premier heeft gezegd, dat we voorzichtig moeten omgaan met de helden uit ons roemrijk verleden. De straatnaamborden in De Krugerstraat, de Bothastraat en de Wetstraat in Zaandam en Wormerveer mogen van ‘historicus’ Mark Rutte blijven hangen, hoewel hij daar als premier geen standpunt over wil innemen.

Door Anneke van Dok

Er werd heel lang gediscussieerd of de in Hoorn geboren Jan Pieterszoon Coen wel op zijn sokkel mocht blijven staan. Men werd het eens over een plaquette, waarop ook de wandaden van de held werden vermeld.

Toen Coen per ongeluk door een dieplader van zijn voetstuk werd gestoten, dacht een deel van de burgerij aan opzet. Na een tijdrovende restauratie, werd de held weer teruggezet op zijn sokkel. De Japanse toeristen lachen zich een kriek, als de stadsgids de tekst voor ze vertaalt. En de selfies gaan de hele wereld over.

We moeten ons nageslacht van zo’n hypocriete discussie vrijwaren. Vernoem geen straten meer naar machtige helden, want ze behalen hun overwinning zelden met schone handen.

In mijn roman Het jaar van de held heeft de hoofdpersoon daar een duidelijke mening over: Echte helden vind je niet op een sokkel, maar in een anoniem graf. Als auteur van het boek ben ik het ditmaal met de hoofdpersoon eens. Herdenk de dorpskapper met een standbeeld in plaats van een dubieuze held. Hij zorgt er altijd voor dat we met opgeheven hoofd door het leven kunnen gaan.

Hoewel iedere beroepsgroep zijn eigen dag heeft, zoals De dag van de cateraars, De dag van de fysiotherapeuten en De dag van de systeembeheerders, kennen we nog geen Dag van de dorpskapper. Maar de vernoeming van een straat of plein mag ook.

Ik ken er twee die in aanmerking komen voor zo’n eervolle erkenning: Willem Koomen en mijn neef Gerrit Plooijer* uit Westzaan. Willem knipte half Zwaag (half, omdat hij geen dames deed) en dat mocht ook nog op de pof. Tot er wanbetalers van Amsterdam naar West-Friesland verhuisden.

Toen er weer eens een jongetje in de stoel kwam zitten met de mededeling dat mama de volgende week wel zou betalen, was hij het zat.

“Ik heb een beter idee,” zei hij. “Als je moeder straks het geld brengt, zal ik je volgende week misschien wel knippen.” Willem leeft niet meer, maar Gerrit gelukkig wel. Hoewel hij al op weg is naar de tachtig, knipt hij nog steeds. Een Koomenpad en een Plooijerlaan, die zullen in Zwaag noch Westzaan misstaan.

Foto: gemeentearchief: J.J. Allanstraat, Westzaan. Bij de Weelbrug met de winkel van Stein, later de kapsalon van Gerrit Plooijer (1930).

* Is het Plooyer of Plooijer? Beide spellingen komen wij tegen. Het archief schrijft Plooyer, Anneke en het telefoonboek: Plooijer.