Ik had het bordje Closed over het hoofd gezien en: nee, ik had Facebook ook niet geraadpleegd. Mijn geliefde restaurant Lab 44, waar vroeger mosterdgas werd vervaardigd was gesloten, omdat er die dag twee bruiloften waren gepland.

Na een wandeling over het Hembrugterrein waar ik mijn historisch en sociologisch onderlegde gezelschap had geïmponeerd met mijn stoutste fantasieën over de toekomst van het terrein, kon ik het gezelschap niet trakteren op een welverdiende lunch.

Gelukkig was de Slager aan de Schans, voorheen De Smuiger, tegenover de Molen De Bleeke Dood in Zaandijk wel geopend.

Dit culinaire voorval zou geen onderwerp van een column zijn geweest, als er het niet een alarmbelletje in mijn hoofd was gaan te rinkelen.

In mijn bestuurlijke bestaan gingen veel conflicten over de relatie horeca- cultuur en in Zaanstad heeft men ook enige ervaring met dit thema.

In Velsen waren we in het begin zeer ingenomen met een horeca- ondernemer, die de wandelaars in het landgoed Beeckestijn van koffie met gebak wilde voorzien. Hij kreeg een contract, waarin hem werd beloofd dat er geen andere, concurrerende horeca- activiteiten in het prachtige park zouden plaats vinden.

Vervolgens koos onze uitbater een lucratievere weg naar een goed pensioen: bruiloften en partijen, compleet met fotosessies, recepties en diners. Na korte tijd was zijn onderneming minder vaak open voor dorstige wandelaars. Toen er grote festiviteiten werden georganiseerd, wapperde hij met zijn contract en maakte bezwaar tegen het schenken van koffie, thee en andere dorstlessers aan de talrijke bezoekers.

Met deze onplezierige ervaring in mijn achterhoofd, wil ik pleiten voor een goed overleg met ondernemers die uiteraard hun brood moeten kunnen verdienen, maar geen belemmering mogen vormen in de plannen van een kansrijk gebied. Ik hoef het woord patat maar te noemen, om duidelijk te maken wat ik bedoel.

In de Slager van de Schans, voorheen de Smuiger, serveerden ze trouwens  lekkere mosterdsoep: met paling.