We hebben alles weer overleefd: het kerstdiner, de oliebollen en het vuurwerk. De schone lei van 2019 ligt voor ons.

Terugkijkend op de afgelopen twee weken, waarvan ik er één in München doorbracht, zie ik veel verbeterpuntjes om met een griffel te noteren. Wanneer je ver van huis bent, let je op zaken die thuis niet meer opvallen. Bovendien word je gedwongen vooroordelen opnieuw te wegen.

Door Anneke van Dok

Zo had ik altijd op mijn netvlies dat Beieren wordt bevolkt door bier zuipende, dijen kletsende , en in Dirndl of Lederhose rond hossende xenofoben. Dit vooroordeel bleek even onjuist als het beeld dat een Amsterdammer mij ooit van een Zaankanter schetste: namelijk als humorloze, fantasieloze mopperaar met een slechte smaak voor architectuur.

In München werden Dirndl en Lederhosen nog door de serveersters en obers van de Bierstube gedragen, maar buiten was het daarvoor te koud. Wat mij echt opviel was de hoeveelheid daklozen, die hun hebben en houwen hadden uitgespreid onder de afdakjes en overkappingen van winkelcentra, musea en viaducten. Aangemoedigd door de alom aanwezige Kerstsfeer werd er regelmatig een aalmoes verstrekt. Tot mijn verwondering stopte een met hoofddoek bedekte jonge vrouw zelfs een tien eurobiljet in een uitgestoken hand. Vanaf dat moment deed ik ook maar een paar munten in mijn jaszak om ze met Hollandse gepastheid onder de armen te verdelen.

De kerstbeleving was oprecht, de kerstmarkten niet ordinair en de volkskerstzang op Mariënplatz vlak voor het stadhuis vond ik zelfs ontroerend. Mensen uit diverse streken van de aardbol kennen blijkbaar dezelfde kerstliederen, zij het elk in een andere taal.

Toen we na afloop even koffie gingen drinken in een van de overvolle cafés vroeg de ober vriendelijk of we er bezwaar tegen hadden om twee dames aan ons tafeltje te accepteren. En zo hadden we een interessant gesprek met een paar oudere dames uit Thüringen.

Opvallend was het grote aantal Aziaten in de stad; en de aanwezigheid van veel Engelsen die zich overigens geheel volgens mijn vooroordeel gedroegen. Het was duidelijk dat ze in het verfoeide Europa de bloemetjes nog eens wilden buiten zetten. Wellicht voor de allerlaatste keer.

Volgend kerstfeest blijf ik thuis en wil ik ook voor een stadhuis zingen, maar ik vrees dat er niet veel mensen om mij heen zullen staan. Of maak ik nu weer een inschattingsfout?

Ik wens u een 2019 zonder vooroordelen toe: zodat anderen u ervan bevrijden en u zich er zelf ook van ontdoet.