Het WOB-verzoek van Hemkade-exploitant Ivar Moens om al het e-mailverkeer van Juliëtte Rot en burgemeester Jan Hamming openbaar te maken, is een lont in het kruitvat.

Als de rechter vindt dat het verzoek moet worden ingewilligd, betekent dat een permanente kink in de kabel van de onderlinge communicatie tussen bestuurders.

Door Anneke van Dok

Een gemeentebestuur moet vaak voorzichtig manoeuvreren. Het bewust voortijdig naar buiten brengen van nog geheime informatie, is strafbaar. Anderzijds kunnen burgers, met de Wet Openbaarheid Bestuur in de hand, de gemeente dwingen om e-mails, sms’jes en apps met nog onrijpe informatie naar buiten te brengen. Dat betekent spitsroeden lopen, oftewel groot slem uitspelen met je kaarten open, wat in een bridgedrive een flinke down tot gevolg heeft.

Het gemeentebestuur kan een WOB-verzoek slechts naast zeer neer leggen met een degelijke argumentatie. Daarom is het te verwachten, dat gangbare communicatiemiddelen na een positieve uitspraak van de rechter, zullen worden vermeden. Ik zou het niet betreuren, wanneer er meer van persoon tot persoon werd gecommuniceerd. Zeker als het over zaken gaat, die een burger diep kunnen raken. Ik stelde het als burgemeester op prijs, wanneer een raadslid bij mij kwam om uitleg te vragen of te geven over een kwestie, of mijn mening daarover te vernemen. De iPhone heb ik nooit beschouwd als een correct middel om van gedachte te wisselen over een moeilijk onderwerp.

Het probleem is, dat zo’n persoonlijk gesprek tussen bestuurders, weer kan worden uitgelegd als achterkamertjespolitiek. Gebrek aan vertrouwen is een taai obstakel tussen burger en bestuur.

Het gezegde Spreken is zilver en zwijgen goud blijkt vaak van toepassing te zijn in delicate politieke kwesties. Informatieve gesprekken, liever in een spreekkamer dan bij het kopieerapparaat, fungeren echter als olie tussen de raderen van een organisatie. Doe mij maar face-to-face-contact in plaats van een pingpongspel met appjes. Geef bij de besluitvorming wel volledige verantwoording over de wijze waarop je mening tot stand is gekomen. En zorg dan meteen voor optimale transparantie.

De nieuwe roman die ik schrijf, speelt zich af in het Catshuis en gaat over dit soort dilemma’s met een knipoog naar de populaire Engelse serie Yes minister. Ik geef u een klein voorproefje:

Toen hij na afloop van het telefoongesprek langs zijn secretaresse liep, hield ze hem tegen. Ze had al een afspraak met de voorzitter van Vrij Rechts voor hem geregeld.

‘Het schikt meneer Punt in de lunchtijd,’ zei ze. ‘Ik heb een tafel in Nieuwspoort gereserveerd. Het schijnt dat jullie elkaar daar hebben leren kennen.’

Thijs knikte even, maar onthield haar de uitleg, waar ze zo gretig naar hengelde. Transparantie was mooi, maar nu even niet. Hij wilde zijn handen vrij hebben voor alle mogelijkheden die nog open lagen. En één van die mogelijkheden was: er snel mee te kappen.

Foto: Gemeentearchief Zaanstad