Als er een gedenksteen pal voor je deur geplaatst wordt die de passanten expliciet wijst op het bestaan van jouw – tot voor kort – anonieme woning, dan hoeft dat niet per se vervelend te zijn. Maar als bewoner wil je het wel graag weten.

De stoep voor het arbeidershuisje aan de Harenmakersstraat 17 is van de gemeente en het huisje was ooit van Cees Prins die op 25 februari 1941 met zijn communistische kornuiten de Staakt! Staakt! Staakt!-boodschap in grote getalen stencilde en verspreidde.

Morgenochtend wordt er om 11:30 uur de gedenksteen onthuld door waarnemend burgemeester Ruud Vreeman.

De huidige bewoners, de familie Dallinga, waren niet op de hoogte van deze geschiedenis en ze lazen op De Orkaan dat er een steen zou worden gelegd. Ze belden met de gemeente om te vragen wat er precies zou gebeuren en ontvingen gisteren alsnog een brief. Eenzelfde exemplaar als de rest van de straat.

Dennis Dallinga vindt het best dat er een steen komt, maar hij vindt de gang van zaken niet netjes. Toch ziet hij een lichtpuntje:

“Zo’n verzetsstrijder is natuurlijk een beter idee dan wanneer er een verrader of moordenaar in je huis had gewoond.”

Onze gedachten vlogen meteen naar de bewoners van de Prins Hendrikstraat 130 waar ooit de gewetenloze jodenjager Hendrik van der Kraan woonde die de Joodse baby Marion Swaab aangaf.

En naar bijvoorbeeld het huis van de geliquideerde verraadster Franci de Munck-Siffels, aan de Torneastraat 18 in Zaandam:

Maar we gaan er vanuit dat daar geen onverwachte tegels gelegd zullen worden. Als je zelf wil uitvogelen wie er ooit in je huis woonde, dan zijn de gedigitaliseerde adressenboeken van het archief handig.