Na twee-en-een-half-jaar was het dan eindelijk zover … het doek ging op en de zaal proefde meteen de sfeer van het oude Mokum. De cast had er duidelijk zin in en de spetters vlogen ervan af, heerlijk. De Jantjes van Herman Bouber is een onvervalste kraker, in dit geval ook een kaskraker, de zaal was uitverkocht. En dat was meer dan terecht. 

Door: Jack Woestenberg van Dalen

Het decor was eenvoudig maar niet simplistisch, het combo speelde werkelijk fantastisch. De kleding (Monique Kreetz) was een lust voor het oog, en dat zegt wat, omdat het louter lompen waren, met uitzondering van de Jantjes. De belichting (Joris Palmboom) maakte het tot een mooi geheel en zo kwam de cast volledig tot zijn recht. 

Dolle Dries (Juri Vernooys), Schele Manus (Marco de Boer) en Blauwe Toon (Sander Vleeshakker) zijn de dragers van dit spektakel. De een deed niet onder voor de ander, de mannen bezitten een prettige stem en weten van acteren. Marco de Boer verdient een extra pluim, hij was van begin tot einde werkelijk scheel, wat een verrukkuluk inlevingsvermogen. Isa Eken-Adriaanse heeft haar sporen al dik verdient en maakte dat wederom waar als Toffe Jans. Isa van der Haar zette een overtuigende Blonde Greet neer, een prachtige vrouw die zelfs in een jutezak nog een plaatje is.

Betje, een rol van Beppie Huysmans was een openbaring, geweldig ingeleefd en mooi ingetogen gespeeld. Tante Piet (Mariska van Reijsen) en Ome Gerrit (Kees Dobbe) zijn een sterrenkoppel, dat bewijzen ze al jaren en ook deze keer is dat niet anders. Mooie Leendert paste helemaal bij Michel Schildmeijer, die dit soort rollen als het ware op zijn lijf heeft ingepast. Daarnaast tekende hij voor de geweldige choreografie, petje af! Barbara Halverstad krijgt op de een of andere manier altijd rollen waarin ze beschadigd is of beschadigd wordt. Ook deze keer was ze weer de underdog en ze voelt dat prachtig aan en geeft met kracht gestalte aan de zieligert van het stuk. Monique Klupper en Loek Halverstad speelden Na Druppel en De Mop (Omdat ik zoveel van je houaauuuuu) en dat deden ze prachtig.

De hele zaal genoot mee van de twee ouwelui die het mekaar niet makkelijk maken, maar ooo zooo veel van elkaar houden. Marie José Bollen was een vroege lesbiènne, een beetje een Bet van Beeren van de Zeedijk. Ze speelde Zwaan en was op zoek naar haar wijf … iedereen vraagt zich nog af of ze die ooit heeft terug gevonden. Ronald van Vliet en Corné de Boer hadden beiden een dubbelrol die ze zeer naar behoren invulden. De radijswals van Loes Diekmann was niet zuiver maar zeker vrolijk, de hele zaal zong mee. Het ensemble was een en al vrolijkheid en bijna alle ingestudeerde dansjes waren deze keer behoorlijk blijven hangen, er werd in ieder geval zeer vrolijk gedanst op alle overbekende nummers.

Voor een jonge regisseur is dit een stuk waar je behoorlijk de vingers aan kunt branden, toch is het Stef Heijnen-Bakker zeer goed gelukt om het volksstuk mooi over het voetlicht te brengen, niet in de laatste plaats vanwege zijn lichtplan en decorontwerp. Astrid Vreeken is een begenadigd grimeuse, al was ze in deze voorstelling wel erg terughoudend geweest met de grime. Volkse figuren zijn rauw, verlopen en als ze ouder zijn ook uitgedroogd en afgedroogd. Die link miste helaas. Het Amsterdams blijft een moeilijk taal, ook in deze voorstelling (een uitzondering daargelaten). Een Amsterdammer zou zeggen, ’’ze hebbe der an geroke, maar der niks van gevrete’’. Dat alles neemt niet weg dat het een voorstelling is die iedereen eigenlijk gezien moet hebben, het is een feestje … een uitje in deze barre tijden. 

Nog te zien op 20 (20.00 uur) en 21 november (14.00 uur) in de KunstGreep Oostzaan. Kaartverkoop www.belcanto-oostzaan.nl of 075 684 1985. 

Foto: Bel Canto