‘Mijn eerste gedachte was: zoek het uit, voor mij hoeft het niet meer. Maar je gaat gewoon weer door,’ zegt Johan van Gelderen, bedrijfsleider van Het Wapen van Assendelft.

‘In ons vak mag je niet gelaten worden, als we weer open mogen dan moeten we toch weer vrolijk en gastvrij zijn en ons weer op peppen’, vertelt Albert Kok van De Heeren van Kok in Wormerveer, maar hij ziet er vreselijk tegenop om zijn gasten op te bellen om te vertellen dat ze dit weekend niet mogen komen.

Vanavond worden de nieuwe maatregelen aankondigt die ervoor zouden moeten zorgen dat het oplopend aantal corona-besmettingen wordt ingedamd. Nu al is uitgelekt dat de horeca haar deur zal moeten sluiten voor de komende veertien dagen. Omdat eerder ‘gelekt’ nieuws doorgaans bleek te kloppen, belden wij met een aantal horecaondernemers uit de Zaanstreek.

De landelijke maatregelen die morgen (14 oktober) ingaan.

Hoewel de maatregelen nog officieel bevestigd moeten worden, is de klap hard aangekomen. Ruud Keinemans van Lab 44, Slager aan de Schans, D’Swarte Walvis en Hoop stelt:

 ‘Het gaat om morele weerbaarheid en financiële weerbaarheid. Hoeveel kan je nog opvangen?’

Ze zijn constant bezig de zaken overeind te houden, de medewerkers binnenboord te houden en daarbij het contact met de gasten niet te verliezen. De Slager aan de Schans en Lab 44 zijn minder makkelijk om te katten tot afhaal,- of bezorgrestaurant, maar vanuit de Walvis en Brouwerij Hoop willen ze proberen het ‘feest dan maar naar de huizen te brengen’.

Jeroen Gruijs De Watertoren in Westzaan en Wolfsend in Zaandijk hoorde het ‘nieuws’ gisteravond:

‘Ik zat op de bank en dan begin je te malen. De huur, de vaste lasten. Steeds als je als ondernemer een klein stapje vooruit wil zetten, word je teruggefloten. Terwijl we ons zo verantwoordelijk opstellen met alle aanpassingen die we al gedaan hebben om aan de regels te voldoen. Elke mogelijkheid om omzet te genereren pak je aan, maar er kan zo weinig. Je wordt murw gebeukt, we hebben met elkaar alles al uitgevonden. Bezorgen, kortingsacties, bonnen verkopen… op een gegeven moment ben je leeg.’

In de woorden van Ruud Keinemans herkent hij zich:

‘Morele en financiële weerbaarheid gaan hand in hand. We mensen graag een leuke avond bezorgen, of het er nou twee zijn, tien of dertig. Maar als je vervolgens kijkt naar het financiële aspect dan, loopt de lucht er snel uit.’

Gelukkig begint bij Jeroen ook weer het bloed te kruipen waar het niet gaan kan. Hij heeft wat ideeën, maar vindt het te vroeg om daar nu al uitspraken over te doen.

Pieter Grandiek van Café de Fabriek is teleurgesteld:

‘Heel jammer omdat we zo enorm ons best hebben gedaan om op een goede manier open te zijn. Er is een behoefte om de deur even uit te kunnen, maar we worden opgehokt, je komt niemand meer tegen. Het gevaar is dat mensen dan zelf hun sociale contacten gaan organiseren, en daar is misschien minder toezicht of bewustzijn van de regels.’

Joyce van Duivenvoorde van Grandcafe Atlantic in Krommenie wil dat we corona zo snel mogelijk achter ons kunnen laten, maar ze betwijfelt of dit de oplossing is:

‘Als ik van het werk naar huis loop, dan zie ik feestjes achter de voordeuren. Mensen zoeken elkaar toch wel op. Wij hebben geïnvesteerd in veiligheid en er onze bedrijfsvoering op aangepast.’

Wat ze de komende periode gaan doen is nog niet helder, maar:

‘De vorige keer dat we moesten sluiten hebben we een en ander opgeknapt. Daar hadden we voor gespaard. Helaas geef je dat geld maar een keer uit, en misschien blijkt dat we dat de komende tijden nodig hadden gehad.’

Ook Johan van Gelderen van Het Wapen van Assendelft en Albert Kok van De Heeren van Kok hebben beiden de vorige sluitingsperiode gebruikt om hun zaak grondig aan te pakken: extra grote schoonmaak, een make-over, verbouwing, behangen… Maar dat doe je niet nog een keer. Albert Kok vindt het moeilijk te bedenken wat hij de komende weken moet gaan doen:

‘We kunnen denken aan afhalen of bezorgen, maar ons restaurant is echt ingericht op de sfeer en de beleving. Beleving is moeilijk thuis te bezorgen, maar we gaan er goed over nadenken wat mogelijk is.’

Peter van der Laan van The Old Rooster in Westknollendam wordt de laatste tijd onrustig wakker:

‘Met de gedachte: wat gaat de dag me brengen, je moet maar zien wat er in het verschiet ligt. Nu zagen we dit een beetje aankomen, maar toch. De eerste sluiting in maart is moeizaam verlopen. We overleefden het net aan tot 1 juni, en hadden gelukkig stralende dagen waarop we wat goed konden maken. Twee weken is misschien te overzien, maar ik moet niet denken aan de periode daarna.’

Peter compenseerde het verlies een beetje door zijn ‘Thuis uit eten-menu’, waar hij nu ook mee zal komen:

‘De gasten waren blij met het menu, maar bedrijfstechnisch zal dat niet genoeg zijn. Ik ben benieuwd naar de noodmaatregelen van de overheid. Of we het zonder compensatie gaan redden is de vraag.’

Bij Het Wapen van Oostzaan treffen we Susanne Besson. Eigenlijk reageert ze liever niet omdat ze te lamgeslagen en verdrietig is. Zij denkt er hetzelfde over als Albert Kok:

‘We zijn een sfeervol restaurant waarbij we gasten graag voorzien van een passend wijnadvies. Dat is een hele ander tak van sport, en het is echt een omschakeling naar afhalen. We willen van alles en daarbij zouden we het liefst werken op de manier die goed voelt. We moeten een plan maken, maar het is nu heel even te vers.’

Ernst van ’t hof van De Hofjes in Wormer snapt dat er ingegrepen wordt,

‘Maar waarom weer alleen de horeca. We zijn goed voorbereid, ik heb een hele grote zaak, zorg ervoor dat er 30 mensen in de ruimte zijn, en dan is het jammer dat wij het deksel op ons neus krijgen. We werken met ruim veertig mensen, wie gaat er misschien uit? Ik wil daar niet over nadenken.’

Johan van Gelderen sluit positief af, hij ziet licht aan het eind van de tunnel:

‘Ik verheug me erop om, als dit allemaal achter de rug is, een groot feest te geven in Het Wapen van Assendelft. Dat noem ik dan Het Feest der Herkenning. Want je raakt elkaar toch een beetje kwijt in deze tijd.