‘Leraren in het basisonderwijs gaan staken voor een lagere werkdruk’. Leraar Thijs Roovers van de belangengroep PO in Actie heeft dat aangekondigd onder andere in het programma Jinek op NPO1.

Ik ben een van die leraren.

(In verband met de privacy van de kinderen, laten we de naam van de leerkracht achterwege red.)

Ruim 20 jaar ben ik werkzaam in het basisonderwijs. Tussendoor behaalde ik mijn master Orthopedagogiek en master SEN (Special educational needs) en volgde ik diverse aanvullende cursussen op het gebied van het begeleiden van kinderen met speciale ondersteuningsbehoeften.

Je zou zeggen met zoveel ervaring, kennis en expertise draai je je hand niet meer om voor het lesgeven aan een klas kleuters. Niks is minder waar. Voor het lesgeven in mijn kleuterklas met 28 kinderen waarvan 4 kinderen met (zeer) speciale ondersteuningsbehoeften draai ik mijn hand wel degelijk om en het liefst zou ik meerdere handen hebben om om te draaien, zodat ik dit geweldige beroep goed uit kan oefenen. Helaas ik heb maar één paar, maar ik maak tijd om ze meerdere keren ‘om te kunnen draaien’.

Om duidelijk te maken waartoe ik dat doe deel ik wat momenten van een dag uit mijn leven als leerkracht van groep 1-2.

7.30 uur

Op de fiets denk ik na over de werkdag die voor me ligt. Ik bedenk dat ik de moeder van Mike nog even moet zeggen dat het fijn zou zijn als ze dagelijks even met Mike de dagritmekaarten bekijkt zodat hij weet wat hem deze dag te wachten staat. Ik denk aan Anouk en neem me voor dat wat er ook gebeurt, ik geduldig blijf reageren als ze weer opstaat en aan de wandel gaat. Ik bedenk me welke kinderen zo weinig aandacht vragen dat ik ze soms vergeet, ik neem me voor vandaag tijdens het buitenspelen even met hen te kletsen.

Eenmaal in de klas leg ik voor ieder kind een spel of een opdracht klaar, passend bij de doelen uit het leerstofaanbod, passend bij het niveau van de kinderen, en het liefst nog passend bij hun leerstijl. Pim en Alide krijgen extra intensieve ondersteuning op taalgebied vanwege hun taalachterstand. Voor hen is het belangrijk dat ze de woorden niet alleen horen maar ook zien en voelen. Voor Mike leg ik de pictogrammen met de gedragsafspraken klaar en de timer. Ik kijk nog snel mijn voorbereiding en mijn ‘denk-aan-lijst’ na en bespreek nog het e.e.a. met collega’s bij de koffie- en theebar.

8.20 uur

Mijn kleuters druppelen binnen. Als Mike binnenkomt, spreid ik mijn armen, hij komt me meteen een knuffel geven, een heerlijk begin van de dag. We nemen aan de hand van de pictogrammen de afspraken door en geven elkaar een high-five; we gaan er weer tegenaan samen. Ik herinner zijn moeder eraan het dagschema met hem door te nemen, hopelijk zorgt de voorspelbaarheid ook voor wat rust in zijn hoofd. Ook Pim neem ik even apart, de start van de dag bepaalt voor hem vaak het verloop, ik prijs hem met zijn mooie shirt met een Cars-auto en samen praten we even over de verschillende Cars-auto’s, Pim mag even spelen met de K’nex op het kleed voordat we aan de taalactiviteiten gaan beginnen. Snel naar de 4 ‘nieuwkomertjes’ om te kijken of ze al lekker aan het werken en spelen zijn. Na iedereen even persoonlijk begroet te hebben, kan de dag beginnen. Jammer genoeg komt Anouk te laat binnen, toch nog even snel een woordje voor Anouk. Een andere missie van me: zorgen dat ik Anouk veel bevestiging geef, gezien de moeilijke start die zij in haar leventje al heeft.

9.15 uur

We gaan in de kring, 3 kinderen geef ik een vaste opruimopdracht waarna ze even op de tablet mogen totdat iedereen in de kring zit. Mike en Jaron mogen een bolletje klei in hun handen. De pictogrammen van de kringafspraken liggen voor Mike op tafel zodat hij er steeds aan herinnerd wordt. Ik zet het klokje voor hem, hij hoeft maar 10 minuten in de kring daarna mag hij een constructieve activiteit doen. Mike kan in zijn eentje spelen als de beste maar voor talige activiteiten heeft hij echt een-op-een ondersteuning nodig, ik kies nu even voor de rest van de groep.

Zomaar een begin van mijn werkdag waarbij ik al zoveel keuzes moet maken en dat is eigenlijk iets wat ik de hele dag door doe. Kies ik voor het ondersteunen van de kinderen met behoeften op het gebied van gedrag, kies ik voor het spelen met de ‘nieuwkomertjes’ om ze goed te leren kennen, kies ik voor een meisje dat mijn lijfelijke nabijheid zo nodig heeft, kies ik voor een verdiept aanbod voor de kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong , kies ik voor de kinderen die een intensief taal- en/of rekenaanbod nodig hebben, kies ik voor kinderen die maar niet tot spelen komen ….. ga zo maar door.

Het is naar dat ik mezelf soms betrap op de gedachte dat ik het niet erg vind dat bepaalde kinderen afwezig zijn zodat ik meer aandacht voor andere heb. Ik voel me schuldig dat ik bepaalde kinderen met hun  ‘ storende’ gedrag soms  negatief benader omdat ze mij  ‘storen’ in de begeleiding van andere kinderen. Deze kinderen krijgen zo vaak een afwijzing omdat het systeem niet toelaat dat ze de juiste (individuele) begeleiding krijgen en mogen leren op hun manier. Meer handen zouden dit echt kunnen voorkomen.

Om zoveel kinderen toch te kunnen ‘bedienen’ doe ik regelmatig een beroep op ouders en kinderen uit hogere groepen. Onderwijsassistentie hebben wij net als andere voorzieningen wel in de school maar ook mijn directeur moet de hele dag door keuzes maken ten aanzien van de inzet daarvan en helaas is de keus niet op onze klas gevallen.

14.30 uur

Na schooltijd begint weer een nieuw keuzeprogramma waarbij ik de prioriteit probeer te leggen bij mijn primaire taak, namelijk het lesgeven. Eerst een half uurtje opruimen en schoonmaken. Ik begin meestal met een reflectie op de dag aan de hand waarvan ik mijn aanbod voor de volgende dag plan. Een aantal kleuters was enthousiast boekjes aan het maken. Ik richt een nieuwe hoek in waarin ze verder kunnen met het maken van boeken.

15.30 uur

Een oudergesprek: met de moeder van Jaron bespreek ik haar zorgen om zijn geringe concentratie. Samen bedenken we wat Jaron nodig heeft om de wereld in de klas wat overzichtelijker voor hem te maken.

16.00 uur

Keuzes te over: maak ik verslagen van de afgelopen rapportgesprekken, evalueer ik het groepsplan, deel ik mijn lessen met collega’s, overleg ik met de leerkracht van groep 3 over volgend jaar, maak ik alvast het stukje voor in de weekbrief? Tussendoor belt iemand van het jeugdteam over Anouk, we wisselen informatie uit en maken een afspraak om met ouders om tafel te zitten.

16.30 uur

Mijn collega attendeert me op de tijd, “half 5 maak er eens een gewoonte van!” Ik werk nog even door en probeer zoveel mogelijk van mijn te-doen-lijst weg te werken.

18.00 uur

Op de fiets denk ik na over de dag die achter me ligt. Ik heb mezelf afgeleerd om gefrustreerd te raken over alles waar ik in tekort schiet als het gaat om het begeleiden van de kinderen. Ik heb met hen gelachen, het is me gelukt om een aantal persoonlijke gesprekken te voeren, de ‘nieuwkomertjes’ gingen redelijk blij naar huis, ik heb genoten van de mooie momenten die ik op zo’n dag met mijn kleuters beleef. Eigenlijk ben ik best tevreden.

‘Leraren in het basisonderwijs gaan staken voor een hoger salaris’

Ik ben niet een van deze leraren als het gaat om het salaris. Ik denk echter wel dat dat een van de middelen is om ons beroep aantrekkelijker te maken en daarmee te anticiperen op het komende lerarentekort. Maar ik staak voor kleinere klassen en veel meer ondersteuning zodat er meer handen zijn om om te draaien, die mijn kinderen kunnen geven wat ze nodig hebben zodat ze allemaal als stevige mensjes vol zelfvertrouwen naar groep 3 kunnen gaan.

Daarin zou voor mij de grootste beloning liggen.

 

Leerkrachten luiden de noodklok. Vanaf vandaag laten we een week lang elke dag een Zaanse onderwijsprofessional aan het woord. Mocht je zelf je stem willen laten horen, dan kan dat hier.

Alle foto’s komen uit het onvolprezen gemeentearchief van Zaanstad.