Vandaag zou ze drieënnegentig worden. Gisteren, op tweeënnegentigjarige leeftijd, is ze heengegaan.

Freddie is veertien als de oorlog begint, vijftien wanneer ze samen met haar zus Truus Menger het verzet inrolt, negentien als haar verzetsmaatje Hannie Schaft wordt vermoord, en negenentachtig als wij haar voor het eerst ontmoeten. Ze lijkt dan geen dag ouder dan veertien.

Freddie is mooi en een held, samen met haar zus Truus Menger en met Hannie Schaft. In de Tweede Wereldoorlog waren het veel te jonge meiden met een besef van rechtvaardigheid waarvan ze gaandeweg wisten dat de navolging daarvan hun het leven zou kunnen kosten.

Hannie werd gepakt en vermoord. Truus en Freddie overleefden, en bleven hun leven lang waarschuwen. Tegen uitsluiting, ontmenselijken, wapens, in hokjes stoppen en afsnijden van gesprekken… Met Monumenten Spreken maakten we deze korte documentaire (na de docu kan je verder lezen):

Tijdens de interviews die ze toen gaf, waarbij niet alles de docu haalde, zei ze over het afbranden van Duitse voertuigen (ze was toen misschien net zestien): ‘Ik ben geen brandstichter maar… heerlijk!’ Over een Duitse officier die ze, samen met zus Truus, het bos in lokte waarna hij werd geliquideerd door het verzet: ‘… die mannen waren een graf aan het graven. Ja da’s moeilijk hè… En over Hannie: ‘Ze heeft ons de Marseillaise leren zingen, zal het niet voordoen kan niet meer zingen.’.

Wat bij ons het meest bijbleef was haar jeugd en haar eigen besef ervan op latere leeftijd:

‘Het neerschieten ook dat was eng, het gaf je een akelig rotgevoel in je maag. Want je ziet iemand vallen hè? Je hebt dan de neiging om ze op te vangen, dat is zo onverklaarbaar… Dat als je iemand doodschiet dat je hem op zou willen rapen. Ja, dan kan je zien dat je nog heel jong bent.’