Mijn naam is Gert-Jan. Dat heb ik zelf niet verzonnen, en even tussen jou en mij: ik zou liever Brutus, Bert, Bas of Henk heten.

‘Gert-Jan’ klinkt een beetje alsof ik met een spencertje en een zijscheiding rondloop. De verzorgers in het asiel proberen het nog een beetje cool te laten klinken door me ‘G.J.’ te noemen, maar dat maakt het niet veel beter…

update 15 augustus: GéJé heeft een huis! 

Ik wil weg uit de opvang. Maar ik weet niet zo goed hoe ik dat aan moet pakken. Ik hou van mensen die hun aandacht niet over zes honden, drie katten, een cavia en een konijn moeten verdelen. Ik ben graag nummer één voor iemand. Diegene is dan ook nummertje één voor mij. Vooral als hij m/v me aait, eten geeft en me mijn ding laat doen.

Telkens als er iemand komt kijken die ik wel zie zitten, dan probeer ik mezelf in de kijker te spelen. Beetje lekker knorren, nonchalant koppies geven… ach, je kent het wel. Maar vaak trekken de anderen de aandacht. Vooral de slijmballen en de jonkies. En dat ben ik nou eenmaal niet.

Ook in het asiel vinden ze het tijd dat ik vertrek, maar er bestaat helaas geen tinder voor katten. Vandaar dat ik maar even in de pen ben geklommen voor een mail aan De Orkaan.

Als jij – ja jij! – dit leest, en je hebt een plekje over voor een aantrekkelijke kater in de bloei van zijn leven, je bent bereid me een stoere naam te geven, me te voeden, aaien, achter mijn oren te kriebelen (mits ik daar behoefte aan heb), te aanbidden, en van me te houden, dan ben ik je kat. Kom langs in het asiel voor een romantische date en wie weet wat ervan komt…

Hier vind je mijn contactgegevens.

(Disclaimer: de tekst hierboven is niet daadwerkelijk door GJ getypt, want dat kunnen katten over het algemeen niet, voorts zijn we niet van plan elke kater die om een huis verlegen zit te faciliteren, maar GJ’s mail was nogal dwingend).