Zondag, op 7 juni, worden de kindertransporten die in 1943 vanuit kamp Vught plaatsvonden, herdacht.

Op zaterdag 5 juni 1943 maakte de Joodsche Raad in Vught ‘op hoog bevel van elders’ per proclamatie bekend dat ‘alle kinderen tot ca. 16 jaar het kamp moeten verlaten om in een speciaal Kinderkamp te worden ondergebracht.

Minstens vier Zaanse kinderen kwamen om, twee ervan, de 8-jarige Rebecca (‘Betty’) Pais en de 3-jarige Dina Pais werden vier dagen later, op 11 juni 1943, in Sobibor vergast.

Van de 5-jarige Gabriël Pais is niet bekend wanneer hij precies is omgekomen, maar zeer waarschijnlijk is hij tegelijkertijd met zijn zusjes Dina en Betty en zijn moeder vergast. De 15-jarige Max de Kromme werd op 2 juli 1943 in Sobibor vermoord.

Betty, Dina en Gabriël Pais waren kinderen van Benjamin (Bennie, 1907) en Sara Pais (1909). Sara werd op 11 juni, dezelfde dag als Betty, Dina en Gabriël, in Sobibor vergast. Bennie stierf op 23-6-1943 in Sobibor, hij was later via Westerbork naar het Oosten getransporteerd.

Het gezin Pais woonde in Zaandam in de Doniastraat op nr. 113 en op de Golofkinstraat, nr. 53. De ouders van Benjamin, zijn broers Gabriël en Adam en zijn broer Abraham met zijn gezin werden ook vermoord.

Op 6 en 7 juni 1943 vertrokken in totaal 1296 kinderen en hun moeders of beide ouders uit Vught. (Informatie van Joods Monument Zaanstad).

Het Gedenkboek in het Stadhuis van Zaanstad bevat de namen van deze kinderen en van 167 andere Zaanse joden die werden vermoord tijdens de oorlog.

Momumenten Spreken maakte over het Gedenkboek de volgende film: