Voor het raam van het huis aan de Hobbemastraat 13 in Zaandam, staat tussen smoezelige vitrage een glazen vaasje met plastic bloemetjes die al 5 jaar in bloei staan.  

Na het overlijden van de laatste bewoner is het huis onbewoond. De erfgenamen, wonen elders in het land. Zij kunnen het onderling niet eens worden over wat er met het huis moet gebeuren.

Door deze patstelling gebeurt er helemaal niets. Het huis blijft leeg. Dit tot verdriet van de buurt die de eens zo fraaie woning hard achteruit ziet gaan. De tuin verwildert en ongedierte sluipt erin rond.

Drie jaar geleden brak er brand uit door een lege koelkast die al die tijd aanstond en nooit werd schoongemaakt. Het gevolg is dat de buren, tot op de dag van vandaag, last hebben van een penetrante brandlucht die zich via de spouwmuren en onder de dakpannen blijft verspreiden. Dit komt omdat het huis na de brand nooit is opgeruimd en schoongemaakt.

Diverse pogingen van omwonenden om de familie tot rede te brengen zijn mislukt. Er wordt geen enkel begrip getoond. De overheid kan niets doen, zo wordt gezegd, en dus is het huis leeg en komt er nooit iemand binnen. Inmiddels is er een dikke laag stof op de oude meubels neergedaald.

De buurtbewoners zijn het zat. Het huis verdient leven en verzorging van leuke mensen, die blij zijn met de plek:

‘Het is toch verschrikkelijk dat zo’n mooi huis in zo’n fraaie buurt maar leeg blijft staan omdat de familie onderling een beetje aan het bakkeleien is. Er staan rijen woningzoekenden op een wachtlijst die wat graag in zo’n huis willen wonen. Het is een schande. Je zou haast wensen dat er morgen krakers intrekken.’

Schilder Meindert Hobbema (1638-1709), de naamgever van de straat en maker van het fraaie schilderij ‘Het laantje van Middelharnis,’ zou zich omdraaien in zijn graf als hij deze verloedering onder ogen had gekregen.

Wie kan er iets aan deze onhoudbare situatie doen?