De Tweede Wereldoorlog is voor veel mensen nog steeds de aanleiding voor persoonlijke zoektochten. Naar de plek waar verwanten zijn omgebracht, de echte reden voor een executie, naar wat vader nooit vertelde over zijn tewerkstelling in Duitsland.

Voor de historicus Alex Dekker was zo’n persoonlijk drama aanleiding om onderzoek te doen naar Gerrit Jongsma, de gehate NSB-er die van 1942 tot 1945 burgemeester van Krommenie was.

Jongsma (1897-1955) was een bestuurder die actief meedeed met zijn Duitse kompanen als die op zoek waren naar joden, onderduikers en verzetsstrijders. In 1943 organiseerde Witte Ko (Jan Brasser) van de Zaanse Raad van Verzet een aanslag. Toen Jongsma zijn hond uitliet op de Badhuislaan werd hij beschoten door twee mannen op een fiets. Hij werd gered door zijn portefeuille die de kogel, van een te licht kaliber, opving.

Kop van jut
De aanleiding voor Alex Dekker om meer aan de weet te willen komen over deze burgemeester in oorlogstijd, is persoonlijk.

“Ik heb de zoon van een van de slachtoffers van Jongsma goed gekend. Hij heeft nooit geweten waarom zijn vader tegen de muur ging en wat er met het lichaam is gebeurd. Het is lastig om uit te vinden wie daarvoor verantwoordelijk was.

Eerlijk gezegd denk ik niet dat Jongsma dat was in dit specifieke geval. Dit soort aspecten maakt zijn geschiedenis interessant. Hij is lomp, te vaak op verkeerde plaatsen aanwezig, maar hij miste de boerenslimheid om niet de schuld te krijgen. Als een kop van jut liet hij zich moedwillig gebruiken door anderen, terwijl hij zelf bereid was om smerige handen te maken.”

Anton Gerrit Jongsma 2
Leden van de Nationale Jeugdstorm, een aan de NSB gelieerde jongerenorganisatie, stellen zich voor de ‘schouw’ op voor het gemeentehuis van Krommenie, in afwachting van de installatie van de burgemeester van Krommenie, Anton Gerrit Jongsma.

Afschrikwekkend figuur
Dekker is ook nieuwsgierig naar hoe een douanecommies zich wist op te werken tot burgemeester en zonder al te veel moeite wist uit te groeien tot een afschrikwekkend figuur.

“Jongsma was misschien wel geen Jongsma, want zijn vader echtte hem pas na een jaar. Hij verzon een oorlogsverleden. Hij vertelde in 1942 dat hij in de Eerste Wereldoorlog voor het Duitse leger had gevochten. Gekke Gerrit – de bijnaam die hij in Krommenie kreeg – was een vreemde figuur. Onder zijn bewind verdween 385.000 gulden (ongeveer 162.500 euro – JdJ).

Hij kreeg ruzie met de vrouw van burgemeester Kalff, zijn voorganger, waarbij mevrouw Kalff een NSB-advocaat inhuurde en de klachtenprocedure voortzette tot op het hoogste niveau bij de NSB. Jongsma ging tekeer als een dolle stier.

Iedere keer als ik een archiefstuk doorneem dat aan hem gerelateerd is, vind ik wel weer iets aparts. Scheldpartijen, verraad, diefstal. Jongsma was een aparte figuur in een moeilijke tijd.”

“Overigens is het gekke dat zijn dossiers in het gemeentearchief van Zaanstad ‘verdwenen’ zijn,” aldus Dekker. “De medewerkers zijn er al een tijd naar op zoek, maar zonder resultaat.”

Anton Gerrit Jongsma
Leden van de NSB en de Nationale Jeugdstorm voor het gemeentehuis van Krommenie bij de installatie van NSB-burgemeester Anton Gerrit Jongsma in 1942. Jongsma, in uniform op het bordes naast zijn echtgenote.

Alex Dekker wil graag in contact komen met mensen die iets te melden hebben over burgemeester Jongsma. Contact is mogelijk via zijn website www.alexdekker.nl.

Alex Dekker publiceerde eerder de boeken ‘Mijn opa was een Duitser’, ‘Ook gij behoort bij ons’ dat gaat over het NSKK, het elitekorps van vrachtwagenchauffeurs in Nederland en België die reden voor de Duitse zaak en ´Hitler in begrijpelijke taal´.

Een bijdrage van Jaap de Jong. Foto’s Gemeentearchief Zaanstad.