In een vlek moet je niet wrijven en wie geschoren wordt moet stilzitten. Zegswijzen die aan Zaanstad niet besteed zijn.

Nadat de gemeente ‘op de kaart’ stond na de Hobo-homo-Piccolo-affaire besloot de raad om die aandacht nog maar eens op te zoeken door nogmaals om een naamsverandering te vragen: terug van Piccolo naar Hobo.

In 2015 is de naam op verzoek van toekomstige bewoners gewijzigd van Hobo naar Piccolo (Hobo zou op homo lijken). Achteraf heeft Zaanstad daar spijt van, er is:

“onvoldoende afgewogen of het belang voor de naamswijziging voldoende zwaarwegend en verdedigbaar was. In een evaluatie is gesteld dat te snel gehandeld is en dat er onvoldoende aandacht is geweest voor de consequenties.”

In 2016 is een klein deel van de straat trouwens opnieuw Hobo gaan weten (terugveranderen kan dus wel).

B&W ziet de ‘maatschappelijke gevoeligheid’ (negatief in het nieuws) en ook de raad snapt dat: “vanwege de straatnaamaanpassing heeft Zaanstad negatief het landelijke nieuws gehaald.”

Daarom dus opnieuw de publiciteit gezocht… een motie ingediend, die is aangenomen, en B&W doet nu een ‘haalbaarheidsonderzoek’ dat “verwachting eerste kwartaal 2019 gereed” is. Er zijn drie ‘scenario’s’:

  1. Straatnaam wordt teruggewijzigd naar Hobo
  2. Straatnaam blijft Piccolo
  3. Andere oplossing die recht doet aan de motivering uit de motie

Veel zin heeft Zaanstad er niet in:

“Gezien de eerdere media-aandacht voor dit onderwerp is het te verwachten dat elk besluit rondom dit onderwerp opnieuw aandacht zal krijgen.”

Precies.

Het ‘draagvlak onder de bewoners’ wordt onderzocht en de communicatiestrategie (“gezien de eerdere media-aandacht”).

En: “een eenmaal gegeven naam is niet dan wel met moeite en vaak grote grote kosten te veranderen.”