De Zaanse Schans verwacht dit jaar 2,5 miljoen bezoekers. Volgend jaar worden dat er nog wel meer, de bezoekersaantallen stijgen namelijk permanent de laatste jaren.

Die bezoekers gaan volgens Zaanstad volgend jaar 3,2 miljoen keer naar een betaalde attractie, met een kwartje per bezoek haalt Zaanstad dan € 800.000 op. Maar hoe komt de gemeente aan dat bedrag?

Zaanstad presenteerde haar plannen gisteravond (29 oktober 2019) aan de belanghebbenden (zij die moeten gaan betalen) onder toeziend oog van hen die de plannen goed moeten keuren (de raadsleden) en de verantwoordelijke wethouder (Sanna Munnikendam).

Die € 800.000 werd op twee manieren uitgelegd.

Ten eerste was het precies wat Zaanstad nodig had voor onderhoud, advies, toezicht, personeel, organisatie, de VVV en ‘crowdmanagement’. De aanwezigen waren niet onder de indruk, de gemeente had wel een rijtje met posten maar daar geen bedragen bij ingevuld, en bovendien vroeg men af waarom men vanaf 2020 nog zou moeten betalen voor de naamswijziging van station Koog Zaandijk. Dat ze moesten betalen voor een onbruikbare steiger voor riviercruises die ze nooit gewild hadden was ook een raadsel.

De tweede manier was op basis van een enquête van Strabo onder ruim 3000 bezoekers die in 2017 was gehouden. Die gegevens zouden dan naar boven kunnen worden bijgesteld omdat er nu veel meer bezoekers zijn. In 2017 waren er 2,2 miljoen bezoekers, in 2018 is het bezoekersaantal angstvallig geheim gehouden (toen begon de weerstand tegen het massatoerisme en de overlast) maar voor 2019 worden er 2,5 miljoen verwacht. In 2018 bezochten dus ongeveer 2,35 miljoen bezoekers de Schans. De stijging is zo’n 6 à 7 procent per jaar, dat komt uit op zo’n 2,65 miljoen in 2020. Om uit de cijfers van 2017 die van 2020 (als de belasting gaat gelden) af te leiden, zou je die dus met 20 procent moeten vermeerderen. Zaanstad heeft dat niet gedaan (althans het staat niet in de openbare stukken), dus wij doen dat maar even hieronder.

Rekenen met de Strabo-cijfers

  • 40 procent (Strabo) van de bezoekers bezoekt een molen: 880.000 in 2017, plus 20 procent: 1.056.000 in 2020, maal een kwartje is € 264.000. Af te dragen door Vereniging de Zaansche Molen. Zaanstad stelt dat bezoekers meer molens bezoeken, dus dat de opbrengst hoger is. Dat is een gokje, bezoekers kunnen ook De Huisman (gratis) of De Bleeke Dood (niet op de Schans) bezocht hebben. Bovendien hebben veel mensen die meer molens bezoeken een combi-kaart voor alle molens of een combinatie-tour-ticket waar alle molens al inzitten. Een voorzichtige maar reële raming zou van € 250.000 uit moeten gaan. [zie onder voor update]
  • 4 procent (Strabo) van de bezoekers bezoekt een museum: 105.000 in 2017, plus 20 procent: 106.000 in 2020, maal een kwartje is € 26.000 in 2020. Het Zaans Museum zelf zegt overigens 142.000 bezoekers in dat jaar te hebben, dat zou een hogere opbrengst betekenen. In 2018 kwamen er 191.000 bezoekers. Als dat zo doorgaat is meer dan 200.000 in 2020 reëel, dus een opbrengst van € 50.000. Ook hier is voorzichtigheid geboden, het Zaans Museum zelf trok ‘maar’ 118.000 bezoekers in 2018 terwijl de andere locaties op de Zaanse Schans (Wevershuisje, Jisperhuisje en Kuiperij) 57.000 bezoekers kregen, samen: 175.000. Ruim 15.000 mensen bezochten het Czaar Peterhuisje, maar dat ligt ergens anders. Ook hier kunnen bezoekers op één kaartje meerdere attracties bezoeken, uit het jaarverslag blijkt dat het om minstens de helft gaat. Voorzichtige raming voor 2020 is gebaseerd op die 175.000 (minus dubbeltellingen bij vanwege de combikaarten en zonder veel groei): max € 40.000.
  • Museum De Zaanse Tijd zit ook op de Zaanse Schans. In 2017 trok dat museum 21.000 bezoekers (latere cijfers zijn niet bekend), als hier ook hetzelfde groeipercentage wordt gerekend, komen ze uit op 25.000 in 2020: ruim € 6000 aan kwartjes.

Samen komen wij niet verder dan € 300.000. Waar komt die half miljoen extra vandaan? Zaanstad is daar helder over: rondvaarten, fietsverhuur en rondleidingen.

Daar bevat het Strabo-onderzoek geen gegevens over (waarom niet eigenlijk?). Maar Zaanstad gaat er kennelijk vanuit dat 2 miljoen mensen in rondvaartboten zitten, een fiets huren of zich laten rondleiden…


UPDATE 31 okt. 2019: Het Zaans Museum schrijft in een reactie dat de cijfers in onze berekeningen kloppen (€ 40.000). De Vereniging De Zaanse Molen zegt dat de schattingen op basis van het Strabo-onderzoek te hoog zijn, zij verwachten in 2020 niet meer dan 500.000 betalende bezoekers, dat zou dus aanzienlijk minder opleveren: € 125.000. Samen met de € 6000 van De Zaanse Tijd is dat ruim € 170.000. Blijft over: € 630.000. Dat zijn 2,5 miljoen rondvaarten, verhuurde fietsen en rondleidingen…


Een kwartje? Dat is toch wel op te brengen?

In bovenstaande berekening betaalt De Zaansche Molen € 250.000. De jaarrekening van 2018 laat zien dat de opbrengst van de bezoekers € 868.373 was. Dat wordt in 2020 ongetwijfeld meer, maar zelfs als het een miljoen is, moet de vereniging een kwart van de opbrengst overmaken naar de gemeente. [zie UPDATE boven, het zou om € 125.000 gaan]

Het Zaans Museum moet volgens onze schatting € 40.000 afdragen. Alle alle bezoekers (175.000 in 2018, dus misschien wel 200.000 in 2020) € 12 euro betalen (€ 2,4 miljoen) is er niks aan de hand: een schijntje. Uit het jaarverslag over 2018 blijkt dat slechts 4 procent de volle prijs betaalt (de 57.000 voor de Wevershuisje, Kuiperij en Jisperhuisje betalen sowieso maar € 2). Alle andere bezoekers hebben een combi-kaart, een museumkaart, komen via groepen of school naar binnen, maken gebruik van kortingsacties of betalen niks. Het Zaans Museum had eigen inkomsten van € 1,16 miljoen, maar dat zijn alle opbrengsten: inclusief horeca, verhuur en museumwinkel. Sommige kaartjes worden voor € 2 of € 1 euro verkocht, daar is 25 cent een behoorlijke verhoging.

De Zaanse Tijd incasseerde in 2018 (jaarrekening) zo’n € 160.000 aan inkomsten uit entreegelden, die ruim € 6000 aan retributie kan daar wel vanaf.

Alle kaartjes

Voor het innen van de belasting is het niet van belang hoe duur het kaartje is. Ook kortingskaartjes, bezoekers via de Museum Jaarkaart of IAmsterdamcard, zelfs vrienden (Zaans Museum) en leden (Zaansche Molen) die gratis naar binnen mogen, betalen 25 cent. Van elk kaartje en elke ‘card’ gaat 25 cent naar de gemeente.

Wie betalen niet: Stichting de Zaanse Schans, parkeerders, horeca (door 41 procent bezocht) en (souvenier)winkels (door 64 procent bezocht).

Op 5 november wordt de retributie in het Zaanstad Beraad besproken (vanaf 17:30 in het stadhuis, ook live via internet te volgen.)


Bronnen: jaarverslagen en/of jaarrekeningen Zaansche Molen, Zaans Museum en De Zaanse Tijd, Strabo-onderzoek, bijeenkomst retributie, mailwisseling met Zaansche Molen en Zaans Museum, Raadsinformatiebrief retributie.