De afdeling Zaanstreek van Horeca Nederland wil dat Zaanstad snel wat gaat doen aan de hoogte van de toeristenbelasting.

Onderzoek naar zo’n aanpassing was door Zaanstad toegezegd, maar wethouder Krieger trok die toezegging vorige week in. Een ander tarief zou pas in 2022 ingaan.

Krieger suggereerde met het uitstel de hotelbranche een plezier te doen: “door de coronacrisis zit het toerisme in zwaar weer. Het college vindt het daarom onverstandig om op dit moment nieuw beleid voor deze sector in te voeren.”

Mark Lankveld (voorzitter hoteloverleg Zaanstad) en Ruud Keinemans (voorzitter KHN Zaanstreek) vinden juist wel dat er nieuw beleid moet komen, juist vanwege de coronacrisis:

“Logiesverstrekkers hebben nog steeds grote zorgen over de enorme hoogte van de toeristenbelasting, zij komen gemiddeld uit op wel 30% t.o.v. de kamerprijs. Door de coronacrisis zijn deze zorgen gestegen, in Zaanstad zien we een lagere stijging van de bezetting van hotelkamers dan in de rest van de regio en heel Nederland. Zaanstad heft nog steeds de hoogste toeristenbelasting van het land.”

Airbnb

Ook het uitstellen van het aanpakken van Airbnb is de Zaanse horeca een doorn in het oog:

“Nog steeds zien wij illegale en daarmee onveilige vormen van particuliere verhuur binnen de gemeentegrenzen van Zaanstad. Buiten dat veel particuliere kamerverhuur illegaal is dragen zij ook nog eens geen toeristenbelasting af, daarmee neemt de hoedanigheid van oneerlijke concurrentie nog grotere vormen aan.”

Handhaving van illegale verhuur en het afdragen van toeristenbelasting moet snel worden aangepakt volgens de opstellers van de brief aan de raad van Zaanstad: het kost geen geld (zoals Krieger stelt), maar levert juist geld op.

Een ander tarief zou vooral gedifferentieerd zijn: niet meer een vast bedrag per overnachting (€ 7 in Zaanstad), maar een percentage van de kamerhuur. Ook Amsterdam heeft dit systeem ingevoerd.