Misschien ben ik de pechvogel met een feilloos gevoel om altijd het verkeerde moment te kiezen, maar in betrekkelijk korte tijd ben ik in de Bieb in Krommenie drie keer geconfronteerd met wangedrag en medewerksters die daaraan het hoofd moesten zien te bieden.

Van twee gevallen kun je nog zeggen dat het erger had gekund: een man die langdurig en luidkeels een telefoongesprek voerde, waarvan iedereen kon meegenieten als je tenminste zijn taal machtig was. Hij was diep beledigd toen hem gevraagd werd om niet te storen en het gesprek buiten voort te zetten.

De tweede keer betrof het jongeren die een gezellig hoekje hadden gecreëerd door het meubilair te verplaatsen. Wat een behoorlijk remspoor had achtergelaten op de vloer. Ze waren duidelijk niet gewend om op hun gedrag te worden aangesproken en kleineerden luidkeels de ernst van hun vandalisme. Bieb-medewerkers moeten kennelijk ook opvoedkundige taken kunnen verrichten.

Agressieve tieners

Gisteren maakte ik ongewild kennis met een volstrekt nieuw aspect van het werken in een bibliotheek. Crisisbeheersing en omgaan met luidruchtige, ongemanierde en agressieve tieners die het niet pikten dat ze werden aangesproken op hun gedrag. Een van de jongens smeet met een boek en schopte een zitkubus door de Bieb en zei later met een stalen gezicht dat hij ‘m toch had teruggebracht. (Ik moest even denken aan de 25 euro schadevergoeding die ik moest betalen voor koffievlekken op een boek.)

Ik bewonderde de standvastigheid en koelbloedigheid, waarmee de medewerksters de uitdagende jongeren naar buiten dirigeerden. De dames bleven kalm, ook nadat een van hen een forse duw in haar rug had gekregen en de joelende jongeren de mobiele telefoons al in de aanslag hadden om alles vast te leggen. We zijn wel wat gewend, zei een medewerksters na afloop. Ik was verbaasd door deze constatering en de laconieke toon. Ik begreep dat het filiaal in Krommenie de kroon spant als het gaat om overlast.

Reactie Bieb

De reactie van de Bieb op een email met mijn ervaringen is veelzeggend en voorspelbaar rationeel. Zij biedt verontschuldigingen aan voor wat er is gebeurd en dat is de enige uiting van empathie van een organisatie die voor klanten werkt. Het vervolg:

“De Bieb Krommenie is een drukke vestiging en dit brengt rumoer met zich mee. Onze medewerkers zijn alert op mogelijk storend gedrag in De Bieb en spreken bezoekers, jong en oud, daar ook op aan. In de gevallen dat dit niet toereikend is schakelen wij de politie in en doen indien nodig aangifte.

Gezien het feit dat De Bieb een openbare ruimte is het helaas onvermijdelijk dat wij af en toe klanten hebben die overlast veroorzaken. Wat betreft de overlast van gisteren zowel Jongerenwerk Krommenie als handhaving hebben contact gehad met de betrokkenen. We vertrouwen erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.”

Behoorlijk afbreukrisico

Ik begrijp dat je een openbare bibliotheek niet kunt afsluiten en de lenerspas veranderen in een toegangspas. Maar bagatelliseer en rationaliseer niet wat er is gebeurd, want dan gaat de escalatie alleen maar verder en dieper. Verplaats je eens in de klanten voor wie de Bieb even een onveilige omgeving was geworden en die moesten toezien hoe medewerksters werden geschoffeerd. Dat is geen prettig ervaring. Vooral als je beseft hoe het uit de hand had kunnen lopen.

Hier is toch sprake van een behoorlijk afbreukrisico voor een Bieb die de ambitie heeft om meer te willen doen dan boeken uitlenen en wil uitgroeien tot een open en educatief en sociaal ontmoetingspunt voor de samenleving. Uit een affiche blijkt dat de Bieb op zoek is naar vrijwilligers. Je moet letterlijk sterk in je schoenen om dat te willen.

Deze ervaring is niet alleen een ‘verwijt’ aan de Bieb. Het feit dat jongeren de Bieb opzoeken als hangplek geeft het onvermogen aan om deze groep een onderkomen te bieden dat is afgestemd op hun leefwijze en met beheerders die getraind zijn om daarmee om te gaan. Als ze dat niet aangeboden krijgen, zoeken ze die plek zelf wel. Met alle gevolgen van dien. Zo te zien waren het geen jongeren die zich thuis met een goed boek kunnen vermaken.

Foto boven: boekenkaft van Simon en Johannes van Cor Bruijn (uit de tijd dat geluk heel gewoon was).

Door Jaap de Jong