Gemeente en provincie hebben 20 december gezegd niet te gaan optreden tegen het proefstoken van de biomassacentrale aan de Pascalstraat in Zaandam.

De gemeente stelde dat er geen andere manier is om de centrale in gebruik te nemen. De provincie wilde niet handhaven “omdat er zicht is op vergunningverlening.” Daartegen konden ‘zienswijzen’ worden ingediend. En dat is inmiddels gebeurd.

Johan Vollenbroek van Mobilisation for the environment (MOB) heeft zo’n zienswijze ingediend tegen het besluit van de Provincie om een vergunning te verlenen voor de biomassacentrale (BMC) aan de Pascalstraat 2 en een hulpwarmtecentrale (HWC) aan  de Brikstraat 1 in Zaandam.

Volgens Vollenbroek deugt er weinig aan die vergunning. Dat deze is aangevraagd voor de biomassacentrale en de hulpwarmtecentrale samen klopt niet, die twee staan niet bij elkaar in de buurt (er zit 1,6 km tussen) en ze hebben zelfs verschillende eigenaars (Bio Forte en Engie), dus er zou voor allebei een aparte vergunning moeten worden aangevraagd, ook omdat ze onafhankelijk van elkaar kunnen werken.

Ook vraagt Vollenbroek zich af hoe het zit met de vijf gasketels in IJdoorn, Noordwachter, Brandaris, Perim en Pharus. Ook die zijn gekoppeld aan het warmtenet. Horen die bij dezelfde inrichting?

Vollenbroek constateert dat in een besluit van 9 juli 2018 een NOx-emissie (stikstof) van 2.490 kg/jaar wordt genoemd maar dat die emissie nu 632 kg/jaar is geworden. “Hoe kan dat” vraagt hij.

MOB heeft ook vragen over het ’thermisch vermogen’ van de centrale, de hulpwarmtecentrale en de vijf gasketels. Die zijn volgens Vollenbroek met verschillende waarden in de vergunningen opgenomen of in het geval van de hulpcentrale en de gasketels zelfs niet genoemd.

Volgens MOB kan de vergunning in het kader van de Wet natuurbescherming (Wnb) niet worden verleend.