Of er vroeger nou 100 of 200 kolfbanen in Amsterdam waren, daar zijn ze nog steeds niet over uit bij de kolfclub T.O.G.I.D.O. (Tot Ons Genoegen Is Dit Opgericht). ‘Het waren er in ieder geval veel’, vertelt de voorzitter van de club in het Moriaanshoofd in Wormer Maarten Jan van Zaanen lachend, ‘het was vroeger heel erg populair, nu zijn er nog maar 15 kolfclubs over in Nederland, en die zitten vooral in West-Friesland.’

Door: Remi Kerkhoven

De sport lijkt makkelijk. Binnen de kortste keren wordt er een soort hockeystick in mijn hand geduwd. ‘Nu mag jij het proberen!’ Met deze soort hockeystick, genaamd de kliek, is het de bedoeling om met een rubberen bal zo veel mogelijk punten te scoren. Elke serie vergt drie klappen: de uitklap, opklap en puntenklap. 

Bij de eerste klap, de uitklap, moet je vanaf de hoogte van de voorpaal proberen de achterpaal te raken. Als dat lukt mag je met de volgende klap de bal plaatsen waar je wil. Als je de achterpaal nou niet weet te raken, dan moet de bal blijven liggen waar hij is beland. 

Bij de tweede klap, de opklap, moet de kolver de bal via de achterpaal tegen de voorpaal slaan. Hierbij weer dezelfde regel: als je de paal weet te raken dan mag je zelf kiezen waar je de bal neerlegt en anders niet.

Bij de derde en laatste klap, de puntenklap, moet de bal via de voorpaal het veld in worden geslagen. Hoe verder je slaat, hoe meer punten je krijgt (in totaal zijn er 12 punten te verdienen). Maar je moet oppassen dat je niet te hard slaat, want de bal kan tegen de muur weer terug komen en dan lopen de punten weer af. (Deze puntenklap ging toevallig net even mis):

Deze drie klappen herhaal je 5 keer, waardoor er in totaal 60 punten te behalen zijn. ‘Ik speel nu al 30 jaar kolf en ik heb nog maar 4 keer 60 punten behaald.’, zegt van Zaanen. ‘Daarom zeg ik tegen iedereen, het is echt moeilijker dan je denkt.’ Dit kan ik beamen. Ik scoor namelijk maar 2 punten.

De club telt nu zo’n 20 man. Sinds kort trainen de vrouwen samen met de mannen. Het vrouwenclubje bleef namelijk slinken in omvang. Nu komen zij elke woensdagavond vanaf 19.30 samen om te oefenen in het schilderachtige caféetje op de dorpsstraat in Wormer. ‘Vroeger trainden wij nog in de Atlantic in Krommenie’, vertelt de voorzitter van de Nederlandse Kolfbond Peter van den Nieuwenhof, die ook aanwezig is. ‘Atlantic heeft toen besloten om te verbouwen. De kolfbaan ligt er nu nog, maar onder de vloer, dus toen waren wij genoodzaakt om naar Wormer te gaan.’

Freek Stam heeft de trainingen in Krommenie niet meegemaakt. Hij is ongeveer 3 jaar geleden begonnen met het kolven:

‘Ik had een uitje voor mijn hardloopgroep georganiseerd en dat was toevallig een borrel in het Moriaanshoofd inclusief een kolfdemonstratie. Dat vond ik toen zo leuk dat ik ben blijven plakken.’

Helaas heeft niemand van zijn hardloopgroepje de smaak te pakken gekregen. ‘Ik ga binnenkort nog een keer een uitje organiseren hier. Het zou leuk zijn als meer mensen over het kolven leren. Het is namelijk hartstikke gezellig!’

Dat de club meer leden wil werven wordt mij op het punt van vertrek duidelijk gemaakt:

‘Volgende week woensdag zien we je weer hè?!’