Als tienjarig jochie bezocht Martin Rep het Czaar Peterhuisje in Zaandam. Daarna nooit meer, hoewel hij wel een band kreeg met de Russische tsaar. Een nieuwe confrontatie pakt verwarrend uit.

Door Martin Rep

Oog in oog met Tsaar Peter. Maar het is hem niet echt, het is een schilderij van de tsaar aller Russen.

Het werd tijd hem eens op te zoeken in het Czaar Peterhuisje in Zaandam. Maar is het wel het echte Czaar Peterhuisje? Er staat er ook een in Moskou en een in Liepaja in Letland. Nee, die zijn niet echt, want Peter de Grote heeft het vak van scheepstimmerman geleerd in Zaandam. Zeggen ze in Zaandam, maar dat is helemaal niet waar. Hij is daar al na een week vertrokken omdat hij helemaal gek werd van al die Zaandammers die hem wilden zien terwijl hij alleen maar wilde timmeren. Hij ging naar Amsterdam. Maar daar leerde hij ook niet veel, want de Hollanders bouwden aan het einde van de zeventiende eeuw misschien wel de beste schepen ter wereld, maar ze hadden geen idee. Ze deden maar wat, terwijl Tsaar Peter graag bouwtekeningen wilde meenemen om zijn onderdanen thuis het vak te leren. Daarvoor ging hij naar Engeland.

Goed, de Czaar Peterhuisjes in Liepaja en in Moskou zijn replica’s, zorgvuldig opgebouwde kopieën van het huisje van Gerrit Kist in Zaandam waar de grote man (hij was langer dan twee meter) in 1697 een week verbleef. Maar ze lijken tenminste echt op het houten huisje van Kist, terwijl het huisje in Zaandam in vrijwel niets meer lijkt op het originele huisje.

Ik ging naar Zaandam om het huisje te zien. Ik was er grofweg vijfenzestig jaar geleden voor het laatst geweest. Met meneer Berghege, de vader van mijn vriendje Rob, en met Rob zelf natuurlijk. Omdat iedere Zaanse jongen, zei meneer Berghege, het Zaar Peterhuisje éénmaal in zijn leven gezien moet hebben. Net zoals alle Zaankanters sprak hij over ‘de Zaar’ en de Zaar Peterstraat, de Zaar Peterbuurt en het Zaar Peterhuisje. Dat komt doordat er op het standbeeld van de tsaar, dat tsaar Nicolaas II in 1911 aan de stad Zaandam schonk, ‘Czaar Peter’ staat, zonder dat tsaar Nicolaas erbij vertelde dat je dat moet uitspreken als Tsaar Peter. Dus had ik het jaren lang ook altijd over Zaar Peter.

Daar kwam een einde aan toen ik in 1991 een nieuwe collega kreeg. Ik was chef binnen-/buitenland bij dagblad De Gelderlander en de nieuwe man, Rob Vunderink, was niet alleen sologitarist bij Diesel geweest, maar ook correspondent in Moskou. Hij was slavist, wat betekent dat hij een aardig mondje Russisch sprak. Bovendien had hij een Russische vrouw gehuwd die, zoals meer Russische vrouwen, Lena heette maar die daarnaast nog in de metro van Moskou opzien had gebaard door er met een doorkijkblouse en zonder beha plaats te nemen. Met Diesel was Rob dankzij Sausalito Summernight nummer 25 geworden in de Amerikaanse Billboard Hot 100 en zelfs nummer 1 in Canada. (In 2000 zou hij gaan spelen bij Kayak, ook een succesvolle band, die in 1979 de zevende positie had behaald in de Nederlandse Single Top 100 met Ruthless Queen). Hij verdiende een tweede salaris door Russische toeristen rond te leiden over de Walletjes in Amsterdam en mee te nemen naar het Czaar Peterhuisje in Zaandam. Want de Russen beschouwen de wrede Peter de Grote als een heilige en vergapen zich graag aan de simpele behuizing aan de Zaan waar hij had verbleven. Rob leerde mij dat het niet Zaar Peter is maar Tsaar Peter.

Van het bezoek dat ik als tienjarig jongetje bracht aan het Czaar Peterhuisje herinner ik me vooral de graffiti die er vanaf de achttiende tot in de twintigste eeuw door bezoekers in is aangebracht. Geen slordige tags met een spuitbus, maar mooie gekalligrafeerde namen en initialen en sierletters die met scherpe voorwerpen, misschien wel diamanten ringen, in de ruiten waren gekrast.

Het huisje houdt zich, in een stenen ombouw, vast aan houten balken

Die replica van het Czaar Peterhuisje die in Moskou staat, bevat één op één al de graffiti. Die is met moderne copy and paste-technieken van Zaandam naar de Russische kopie gekopieerd. Dat huisje is sowieso veel echter dan het huisje waar Peter ooit in logeerde. Want de simpele houten hut van Gerrit Kist is net zoals alles langs de Zaan gebouwd op slappe grond waar je lekker op kunt lidderen maar die er ook voor zorgt dat alles wat niet op palen is opgebouwd, al snel ernstig begint te verzakken. Om dat tegen te gaan, werd om het originele pand heen een compleet nieuw, stenen huis gebouwd. Dat werd bekostigd door de Russische tsarenfamilie Romanov, de nazaten van Peter de Grote en inmiddels de eigenaren van het Zaanse huisje. Wat niet kon voorkomen dat het huisje, inmiddels ontdaan van het goedjaarseindje dat eraan was vastgebouwd, vrolijk doorging met verzakken. Net als aan de Toren van Pisa werd er van alles aan gedaan om dat proces te stoppen. Het huisje houdt zich vast aan stevige houten balken die op betonnen steunen rusten, maar het is ondertussen minstens zo scheluw als de Toren van Pisa zelf. Het is voor de laatste keer gerestaureerd in 2010, zodat het hout inmiddels nog voornamelijk bestaat uit impregneermiddel. Dus net als de Moskovische en Letse Czaar Peterhuisjes, is het Zaandamse huisje een replica, namelijk van zichzelf.

Van mijn eerste bezoek aan het huisje, dus van omstreeks 1956, weet ik nog dat we door een gids werden rondgeleid. Dat is nu niet meer zo. We worden welkom geheten door een perfect Nederlands sprekende Russin achter het loket, die onze museum-jaarkaarten scant en vertelt hoe we moeten lopen. Een gids is niet meer nodig. Informatiebordjes en diaprojecties vertellen alles wat een mens mogelijkerwijs maar wil weten van het huisje.

Dat vindt allemaal plaats in de ommegang om het voormalige verblijf van de tsaar. Net als ik bang begin te worden dat het daarbij zal blijven, staan we voor de geopende deur. We stappen naar binnen. De sensatie is geweldig.

Een paar jaar geleden ben ik met mijn kleinkinderen naar de Efteling geweest. Een van de attracties waar ik wel in durfde, was Villa Volta: een scheef huis waarvan de wanden en plafonds bewogen. Je bleef zelf staan, maar je leek tegelijkertijd steeds om te vallen. Precies hetzelfde effect geeft het Czaar Peterhuisje. De wanden zijn scheef, de vloeren zijn scheef de deuren zijn scheef, ik werd zelf helemaal scheluw van. Ik kon me nauwelijks staande houden, Dicky moest zich vastgrijpen aan een deursponning.

Villa Volta in Zaandam: alles in het Czaar Peterhuisje is scheef.

En toen stond ik opeens oog in oog met de grote roerganger zelf. Dat wil zeggen, met zijn portret. Op hetzelfde moment gingen mijn gedachten terug naar 1965. Met Rob — dezelfde Rob met wie ik in 1956 het huisje voor het eerst had bezocht — had ik een belangenvereniging opgericht voor langharigen: de WDPOHZLAWW, kort voor Wij Dragen Potverdomme Ons Haar Zo Lang Als Wij Willen. We scoorden er flink wat publiciteit mee, onder meer doordat we een demonstratie organiseerden bij… het Czaar Peter standbeeld op de Dam in Zaandam. Want de tsaar aller Russen met zijn lange lokken was toen ons grote voorbeeld; er stonden immers geen beelden van The Rolling Stones en The Beatles in Zaandam. De tsaar had nog langer haar dan onze rockidolen en zijn beeld was dus de beste plek om wat aandacht te scoren bij het publiek dat op dat moment bioscoop Apollo verliet. Het leverde een stukje op in dagblad De Typhoon de volgende dag.

Rob Berghege (links) en ik op het Czaar Peterbeeld in 1979. Foto © Henk van ‘t Loo

Peter J. Muller, redacteur van Hitweek, was kort daarna als langharigenbelangen-behartiger in publicitair opzicht een stuk succesvoller dan wij. Zijn stichting Pro Lang Haar kreeg belangstelling op de tv en in de landelijke pers. In zijn onlangs verschenen autobiografie ‘Seksbaron tegen wil en dank’ gaf Peter trouwens ruiterlijk toe dat onze Zaandamse WDPOHZLAWW de eerste was in Nederland.

Ik bekijk het schilderij van Peter de Grote een tijdje aandachtig. Zijn golvende krullen mogen er inderdaad zijn. Ik heb gelukkig mijn complete haardos nog, maar die is toch wel aardig uitgedund en bijgeknipt, en ook wat meer van kleur verschoten dan de zwarte lokken van de tsaar.

Tsaar Peter is net als ik nu nog één keer teruggekomen in zijn huisje om nog even dag te zeggen tegen Gerrit Kist. Kist was daar trouwens allesbehalve blij mee, want de tsaar had hem nooit betaald voor die week kost en inwoning. Maar dat speelde geen rol bij het Zaandamse gemeentebestuur toen het in 1911 dat standbeeld van Peter de Grote in de schoot kreeg geworpen. Dat gebeurde precies honderd jaar nadat Zaandam stadsrechten had verkregen.

Maar ook dit klopt alweer niet. Zaandam kreeg inderdaad in 1811 stadsrechten nadat keizer Napoleon Bonaparte er op bezoek was geweest. (Hij zou het huisje hebben bezocht en bewonderend hebben geroepen: ‘Niets was de grote man te klein’) Maar stadsrechten hebben inmiddels geen enkele betekenis meer in Nederland. Sinds de invoering van de Gemeentewet in 1851 maakt ons land geen onderscheid meer tussen stad of dorp. Nederland alleen nog maar gemeenten, en slechts één stad: de hoofdstad, oftewel Amsterdam. Waar de tsaar net iets meer van het vak van scheepstimmerman leerde dan in Zaandam.

Martin Rep ontmoet eindelijk Tsaar Peter weer. Maar niet de echte tsaar.