Speciaal om het wonder van Sint Nicolaas van dichtbij te zien, reisde Martin Rep dit jaar naar de Italiaanse havenstad Bari.

Het bezoek aan de crypte eindigde met een liedje voor de sint.

Door Martin Rep

Sint-Nicolaas, de enige echte, heeft een kleurtje.

Een beetje verbaasd kijk ik naar het beeld dat hier staat, op een paar meter van zijn marmeren graftombe.

Alles klopt. Zijn staf, zijn rood met gele mantel, hij lijkt zelfs zijn grote boek in zijn hand te houden. Nou ja, àlles… hij heeft geen mijter op zijn hoofd. In plaats daarvan heeft hij een aureool; staat ’m wel zo goed eigenlijk.

En dat kleurtje natuurlijk.

En, klein detail: Sint-Nicolaas, lieve kindertjes, is niet jarig op 6 december. 6 december is zijn sterfdag.

Geloof je het niet? Maar waar zouden ze het beter weten dan hier in Bari, de Zuid-Italiaanse stad waar zijn stoffelijke resten worden bewaard?

Dat kleurtje zal niet iedereen lekker zitten. Dat zijn knecht Zwarte Piet een kleurtje heeft, vinden veel mensen al erg genoeg. In plaats van schoensmeer of zwarte schmink krijgt Piets gezicht daarom tegenwoordig steeds vaker een paar oppervlakkige vegen roet, is het lichtbruin geschminkt of heeft het een gezellig stroopwafelmotief gekregen. Bij de intocht in Zaanstad op 17 november zijn roetvegen de dresscode. Al is het de vraag of alle Pieten zich daaraan zullen houden.

Hak van de laars

Dicky en ik zijn speciaal naar Bari gereisd voor het feest van Sint-Nicolaas. Dat wordt daar elk jaar uitbundig gevierd. Uit heel Italië, maar ook van ver daarbuiten, reizen tienduizenden gelovigen en toeristen naar de hoofdstad van de regio Apulië (Puglia, zeggen de Italianen) om de heilige Nicolaas te vereren. We hoeven er het sinterklaasfeest thuis niet voor te missen, want het Sint-Nicolaasfeest in Bari wordt gevierd op 7, 8 en 9 mei.

Apulië is een prachtige streek. Het is de zonovergoten hak van de Italiaanse laars, die loopt van het natuurgebied Gargano in het noorden, de ‘spoor’ van de laars, tot Leuca, het puntje van de hak in het zuiden. Vanwege de te verwachten drukte hebben we vanaf onze verblijfplaats Monopoli (!) de trein genomen naar Bari. Recht tegenover het station begint een chique winkelstraat. Als je steeds rechtdoor loopt, beland je vanzelf in het oude stadscentrum. Opeens sta je dan voor de witte basiliek die genoemd is naar San Nicola.

Wat doet Sint-Nicolaas in vredesnaam hier in Bari? Hij heeft in heel zijn leven, dat zich afspeelde tussen het jaar 280 en 342 of 352 na Christus, geen stap in Italië gezet. Hij woonde en werkte in Klein-Azië. Klein-Azië is de naam die de Romeinen bedachten voor dit deel van hun rijk, dat grotendeels overeenkomt met het huidige Turkije. Laten we het dus maar eerlijk zeggen: Sinterklaas is gewoon een Turk. Een Turk met een kleurtje. Nou en?

Wonderdoener

Nicolaas was bisschop van Myra, tegenwoordig een dorpje in de buurt van toeristenoord Antalya. De wonderen en goede werken die Nicolaas deed, doen niet onder voor die van Jezus. Wikipedia en tal van andere bronnen vermelden er vele. Hij redde mensen van de doodstraf. Was misschien niet eens nodig, want hij kon net zo makkelijk doden weer levend maken. Hij gooide geldbuidels in de schoenen (!) van een arme drommel, zodat die zijn dochters een bruidsschat kon geven. Tijdens een hongersnood in zijn standplaats Myra herhaalde hij het wonder van Jezus, die een hele menigte voedde met vijf broden en twee vissen: Nicolaas vermenigvuldigde zakken graan. En ga zo maar een tijdje door.

Geen wonder dat de naam en faam van de goedheiligman zich door de hele christelijke wereld verspreidde, van Rusland tot West-Europa. Na zijn dood nam dat alleen maar toe. Maar toen Myra, waar zijn gebeente rustte, in de elfde eeuw een islamitische heerser kreeg, begonnen de christenen zich zorgen te maken over de bereikbaarheid van de heilige relieken. Kooplieden uit Bari en uit Venetië besloten ze te stelen en naar hun eigen stad over te brengen, op het goed katholieke Italische schiereiland. Bari won de race met Venetië, en dat heeft de stad geen windeieren gelegd. Sindsdien komen pelgrims van heinde en verre om de basiliek, maar vooral de crypte, te bezoeken. De bevolking vaart er wel bij.

Het feest van de translatie

Vandaag behoren Dicky en ik tot de pelgrims die op de Sint-Nicolaasprocessie afkomen. In de basiliek is niet veel te zien van het naderende feest, maar als we afdalen in de crypte, is dat wel anders. Tientallen mensen hebben er plaatsgenomen. Ze hebben alleen maar oog voor de tombe, het altaar en het beeld van San Nicola. Over enkele uren zal dat beeld uit de crypte worden gehaald en naar een boot worden gebracht, want vandaag begint het 931e feest van de translatie, waarbij het overbrengen van de relieken van de heilige wordt herdacht. Om te herdenken dat de resten van de sint met een zeilschip – het was ver vóór de tijd van de stoomboot – naar Bari reisden, wordt het beeld van Nicolaas op een boot gezet, die een korte tocht over de Adriatische Zee zal maken. Tegelijkertijd zal de stad veranderen in een grote kermis, rondom de processie die elke Hollandse sinterklaasoptocht verre in de schaduw stelt.

Voor ons calvinistische Hollanders is het moeilijk te bevatten wat zich in de crypte afspeelt. Er heerst een gewijde sfeer. Op de tombe liggen bloemen, misschien ter gelegenheid van het feest. Een jonge vrouw met tranen in de ogen knielt voor het hekwerk dat voor de tombe is aangebracht (foto boven). Ze slaat een kruis en reikt met haar hand naar de marmeren tombe waarin de sarcofaag van San Nicola zich bevindt. Een zwerver met een rugzak knielt naast haar neer en begint te bidden. Anderen slaan een kruis en vouwen de handen. In de banken zitten mensen te bidden en met hun smartphone alles te fotograferen. Niemand stoort zich aan het onophoudelijke flitsen. Dicky legt de zich naar de tombe uitstrekkende handen vast )foto onder). Het verwondert me dat geen entree wordt geheven voor de crypte, maar dat wordt ruimschoots goedgemaakt door de gaven van de gelovigen. Voor beelden en iconen van Sint-Nicolaas bevinden zich handig met plexiglas afgeschermde vakken waarin heel wat papiergeld ligt, Dicky ziet zelfs biljetten van 100 euro.

Sint op de Burcht

Met het sinterkaasfeest zoals ik het me herinner uit mijn jeugd in Zaandam, of zoals we het elk jaar op tv zien, heeft dit heel weinig te maken. Op de Burcht stond ik als kleine jongen met mijn moeder lange tijd in de koude te wachten tot eindelijk de sleepboot van de Sint voorbij het Eiland zichtbaar werd en aan de Loswal afmeerde. Na enkele onverstaanbare toespraken over de hoofden van de kinderen heen (“Het gemeentebestuur heeft óók een verlanglijstje voor de Sint”) was het eindelijk zo ver: de Pieten gingen pepernoten strooien. Ik drukte een van hen mijn verlanglijstje in de hand.

Sint Nicolaas komt aan op de Burcht in Zaandam, 1952. Ik ben zes jaar en sta verborgen in het publiek. Foto Gemeentearchief Zaanstad.

Geen pepernoten of snoepgoed hier in de crypte, laat staan dat een cd-speler sinterklaasliedjes laat horen. Toch voel ik de behoefte opkomen een Nederlands eerbetoon aan de heilige te brengen. Heel zachtjes, niemand mag het horen, zing ik binnensmonds ‘De zak van Sinterklaas’. De sint zou het vast wel gewaardeerd hebben.

Het feest van Sint-Nicolaas hier in Bari begint straks met een heilige mis, die anderhalf uur gaat duren. Daarna pas begint de eerste processie. We hebben het warm, we zijn moe en besluiten dat niet af te wachten. We hebben er niet zo veel behoefte aan tussen duizenden dringende mensen te staan.

Bari TV

Een paar uur later, terug in ons vakantieappartement, zien we op de lokale zender Bari TV een reportage van de processie. Een geestelijke zit in de studio en antwoordt op de vragen die de druk kwebbelende presentatrice stelt over de achtergronden van het feest. Een vrouwelijke collega staat tussen de mensenmenigte in de straat en vraagt de bezoekers of ze een paar wonderen van Nicolaas kunnen opnoemen. Het geheel doet me denken aan de uitzendingen van Gelderland TV, waar elk jaar wanhopig nieuwe invalshoeken moeten worden bedacht om de Nijmeegse Vierdaagse op een originele manier te verslaan.

Ik denk nog maar eens aan de koude decemberdagen uit mijn kinderjaren in Zaandam, toen ik heilig in sinterklaas geloofde en vol spanning toeleefde naar het heerlijke feest vol geheimzinnigheid en cadeautjes. Het mysterie rond de goedheiligman is allang uit mijn leven verdwenen, maar hier leeft het nog volop voort, al is het op een heel andere manier.

En voor niemand van die duizenden mensen hier in Bari is dat kleurtje of de afkomst van de heilige Nicolaas een probleem. Misschien is dat de les die de goedheiligman, 1666 jaar na zijn dood, ons nog kan leren.

SAN NICOLA OP YOUTUBE


Lees hier alles wat Martin Rep ooit op De Orkaan schreef.