Wie de letters van mijn naam door elkaar husselt, krijgt het woord ‘treinramp’. Maar daar laat ik me niet door weerhouden. Leve de trein, weg met het vliegtuig. Al gaat het reizen over het spoor niet meer zo comfortabel als vroeger. ‘Het diner wordt zo geserveerd, monsieur.’

Door Martin Rep

Half tien ’s morgens op het station Bussum-Zuid. De zon schijnt volop, maar we staan toch een beetje te kleumen. Het is weliswaar eind april, maar van de opwarming van de aarde is vandaag weinig te merken. 

Het gaat een lange dag worden: een rit van tien uur in de trein, uitstappen in Aix-en-Provence, dan nog een uurtje in de auto voordat we eindelijk de Middellandse Zee om de enkels hebben. Maar het ergste hebben we al achter de rug, want: iedereen is er, en ruim op tijd ook nog. Lana en Juliet hebben gelopen naar het station, de rest plus alle bagage is verdeeld over twee auto’s op de P&R aangekomen. Elf personen met evenzovele koffers of reistassen. 

Wat een verschil met onze eerste treinreis, grinnik ik tegen Dicky. Ze begrijpt meteen wat ik bedoel. Zomer 1968, 54 jaar geleden. Op het station van Zaandam stonden we te wachten op de trein die ons naar een verre bestemming zou brengen: Echternach, ‘het Klein Zwitserland van Luxemburg’. We hadden een jaar verkering. Een auto hadden we niet, geen rijbewijs zelfs, maar in 1968 was de auto nog niet het meest logische vervoermiddel om op vakantie te gaan.

Parijs per Pullman

Wat was er mooier dan een reis per trein? In een van de klaslokalen van het Zaanlands Lyceum hing een ingelijste poster, waar ik tijdens saaie lessen bij kon wegdromen. ‘Parijs per Pullman’, stond er op, bij een afbeelding van een verlaten terrasje, met op de tafel een glas wijn naast een fles spuitwater. Pullmans waren chique treinrijtuigen, die tot begin jaren zestig op tal van lijnen door Europa reden.

Wiskundeleraar Klaas Oosthuizen in lokaal 1c van het Zaanlands Lyceum. Achter hem de poster ‘Parijs per Pullman’.

In de tijd dat Dicky en ik verkering kregen, adverteerden de Nederlandse Spoorwegen met ‘Vijf dagen Parijs voor 99 gulden’, maar het kwam zelfs niet in me op haar ouders om toestemming voor een dergelijke voordelige reis te vragen. Parijs was in 1968 volgens velen nog een zondige stad, ook al had ik een jaar eerder zelf gezien dat dat nogal meeviel. In plaats van Parijs kozen we voor Echternach.    

Ik vond het nogal verrassend dat Dicky’s ouders het goed vonden dat we samen op reis zouden gaan. Of het een voorwaarde was dat we twéé kamers zouden boeken in het hotel waar we zouden verblijven, weet ik niet meer. Maar dat is wel wat we deden bij het reisbureau ergens in de Russische Buurt* waar we, samen met de reisadviseur, onze reis uitzochten. Per trein naar Diekirch in Luxemburg, vandaar met de bus naar Echternach — het gezellige toeristenplaatsje had zelf geen treinstation — en tien dagen in het Hotel de la Sure, beheerd door de Nederlandse familie Vestdijk.

Het werd een lange reis. In Amsterdam stapten we in de internationale trein, waar Dicky tevreden een sigaretje opstak naast het bordje Fumatori/Fumeurs/Raucher/Smoking. Eigenlijk rookte ze helemaal niet, maar vanwege de gezelligheid had ze speciaal voor de reis een pakje Pall Mall gekocht. Daarna aten we onze zelf gesmeerde broodjes op en genoten we van het voorbij rollende landschap. We waren tevreden, we hadden gereserveerde zitplaatsen en hadden plek genoeg voor onze bagage. 

Fumatori/Fumeurs/Raucher/Smokers: Dicky in de sneltrein op weg naar Diekirch in Luxemburg, 1968.

De Trans Europ Express

Een veel comfortabeler treinreis maakte ik tien jaar later. Voor tijdschriftengigant VNU was ik betrokken bij de oprichting van een Nederlands nieuwsmagazine dat geïnspireerd was op Amerikaanse voorbeelden als Time en Newsweek. En het succesvolle Franse evenbeeld Le Point, dat in Parijs werd uitgegeven. Daar zou ik een week lang de kunst afkijken, om daar naderhand mijn voordeel mee te doen als eindredacteur bij NieuwsNet.

Die reis maakte ik met de Trans Europ Express, de snelle treinverbinding die voor de reis naar de Franse hoofdstad geen zes maar slechts vijf uur nodig had. Dicky wilde die trein ook weleens van dichtbij zien en zwaaide me uit op het Centraal Station. Daarna installeerde ik me in de zachte kussens en bladerde door de exemplaren van Le Point, die ik had meegenomen om me goed voor te bereiden op mijn stage.

We waren Brussel gepasseerd toen ik werd gewaarschuwd dat de keuken geopend was. Ik had al een tafeltje laten reserveren en liet weten dat ik graag over een halfuur wilde dineren.

Het werd genieten. Ik schoof aan aan een kleine tafel met wit gesteven tafellinnen. De ober liet me kiezen uit verschillende uitstekende wijnen, het menu bestond uit drie gangen. De kwaliteit van het gebodene was voortreffelijk. Roken deed ik al lang niet meer, in plaats van een sigaartje bij de koffie bestelde ik een klein glaasje cognac. Twintig minuten later reden we het Gare du Nord binnen. 

Na een paar dagen reisde Dicky me achterna. Ik had tijd zat over om naast mijn stage bij Le Point met haar de stad te verkennen. Op de terugweg zat een Belgisch echtpaar op onze gereserveerde plaatsen in de TEE. Er moest een conducteur aan te pas komen voor ze eindelijk hun bullen pakten en verkasten. 

De TGV

Zou de familiereis naar de Middellandse Zee, ruim vier decennia later, net zo comfortabel worden?  Het verhaal van die reis begint in januari 2020. Dicky en ik zien onze vijftigjarige bruiloft naderen. Zou het niet geweldig zijn om ter gelegenheid daarvan weer eens met de kinderen en kleinkinderen samen op vakantie te gaan? Iedereen is enthousiast, op het internet vinden de kinderen een prachtige villa, in of aan  de Côte d’Azur. Natúúrlijk gaan we met de trein, vliegen is sowieso geen optie vanwege de milieubezwaren, die gelukkig samenvallen met mijn vliegangst.

Om zo relaxed mogelijk te boeken, gaan we naar de Treinreiswinkel in Amsterdam. Die kan al ver voordat u en ik dat zelf mogen, reserveringen boeken voor de reis, tegen een kleine vergoeding die al je zorgen wegneemt. Wat kan ons het schelen, we zijn niet elk jaar vijftig jaar getrouwd, laten we dan maar eerste klas reizen ook in die supersnelle Franse TGV.

Dan breekt de coronapandemie uit. De plannen gaan de ijskast in.

The Train Traveller

Twee jaar later staan we dan toch met z’n allen op Bussum-Zuid. We hebben dezelfde villa aan de Middellandse Zee kunnen reserveren — de eigenares bood hem zelfs voor de oude prijs aan — en ook dezelfde reis kunnen boeken. Niet bij de Treinreiswinkel, want die heeft haar service tot het minimum teruggebracht en je kunt er ook niet meer binnenlopen. Gelukkig heeft een van de voormalige werknemers, Dennis de Raaij, een minstens zo goed alternatief opgezet onder de naam The Train Traveller. Dicky heeft de dikke envelop bij zich waarin het pakket treinkaartjes zit dat Dennis ons een paar dagen eerder heeft toegestuurd.

Eerst met de stoptrein naar Amsterdam-Schiphol. Dan in de intercity naar Brussel-Zuid. En daar staat hij dan voor ons klaar: de Train à Grande Vitesse oftewel de TGV, die om onnaspeurlijke marketing-redenen van de Franse spoorwegen nu de naam inOui heeft gekregen. 

Met elf personen groot en klein en hun bagage is het stressen om je plek in de trein te vinden. Op twee van onze plaatsen zitten reizigers die pas opstaan als we hen ervan hebben overtuigd dat ze in de volgende coupé thuishoren. Dan begint het avontuur van de supersnelle treinreis.

April 2022: Dicky in de inOui TGV, met 300 kilometer per uur op weg naar Aix-en-Provence.

Stiekem had ik gerekend op comfort dat lijkt op dat van de TEE, 44 jaar geleden. Maar die tijden zijn toch voorgoed voorbij. De stoelen zijn lekker breed, maar je moet, net als in het vliegtuig, over je buurman of buurvrouw heen klimmen als je naar de wc wilt. Die niet overal even proper is. De airco doet het niet altijd, en de kleinkinderen mopperen als de wifi niet toereikend blijkt voor hun online games of het online huiswerk dat ze hebben meegenomen op hun vakantie, want zo ijverig zijn ze ook wel weer. 

Maar de TGV gaat veel en veel sneller dan ooit de TEE, en het uitzicht is prachtig. We hebben een heel klein beetje leedvermaak als we op onze mobieltjes de ellende op Schiphol volgen, waar talloze vluchten zijn uitgevallen en de de passagiers uren in de rij moeten staan. Neem toch de trein.

Origineel van poster ‘Parijs per Pullman’.

Foto helemaal boven: Dicky op het station van Zaandam, het begin van de reis naar het ‘Klein Zwitserland van Luxemburg’.

* Het reisbureau zat op de Gedempte Gracht (zie reacties)