Bij de ingang van de Dirk aan het Hannie Schaftplein, onder de rood met witte vlaggen, staat de daklozenkrantverkoper. 

Met naast hem twee eenden die ‘Daklozenkrant!’ snateren naar iedereen die de supermarkt in wil.

Een man op een scootmobiel is het er niet mee eens: ‘Hij voert die beesten. Dat moet je niet doen. Dan is het hek van de dam.’
Hoe het hek van de dam raakt door het voeren van twee eenden is mij een raadsel.

De blouse van de mopperkont is verkeerd dichtgeknoopt en er zitten vlekken op zijn broek. Zijn grijze haar is iets te lang, zijn huid is gelig en zijn neus lijkt op een aardappel.
Ik vraag hem hoe lang hij al in Oostzaan woont.
‘Langer als hem,’ zegt hij terwijl hij naar de dakloze man wijst, ‘al dik 83 jaar’.
‘Een echte Oostzaner dus?’
Nee. Dat is hij dus niet. Hij werd geboren in Amsterdam en pas toen hij anderhalf was verhuisden ze naar Oostzaan. Hij blijft een buitenpoorter tot zijn dood.

Een vrouw komt de Dirk uit, ze koopt een daklozenkrant en geeft een krentenbol aan de verkoper. Die deelt hem met de eenden.

De man kijkt verontwaardigd naar mij om te controleren of ik het wel gezien heb, en sist: ‘Hij voert die beesten. Dat moet je niet doen. Dan is het hek van de dam.’
Daarna leunt hij achterover in zijn scootmobiel, richt zijn gezicht naar de zon en sluit zijn ogen.
Het wordt een mooie dag.

De foto van de eenden is van Hennie Frank.