Maandagochtend vroeg zag ik haar, tussen de groep stakende buschauffeurs, in een witte partytent op de koude parkeerplaats van Connexxion.

Ze was een van hen, maar toch bijzonder.

Haar haren schenen net onder de vaardige handen van Rob Sweers vandaan te komen, en ze was zorgvuldig opgemaakt.

(als je liever luistert dan leest, dan kan je hieronder terecht) – Nieuw! (De eerste Orkaan-podcast!)

René, – neem een buschauffeur zonder snor in gedachte, en je hebt een beeld – zat naast haar en ik had hem gefilmd met mijn iPhone. Hij was niet van plan geweest om te staken tot het moment dat werkgever Connexxion zich onsympathiek opstelde, en de stakers niet binnenliet. Zelfs niet om te plassen.

Chantal, want zo heet ze, was getuige geweest van de opname die ik maakte, en ze had goedkeurend geknikt. Toen ik klaar was, vulde ze aan waarom zij dacht dat het toch tijd was om op de rem te trappen. Terwijl ze sprak, baalde ik dat ik mijn camera inmiddels tussen m’n bh-bandje had zitten. De manier van formuleren en waarop ze de vinger op de zere plek wist te leggen, was precies waarop ik had gehoopt.

Ze gaf aan dat de dienstverlening stoelt op de bus, de chauffeurs en op de klanten. De bus heeft onderhoud nodig, maar de chauffeurs ook. En klanten – ook als ze niet kwetsbaar of afhankelijk zijn – verdienen veiligheid, en als het even kan een glimlach. Die krijgen ze niet van het management, maar in de bus. Een bus die verwaarloosd wordt, zakt door zijn wielen. Een chauffeur die verwaarloosd wordt verliest zijn glimlach.

Ik vroeg haar of ze het betoog nogmaals zou kunnen houden voor mijn camera, maar dat wilde ze niet. Ze was al kwetsbaar genoeg. Verbaasd vroeg ik of ze dat uit wilde leggen.

Dat wilde ze. Buschauffeuse Chantal was vroeger buschauffeur Ronald. In 2013 had ze definitief de beslissing genomen om zich te laten transformeren van man naar vrouw. Er staat nu een ‘v’ in haar paspoort. Maar ze wilde niet voor de camera omdat ze meende dat ze – ook door haar iets zwaarder stem – niet op de inhoud beoordeeld zou worden.

Wantrouwend keek ik haar aan. Ik vergeleek mijn korte stompe nagels met de hare: fijn gemanicuurd en blankgelakt.
‘Wat vind jij ervan?’ vroeg ik verbaasd aan René.

Er kwamen meer chauffeurs om ons heen staan, alsof er een verdedigende linie moest worden opgetrokken tussen mij en Chantal. René keek glimlachend opzij; ‘Als Ronald was hij al leuk, en nu als Chantal is ze nog steeds een schat’.

De mannen eromheen glimlachten mee.

Op weg naar kantoor zette ik mijn auto aan de kant om te googlen ‘hoe word je buschauffeur’.