Zaandam 1996, Vinkenstraat 40a, boven de Kwikfit, onderste bel. Zondagochtend vroeg gaat de telefoon. Mijn hoofd draait nog van de drukke nacht ervoor, maar ik weet dat het mijn zus is en zij geeft niet op. Nooit.

‘Is ie open?’, vraagt ze als ik opneem.

Ik leg de hoorn neer, loop naar de erker, werp een blik op de bak aan de overkant en weet genoeg. ‘Kom maar, hij puilt uit.’

Mijn zus Josefien is rijker dan ik. Ze werkt harder, heeft een neus voor handel en gaat door waar anderen stoppen. De basis voor haar fortuin komt uit de afvalcontainer van het Blokkerfiliaal aan de Gedempte Gracht in Zaandam.

De container stond in de Vinkenstraat. Er zat een slot op, maar na een drukke zaterdag kon de klep vaak niet dicht. Dat was het moment dat Josefien toesloeg. Alles dook ze op. En, hoewel ik het gênant vond als m’n buren me erop wezen dat ‘ze d’r weer in lag’, was ik ook best jaloers.

Etagères, ventilatoren, telefoons, servies, kruiken, elektrische dekens, thermoskannen, speelgoed, tuinbankjes, bloempotten, krukjes, vazen, servetten, parasols, bestek, stofzuigers, gourmetstellen, afwasrekken, ovens… Soms had iets een klein vlekje, een missend schroefje, of er zat een draadje los dat makkelijk te repareren viel. Koffiezetapparaten zonder kan waren geen probleem: die vond ze er een week later wel bij.

Op de braderie had ze vaak de kraam naast die van de Blokker. Alles was zo zacht geprijsd dat zelfs de Blokkermeiden bij haar kwamen kopen.

Een aantal jaar geleden kwam ze in Krommenie zelf tegenover een Blokker te wonen. Maar de container stond buiten haar bereik, en inmiddels heeft ze een sterke voorkeur ontwikkeld voor spullen uit Zweden.

Maandag appte ze foto’s van de ontmanteling van Blokker. Met het filmpje dat ze stuurde, kwamen de herinneringen, en verdween een tijdperk…

Hier vind je eerdere columns van Merel Kan.