Kerstvakantie 2018 is een magisch-realistisch sprookje. Al hebben misschien, mijn kinderen een magisch-realistisch trauma voor het leven opgelopen…

Even tussen u en ik: de film Gräns koos ik puur omdat de eindtijd fijn aansloot op etenstijd in Café de Fabriek. Al waren de kritieken best lekker: ‘een gelaagde Scandinavische thriller met bovennatuurlijke fantasy-elementen’.

Als ik beschuldigend naar iemand mag wijzen, dan is dat naar mijn ouders. Je hoort me er niet over, maar mijn zussen en ik moesten veel vroeger.

Zo gingen we naar de kerk, kregen we muziekles (viool, half uur per dag oefenen!), we hadden catechisatie, deden ‘de taken’ (afruimen, spoelen, inruimen), en op vakantie was het ‘Verplicht kijken!’ als we ergens langs een berg, meer of mooi bos reden.

Mijn zoon (16) en dochter (14) moeten weinig. Muziek maken ze wel of niet, opruimen doen ze hapsnap, en ‘niet kijken’ is hun verlies. Maar afgelopen week, na weer een hoop Super Mario Bros op de Wii, zag ik het licht. Ook mijn kinderen mogen best weleens wat moeten! Ze moesten mee naar De Fabriek. Naar Gräns dus.

Vooraf was er ruzie enige onenigheid (waarom moet ik haten? Waar komt die neurotische dwang vandaan? Het is zeker voor die Orkaan? Thuis hebben we gewoon Netflix…), maar ik zette door, en voordat we de filmzaal ingingen sprak mijn zoon zijn zus toe: ‘We maken er het beste van. Het valt vast mee.’
‘Na de film zijn jullie me dankbaar!’ reageerde ik zelfvoldaan, ‘Zeker weten!’

Het viel niet mee.

Als je iets niet hoog op je bucketlist hebt staan, dan is het naar seks kijken met je ouders. In Gräns wordt dat ongemak zo mogelijk verslagen. Gedurende de film bouw je een band op met een schurend lelijk persoon die rauw realistisch de liefde bedrijft met een trol die wurmen eet.

Het beeld op het scherm was intens, maar opzij was het erger: m’n dochter verstopte zich diep in haar schoot en mijn zoon keek stijf de andere kant op. Heel volwassen kreeg ik de slappe lach. Onze rij trilde, achter me werd geërgerd ge-shhhtttt, terwijl mijn man in m’n arm kneep.

Tijdens het eten achteraf was de sfeer opgelucht. De film had ons niet onberoerd gelaten, en we hadden het als gezin beleefd. Na het voorgerecht durfde ik het te vragen: ‘En, mensen, dat viel mee. Toch een beetje dankbaar?’

Als blikken konden doden, dan was ik zo dood als een pier geweest die was opgevreten door een copulerende trol.

PS Volgens mij kan je nog net heen, mocht je behoefte hebben aan eenzelfde trauma.