Een man die zijn hond uitlaat in het Veldpark kijkt geschrokken mijn kant op. De Seat is minder geluidsdicht dan ik had ingeschat, en mijn onmachtige schreeuw heeft hem bereikt.

Zojuist was ik er getuige van, dat de ziel vertrok uit de Bullekerk.

Onder leiding van de predikanten Sjaak Visser en Pieter van der Woel neemt de Protestantse Gemeente afscheid van hun gebouw. Er vloeien tranen, maar de dominees houden de mensen voor dat de geest niet in het metselwerk zit.

De kerkelijke spullen, zoals de bijbel en dooprollen, worden overgebracht van de kerk aan de Westzijde naar de Noorderkerk. Gewoon in een bus van Hellingman.

Als afvallige besef ik dat ik er medeschuldig aan ben dat de Bullekerk na bijna driehonderdtachtig jaar geen huis van God meer is. De ontkerkelijking is een feit, en het onderhoud van het machtige gebouw is gewoonweg niet op te brengen.

Stadsherstel Amsterdam heeft het nu in haar bezit, en er is een club mensen hard bezig om er een ‘Cultureel Centrum Bullekerk’ van te maken, met besef van de geschiedenis en respect voor het gebouw. Een nieuwe ziel in een heel oud jasje.

Dat gaat natuurlijk lukken. Al blijf ik met Johannes 2, 13-25 in mijn achterhoofd dit najaar wel weg van de Zaanse Ondernemersdag die er naar verluidt zal worden gehouden.

Geruststellend probeer ik de man met zijn hond toe te lachen, maar voor de zekerheid – ik heb geen zin in vragen van de crisisdienst – rij ik weg. Intussen wordt in de Noorderkerk, aan de overkant van de Heijermansstraat, ‘de onttrekkingsdienst’ dapper voortgezet door de gemeente.