Ik meen een Cessna 172 te herkennen, maar wat weet ik er nou van. Ik weet niks van vliegtuigen en blijkbaar ook niets van mannen.

De telefoon achter mijn bh-bandje blijft tingelen en trillen, maar ik voel het amper nog. Het begon toen dat geval in de lucht verscheen.

Het spandoek dat erachter hangt doet me denken aan de sliert wc-papier die ooit tijdens een feestje uit de achterkant van zijn broek hing. Toen vond ik het charmant en grappig, nu gruw ik ervan.

‘Merel ♥ gek op jou ♥ Andre Sorry’ staat erop.

André heeft er spijt van.

Vanuit mijn dakraam probeer ik contact te krijgen met de piloot: ‘Ga weg!’

De buren genieten. Ze staan beneden op straat omhoog te turen, en vergeten te fluisteren. De lol zou er na anderhalf uur vanaf moeten zijn, maar de grappen zijn niet van de lucht. ‘Is hij vergeten het dopje op de tandpasta te doen?’

Als ik me buiten op straat waag, wijzen en lachen ze. Een buurvrouw roept: ‘Bij mij was hij er allang uitgevlogen!’ Tot overmaat van ramp plaatst het plaatselijke sufferdje een nieuwsbericht dat door de buurman luid wordt voorgelezen:

Wij zijn natuurlijk razend benieuwd naar het verhaal achter het vliegtuig. André heeft flink in de buidel moeten tasten voor zijn gebaar… Wat heeft hij op zijn geweten?

Badend in het zweet word ik wakker. Er zoemt een mug rond mijn hoofd, ik doe het licht aan en sla hem dood.

De volgende ochtend vertel ik mijn man dat hij met alles wegkomt, behalve met een vliegtuig.