In een klein dorp in Italië, in de geur van paarden die ik niet zie, maar waarvan ik weet dat ze er zijn, met uitzicht op mooie bloemen en machtige bergen, lees ik zijn naam voor het eerst: 

Luigi ‘Gino’ Babbino

Hij is overleden. De foto van Gino, die bij het Facebookbericht op Oostzaan in Beeld staat, laat me schrikken. 

Luigi Gino Babbino, ik zeg het hardop. Vreemd dat ik die mooie naam niet kende. Hij was Italië in ons dorp. Niet alleen door het eten waarmee hij ons vanuit La Fattoria Gigi verrijkte. Het land van de laars zat in zijn lijf; in de manier waarop hij het zonnetje en de schaduw pakte voor de winkel. Het zat ook in zijn mooie accent, in het gastvrije knikje bij binnenkomst…

Het Facebookbericht meldt dat meneer Babinno geboren is in Corleto Monforte. Ik zoek op waar dat is, en zie dat het in de wreef van de laars, op 975 km afstand van mijn bergdorpje ligt. Ik zit achterin de bovenbeen. Ik zie dat de afstand tot Oostzaan ongeveer even groot is.

De eerste keer dat ik daar voor zijn vitrine stond, op een vrijdag, bleef ik vragen stellen en kaas en vleeswaren aanwijzen. Geduldig maakte hij me wijzer. Maar uiteindelijk leverde ik me aan hem over, en stelde hij een kaasplankje voor me samen. 

Hij zag zijn eten. Door de bedachtzame manier waarop hij keuzes maakte, en de liefdevolle handelingen waarmee hij de juiste hoeveelheden combineerde op een schaal, at ik het met meer aandacht. Alles smaakte daardoor beter. We noemden het een ‘weekendplankje’. En dat was wat het was. Zelfs op een doordeweekse dag vierden we weekend in Italië in Oostzaan. Niet al te vaak, dan bleef het bijzonder.

De familie meldt dat de winkel gewoon openblijft, omdat hij dat zo gewild zou hebben. Gelukkig heeft hij zijn kennis en liefde aan hen overgedragen. Toch denk ik dat het lang duurt voordat het ‘gewoon’ wordt, zonder Luigi ‘Gino’ Babbino op een stoel aan het ronde tafeltje voor zijn zaak.