In het Gemeentearchief is niet veel te vinden over het GJC Zomerkamp dat in 1947 vanuit de Zaanse gereformeerde jeugdverenigingen ontstond.

Voor verhalen en foto’s zijn we dus afhankelijk van wat in de hoofden (en fotoalbums) van zo’n 3000 deelnemers door de jaren heen zit. Vier van die jaren heb ik meegemaakt: twee als deelnemer, twee als leider.

Mijn grootste wapenfeit is het verpesten van een pan macaroni.

1984

Mijn zus, nicht, twee andere meiden en ik vormen een groepje. Elke groep heeft een naam mogen verzinnen. Wij zijn het EO-Promotieteam.

In de drogisterij aan de Brugstraat in Ommen is een hele wand ingericht met zeepjes, badzout en badparels. Wij ‘van buiten’ mogen met maximaal vier personen tegelijk naar binnen, waarna we scherp in de gaten worden gehouden door een forse bozige trien die met haar armen over elkaar in de deuropening gaat staan.
Als mijn zus door het blikveld van de bewaakster loopt, gris ik twee badparels uit een bak en steek ze in mijn zak. Pas wanneer we bij de kampeerboerderij komen, durf ik ze tevoorschijn te halen.
Ze glimmen mintgroen en de boerderij heeft geen bad.
Er wordt macaroni gemaakt in grote pannen in de keuken.
Om een lang verhaal iets in te korten: de parels belanden tussen de uien. Ik roer ze nog even mee zodat er geen mintgroen meer te zien is.

Als ik het vertel aan mijn groep, komt de spijt. Mijn zus ziet het somber in: één badparel is genoeg om een bad mee te kruiden, twee parels in een pan macaroni is moord. Op tachtig mensen. Maar het is niet meer ongedaan te maken, en opbiechten durven we niet (dat ‘we’ komt van mij omdat ik wanhopig graag de verantwoordelijkheid wil delen met m’n groepje).

Zodra de macaroni op de borden ligt, wordt er gebeden. Bij wijze van uitzondering bid ik mee. Direct na het ‘amen’ klinkt een eerste ‘gadverdamme’. Dan volgen de gadverdammes en uitspuuggeluiden elkaar snel op.

Alleen het EO-Promotieteam blijft rustig: we nemen hapjes en zeggen dat het allemaal wel meevalt. Het is geen zeep, het zijn Italiaanse kruiden. Pas als we beseffen dat het juist opvalt dat we als enige tafel niet op ons kop staan, gadverdammenen we mee.

Het kamp is te klein, terwijl de keukenploeg brood, dat voor het ontbijt bedoeld was, uitdeelt, ondervragen, onderzoeken, vleien, dreigen en stampen de andere leiders in het rond.
Een meisje bekent dat ze onder het open keukenraam haar was heeft gedaan, en hoewel die verklaring aan alle kanten rammelt, wordt hij geslikt.
De dader wordt niet gevonden…

70 jaar

Morgen arriveert een bus vol afgematte kinderen in Zaandam vanuit Ommen, maar vanavond, tijdens de bonte avond wordt nog één keer alles uit de kast getrokken en tijdens een gevoelig afscheidslied zullen de tranen komen.

Ze hebben liedjes gezongen en gemaakt, toneelstukken gespeeld, gefietst, gezwommen, ze zijn op vossenjacht gegaan, er is uitgebroken, er zijn vriendschappen gesmeed. En, al weten ze het nog niet, er is een basis gelegd voor huwelijken waaruit kinderen voort zullen komen.

Na 70 jaar GJC Zomerkamp is de boel aardig voorspelbaar geworden. Al zal elke koter –ook na 33 jaar nog- een eigen badparelverhaal kunnen vertellen.

Eerder schreven we dit over het kamp. Wij mochten de foto’s van Piet en Henny Hermanides uit 1955 scannen en plaatsten:

[slideshow_deploy id=’28436′]