Negen jaar geleden mocht ik er in Rotterdam tijdens de Architectuur Biënnale bij zijn, toen Dichter des Vaderlands Ramsey Nasr zijn gedicht ‘Me have een droom’ voor het eerst voordroeg.

Shit, wat lekker. Hij schreef het voor zijn Rotterdam, legde mensen in de toekomst woorden in de mond, havenstadmensen, divers en open…

Helaas heb ik zelf toen geen filmpje gemaakt, maar later heeft hij het nog een aantal keer voorgedragen. Misschien is het handig om er even naar te luisteren voordat ik verder tik:

Het praktische, de werklust, de geschiedenis, het openstaan voor culturen als je ondervindt dat je elkaar aan kan vullen en elkaar kan verrijken met doekoes, ik voelde de link met de Zaan.

Zaanstad herbergt door haar geschiedenis 187 nationaliteiten, dat zijn er meer dan in Amsterdam. Het is geen verdienste waarvoor wij ons op de borst hoeven te kloppen, het is organisch ontstaan in de loop van de jaren.

Gisteren meldde de NOS ineens dat het ‘vrouwelijke geslachtsdeel vanaf nu niet alleen meer vagina wordt genoemd.’ Dat hadden ‘De Nederlanders’, de Rutgers Stichting en wat DJ’s bepaald. Je mag haar dus officieel ‘Poenie’ gaan noemen.

Zeer internationaal, en multikuttieculti, maar zo werkt het niet. Poenie of punani bestaat al jaren. Het was beter dan ‘voorbibs, voorkantje, fundament, of onderkantje’, de termen waarmee mijn poenie werd aangeduid, toen ik in De Heel lag te bevallen.

En nu geeft de Rutgers Stichting haar zegen om ‘de vagina’ of ‘het vrouwelijke geslachtsdeel’ voortaan zo te noemen. Het voelt alsof je oma aan de rand van je bed staat als je seks hebt. Dodelijk.

Gelukkig beweegt onze cultuur en onze taal veel sneller dan de NOS bij kan houden. Ik verheug me op een nieuwe naam.