Afgelopen woensdag bood de premier van Noorwegen excuses aan, voor de manier waarop meisjes en vrouwen die in de Tweede Wereldoorlog een relatie hadden gehad met een Duitse militair, waren behandeld.

In 2012 sprak ik een 85-jarig meisje, en toen schreef ik het volgende:

‘Ze haalden me kaal’. Haar ogen zijn vochtig en ze staan gericht op het verleden.

Als ik vraag of het een knappe vent was geweest, schudt ze haar hoofd. Hij was niet mooi of stoer: een krielkip met donker prikhaar. Niet veel ouder dan zij, en zij was vijftien. Het was in ’42, duurde nog geen week, en in mei 1945 was ze het vergeten.

Maar haar buurman niet.

In 2013 mocht ik voor het eerst een blik werpen op de prachtige fotocollectie van fotograaf Pieter de Jong. De Jong (1894-1955) had een fotozaak aan de Westzijde in Zaandam, tegenover het eind van de Stationsstraat, waar nu de Handyman zit. Hij legde heel veel vast, maar ik keek vooral naar beeldmateriaal over de oorlog, omdat we toen met Monumenten Spreken bezig waren. In een van de albums ontdekte ik een foto waarop mijn oma stond tijdens schietoefeningen op het Hembrugterrein, een paar bladzijdes verder zag ik hoe in de Westzijde meisjes werden geknipt en geschoren.

‘Ze haalden me kaal’. Ik weet niet of die term bestaat als het om scheren van meiden gaat, maar dat is wat er op de foto’s te zien is. De goeden, die zo onderdrukt waren in de vijf jaren die achter hen lagen, haalden hun gram op de hoeren die het met Duitsers deden. Zonder proces of bewijs.

Kijkend naar de opgetogen overwinnaars roes, de vrolijkheid in schril contrast met de wanhoop in de ogen van het meisje, vraag ik me af welke rol ik zou hebben gehad.

Achteraf kijk je de koe in z’n kont, en niemand had gevraagd om de oorlog, op de oorlog geoefend of een oorlogsdiploma behaald. Helaas geldt hetzelfde voor de vrede. We zitten er samen in, en moeten er het beste van maken. Misschien kunnen we leren van het verleden.

Als zich eindelijk een traan losmaakt uit het oog van het 85-jarige meisje, veegt ze die geërgerd weg. Er keken bekenden mee, buren, en een vrouw van de kerk. Ze deden niets om het te stoppen. Ze huilt niet alleen omdat ze verdrietig is. Ze is ook boos en teleurgesteld. ‘Het had niet mogen gebeuren.’

De foto boven komt uit de collectie van Pieter Paulus de Jong. Zijn erfgenamen droegen de albums over aan het Gemeentearchief van Zaanstad.