De Vissershopschool – officieel: de vestiging Vissershop van OBS de Voorzaan – barst uit haar voegen. Daarom wil de school gaat uitbreiden.

Die uitbreiding kan door of een verdieping met drie lokalen op het dak te bouwen of door extra lokalen op het schoolplein te zetten.

Met de buurt zijn de alternatieven besproken, waarop ook een tussenoplossing werd geopperd: twee lokalen op de school en eentje op het schoolplein.

Aan het eind van schooljaar 2104-2015 had de school 173 leerlingen, een jaar later 178 en afgelopen schooljaar werd afgesloten met 198 leerlingen. Gemiddeld komen er gedurende het jaar ook nog zo’n 20 leerlingen bij. Vanwege ruimtegebrek zijn de leerlingen van groep 8 vorig schooljaar al naar de vestiging op de Haven verhuisd.

Een ‘succesverhaal’ volgens Luuk Houweling, teamleider huisvesting bij Zaan Primair:

“het is een goede ontwikkeling, ook omdat het vooral leerlingen uit de eigen omgeving zijn.”

Een alternatieve plek in de buurt is niet voorhanden, waardoor de gemeente te hulp moet schieten bij het vinden van het alternatief. Volgens Houweling is bouwen op de school het snelst omdat dat volgens het huidige bestemmingsplan kan. Als er op het plein gebouwd moet worden, gaat dat niet alleen ten koste van de speelruimte – het gaat om 300 m2 – maar dat kan niet volgens het huidige bestemmingsplan waardoor het langer kan duren.

In mei zou het voorstel in de raad behandeld kunnen worden. Houweling:

“In het meest gunstige geval kan er in de zomervakantie begonnen worden met het werk voor de extra verdieping. Er moet o.a. een nieuwe fundering komen. Daarna kan de bouw nog 4 à 5 maanden duren.”

Woordvoerder Ruud de Kort meldt namens wethouder Dick Emmer dat over het budget nog een uitspraak moet komen:

“Wij zien inderdaad dat het aantal leerlingen op deze school in de komende jaren groeit. Het bestuur van Zaan Primair heeft daarom een verzoek ingediend voor een uitbreiding van de Voorzaan op de locatie Vissershop. Voor die uitbreiding is budget nodig. Daarover moet nog besluitvorming plaatsvinden.”

Foto’s: Erik Esteie.