De nieuwe parkeernormen van Zaanstad die vandaag (1 september 2020) ingaan, zijn niet, zoals de gemeente stelt, het gevolg van een ‘actualisatie’ op basis van nieuwe CBS-cijfers.

Voor drie van de vier gebieden waar Zaanstad een grotere ‘verstedelijking’ constateert in vergelijking met 2016, zijn de CBS-cijfers namelijk niet anders dan in 2016

De parkeernorm is van belang voor de nieuwbouw van woningen en bedrijfspanden. In meer stedelijke gebieden zijn er minder parkeerplaatsen bij nieuwbouw voorgeschreven.

Voorbeeld: een vrijstaand koophuis moet 1,1 (centrum) 1,3 (schil rondom centrum) of 1,6 (rest bebouwde kom) parkeerplaatsen hebben in een sterk stedelijk gebied. In een matig stedelijk gebied is dat 1,5 (schil), 1,8 (rest bebouwde kom) en 2 (buiten bebouwde kom).

Het CBS hanteert 5 vormen van stedelijkheid: (1) zeer sterk stedelijk, (2) sterk stedelijk, (3) matig stedelijk, (4) weinig stedelijk en (5) niet stedelijk.

Westzaan: matig stedelijk

In de nieuwe Beleidsregels bij de parkeernota werd Westzaan gewijzigd van niet stedelijk naar matig stedelijk. Assendelft Noord werd van matig stedelijk nu sterk stedelijk. Ook in Zaandam wordt de categorie zeer sterk stedelijk nu gebruikt voor de hele stad.

VVD-raadslid Tjeerd Rienstra stelde technische vragen, een rondvraag en en vroeg ook Wethouder Baerveldt (die inviel voor haar collega Slegers) naar de nieuwe norm. Hij vond het vreemd dat de stukken midden in het reces naar de raad waren gestuurd en vroeg zich af waar de nieuwe indeling vandaan kwam. Hij woont zelf in Westzaan en had de afgelopen jaren helemaal niet gemerkt dat het dorp ‘matig stedelijk’ was geworden.

Tijdens het Zaanstad Beraad kreeg hij vrijwel alle partijen aan zijn zijde, waarop de wethouder toezegde in het college te gaan bespreken of de nota niet ingetrokken zou kunnen worden, “een unicum” volgens Baerveldt, het was immers een bevoegdheid van het college en niet van de raad, en bovendien ging het alleen maar om ‘actualisatie en verduidelijking’ op basis van nieuwe ‘landelijke kencijfers’ van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Vandaag (1 september) vergadert het college over de zaak.

‘Overzichtelijke gebiedsindeling’

In de voorbereiding van een vraaggesprek met Tjeerd Rienstra dook De Orkaan in de cijfers van het CBS en kwam tot andere conclusies: voor Assendelft klopte de sterkere stedelijke indeling wel maar voor de drie andere gebieden niet.

Westzaan was helemaal niet matig stedelijk maar nog steeds niet stedelijk. De woordvoerder van wethouder Gerard Slegers bevestigde dat (“klopt”) en gaf als motivatie voor de opschaling:

“om te komen tot een overzichtelijke gebiedsindeling en omdat de normen van matig stedelijk, weinig stedelijk en niet stedelijk gebied beperkt verschillen (buiten de kom zelfs geen verschil) zijn de bedrijventerreinen, linten en het buitengebied aangeduid als matig stedelijk.”

Dus: er zijn nauwelijks verschillen tussen de normen waardoor je ze door elkaar kan gebruiken. Opvallend is uiteraard dat ze ‘opgeschaald’ zijn naar een meer stedelijk karakter (en niet gebaseerd zijn op CBS-cijfers zoals gesuggereerd).

Zaandam

Ook bij de andere indeling in Zaandam steunen de CBS-cijfers de wijziging niet. In de toelichting de Zaandamse buurten zou het ‘merendeel’ sterk stedelijk zijn, volgens de CBS-cijfers (2020) gaat het niet om het ‘merendeel’ maar om 8 van de 20 buurten. De woordvoerder van wethouder Slegers zegt ook hier ‘klopt’: “Voor de overzichtelijkheid van de kaart is geaggregeerd op woonplaatsniveau”. Weinig en niet-stedelijke buurten zouden “te veel afwijken en derhalve een andere stedelijkheid hebben gekregen.”

Feit blijft dat niet het merendeel maar slechts 8 buurten van de 20 buurten ‘zeer sterk stedelijk’ is (7 buurten zij sterk stedelijk, 1 buurt is matig stedelijk en 4 buurten zij weinig stedelijk).

Als laatste stelt Zaanstad dat ‘Achtersluispolder, Kalf, Zuiderhout en Haven ‘matig stedelijk zijn’. Ook dat komt niet overeen met CBS-cijfers, daar zijn ze ‘weinig stedelijk’. Ook hier gaat het om de ‘overzichtelijkheid’ volgens Zaanstad.

Maxima

Er is overigens nog een verandering tussen 2016 en 2020. Bij bedrijfspanden zijn de ‘maximale’ parkeernormen geschrapt, nu zijn alleen minimale normen in de lijst opgenomen. Zaanstad: “ook al staan er maxima in de Uitvoeringsnota 2016, Zaanstad hanteert de minimale parkeernormen.”

Rienstra zegt verrast te zijn door de antwoorden, “het lijkt een interpretatie in de richting die ze willen.”

“Inderdaad een zaak waar verdere uitleg van de wethouder voor nodig is. In het Zaanstad Beraad is toegezegd dat de het besluit om de regels te veranderen wordt ingetrokken.  Dat is goed want nu is er de tijd om hier vragen over te stellen en kan de raad daar verder een standpunt over innemen en een politiek debat voeren. “