OFC en Oostzaan zijn al jaren in het nieuws, en niet altijd in positieve zin. Begin 2020 bereikte de zaak een hoogtepunt waarbij de gemeente uiteindelijk besloot het OFC-complex te sluiten.

Die beslissing werd teruggedraaid door de rechter, maar daarmee is de rust niet weergekeerd en de zaak ook niet beëindigd. Oostzaner Steve Smit (‘Der Ausputzer von Links’ & v.h. ‘De Beul van De Heul’)  roept de partijen op eerst eens naar zichzelf te kijken en vervolgens het gesprek met elkaar aan te gaan: Doe ff normaal!

Door Steve Smit

De afgelopen weken kwam Oostzaan niet fraai in het nieuws. De naam van het dorp lijkt wel synoniem te worden aan geweld, zwart geld en foute voetbalclubs. Dat is niet goed. Het is niet goed voor de gemeente, voor de Oostzaanse gemeenschap en de mensen zelf. Eén van de dieptepunten was de sluiting van het O.F.C. complex en de juridische worsteling bij diverse rechters. De voetbalclub en de gemeente staan lijnrecht tegenover elkaar.

Achtergrond is de snelle opmars van de lokale voetbalvereniging O.F.C. Van een lokale dorpsclub groeide deze voetbalvereniging binnen enkele jaren uit tot een topclub bij de amateurs. Lange tijd zijn er al geluiden over vermeende zwart geld stromen. Enkele jaren geleden onderzocht het Openbaar Ministerie en de FIOD de club. Tot nu toe heeft het alleen geleid tot een veroordeling voor witwassen in eerste aanleg van één van de hoofdrolspelers. Hoger beroep volgt nog.

De gemeente wil inzicht hebben in de situatie bij OFC en de gemeenteraad heeft het college opgeroepen om hier druk op te zetten met als uiteindelijke sanctie eventuele sluiting van de club. Begin dit jaar melde Het Parool dat er geweldsincidenten te linken waren aan de club. Dit was onder andere de reden voor de burgemeester om maatregelen te nemen.

Op de inmiddels beruchte vrijdag 17 januari sloot de burgemeester het OFC-terrein. Reden: de veiligheid op en rond het complex. De rechter veegde deze argumentatie resoluut van tafel. De gemeente kon onvoldoende aannemelijk maken dat er van zodanige vrees van verstoring van de openbare orde en veiligheid sprake was dat sluiting redelijk was. De zaterdag na de sluiting kon er weer gevoetbald worden door de jeugd, de lagere elftallen en de selectie.

En nu?

Voor zowel de OFC als de gemeente is er werk aan de winkel. Twee partijen die zo belangrijk zijn in het dorp kunnen niet zo tegen over elkaar blijven staan. Zowel binnen de club, als de gemeente als tussen de club en de gemeente moet er duidelijkheid komen.

Binnen de club moet het gesprek op gang komen over wat voor voetbalvereniging je wilt zijn. Wil je een dorpsclub zijn die ergens in de derde klasse speelt? Of wil je een club zijn die gaat groeien? Natuurlijk droomt iedereen van een mooi affiche als OFC tegen Ajax in Oostzaan. Binnen de vereniging moet men zich afvragen of je dat wilt en op welke wijze. Kun je geldstromen transparant maken en kun je de zweem van criminaliteit achter je laten? Maar ook vragen als welke gevolgen heeft een eventuele topklassering van de club voor de doorstroming van jeugd naar de selectie? Dit zijn moeilijke gesprekken, maar wel essentieel.

Binnen de gemeente moet de gemeenteraad de burgemeester ter verantwoording roepen over het gevoerde beleid. En dat in het openbaar. De rekenschap dient namelijk ook afgelegd te worden tegenover de Oostzaanse gemeenschap. Waarom koos de burgemeester voor deze optie? Waren er geen andere mogelijkheden en is er nagedacht over de proportionaliteit van de sanctie tot sluiting? Een overheid die namelijk zegt ondermijning te bestrijden kan niet zelf de regels van de democratische rechtsstaat overtreden. Juist deze normen en waarden zijn het verschil tussen de ‘good guys’ en de ‘bad guys’.

Stoere crime fighters, zoals ook de burgemeester van Zaanstad, moeten niet vergeten dat zij er zijn om de wet te verdedigen. Het doel heiligt namelijk niet altijd de middelen in een democratische rechtsstaat. Want deze democratische rechtsstaat is niet alleen de bescherming van de burgers voor de ‘bad guys’, maar ook de bescherming van de burgers voor een overheid die een geweldsmonopolie heeft.

‘Procedurele precisie’ is er namelijk juist voor om mensen te beschermen als de ‘gevoelde werkelijkheid’ leidt tot maatregelen die niet voldoen aan de eisen van proportionaliteit. Tegelijk is dat het moeilijke van de strijd tegen mogelijke ondermijning: het gevoel dat je bokst met één hand op de rug gebonden. Toch is juist dat het verschil tussen wetteloosheid en rechtsbescherming en rechtszekerheid.

En als laatst: tussen OFC en de gemeente Oostzaan moet het gesprek weer op gang komen. Het ‘armpje drukken’ voor de rechtbank leidt tot niets. Het leidt alleen maar tot meer afstand. Er moet duidelijkheid komen. De club moet transparantie bieden en de gemeente moeten aangeven wat zij verlangt van de club. De gemeente en OFC zijn namelijk groter dan de ego’s van bestuurders. Bestuurders zijn slechts passanten.

Het belangrijkste is echter dat binnen OFC, de gemeente en de Oostzaanse gemeenschap de verstandige mensen opstaan. Deze mensen moeten zeggen dat het zo niet langer kan. Laten we gewoon weer normaal doen in ons dorp zodat er lekker gevoetbald kan worden bij ons Oostzaanse trots. Om Ernst Happel te citeren: “Kein geloel, fussbal spielen” moet het uiteindelijke doel zijn.