Fluxus-directeur Otto Berg wil een fijnmazig cultuuraanbod met het cultuurcluster als essentiële schakel volgens een interview in Dagblad Zaanstreek. Berg leidde in Arnhem een cultuurcluster waar het “van ’s morgens vroeg tot ’s avonds een komen en gaan van mensen” was.

Maar hoe ging het in Arnhem waar Berg van mei 2014 tot juli 2016 interim-directeur van Rozet (bibliotheek, erfgoedcentrum, Kunstbedrijf, kunstuitleen en Volksuniversiteit) was? Rozet opende in 2013 en moest in 2016 en 2017 met € 747.000 extra subsidie gesteund worden. De tweede helft van het Kunstencluster werd nooit gerealiseerd.

Arnhemmer en cultureel ondernemer Lex Kwee heeft jarenlang middenin de Arnhemse discussie rond de clustering gezeten en schreef de volgende bijdrage voor De Orkaan.

Lex Kwee: De negatieve business case van een multicultuurpaleis

Gesubsidieerde instellingen zoals bibliotheken, muziekscholen, theatergezelschappen, orkesten, stedelijke musea, filmhuizen, basisscholen, peuterspeelzalen, sportclubs en wijkverenigingen kunnen zelden een commercieel huurtarief opbrengen voor de ruimtes die zij gebruiken. In de meeste steden zijn deze organisaties gehuisvest in oude gebouwen, die zij met hun vrijwilligers grotendeels zelf beheren, schoon maken en onderhouden. Om de exploitatiekosten laag te houden staat de kachel laag en repareren vrijwilligers de lekkende kranen zelf.

Dure samenwoonconstructies

De laatste jaren zijn steeds meer steden ertoe overgegaan om hun sociale en culturele instellingen nieuwe huisvesting aan te bieden. Omdat het zelden voorkomt dat de nieuwbouw precies op maat is van een enkele instelling, en omdat projectontwikkelaars graag synergievoordelen in hun rekenmodellen stoppen, ontstaan hierbij heel aparte samenwoonconstructies. Het is jammer dat deze constructies in de praktijk zelden tot duurzame operationele en financiële voordelen leiden.

Zelfs op het oog voor de hand liggende combinaties, zoals een basisschool en een buitenschoolse opvang, blijken in de praktijk zelden in staat de voorgerekende synergievoordelen te realiseren. Dat heeft niet alleen te maken met verschillen in openingstijden, roosterplanning, verzorgingsgebied en wachtlijsten. Ook het afstemmen van schoonmaakprotocollen, beveiliging, beheersystemen, begroting- en financieringssystematiek kost in de praktijk meestal meer dan het oplevert.

Niemand ruimt graag de rotzooi van een ander op. Niemand wil graag nablijven om de deur voor een ander open te doen of om te controleren of na afloop van een bijeenkomst het alarm goed is ingeschakeld. Toch is dat de dagelijkse praktijk bij het gebruik van gezamenlijke ruimtes in multifunctionele gebouwen. Daarom worden werkzaamheden die ieder in zijn eigen gebouw door vrijwilligers kon laten doen in gedeelde gebouwen meestal uitgevoerd door duur betaalde professionals. Wie voorheen alleen huur, gas, water en licht betaalde, wordt zo gedwongen ook mee te betalen voor schoonmaak, beveiliging en andere facilitaire diensten.

Tel daarbij de hoge huurkosten in iconische nieuwbouw, die in de praktijk altijd miljoenen duurder wordt dan begroot zonder dat dat leidt tot enige vorm van huurcompensatie. Zo wordt samenwonen al snel veel duurder dan eigen huisvesting.

Een spreadsheet als directeur

Om de gewenste synergievoordelen van de nieuwe samenwoners in enige periode toch te realiseren wordt daarom vaak een (tijdelijke) directeur aangesteld, die met de spreadsheets in de hand orde op zaken kan stellen en in de overgebleven uren nieuwe huurders mag aantrekken.

Maar het kan niet worden uitgesloten dat de kleinere gebruikers, zoals wijkverenigingen en sportclubs, na verloop van tijd de som van huur en gebruikskosten niet meer kunnen opbrengen, als zij al niet eerder uit hun gebouw zijn verdrongen door nieuwe huurders die meer kunnen betalen. Zo krijgen nieuwe gebouwen tot ieders verbazing al snel lege plekken waar alleen met moeite (tijdelijke) huurders voor kunnen worden gevonden. Om de inkomstenderving een halt toe te roepen kan dan een commercieel directeur worden aangesteld, of wordt een van de directeuren vervangen door een commercieel type.

De fusie als verdwijntruc

Als de aanstelling van nieuwe directeuren niet voldoende is om de gezamenlijke exploitatie sluitend te krijgen resteert een nog drastischer maatregel. In Arnhem worden gezamenlijk gehuisveste instellingen soms gedwongen om te fuseren. In het financieel optimale scenario fuseren daarbij niet alleen de gebruikers, bijvoorbeeld muziekschool en bibliotheek, maar wordt ook de verhuurder in de fusie betrokken. Dat heeft als bijkomend voordeel dat hiermee de structurele exploitatietekorten van huurders én verhuurder tegen elkaar kunnen worden weggestreept en dat elke relatie tussen de nieuwe exploitatie en de oorspronkelijke “business case” onzichtbaar en oncontroleerbaar is geworden.

Maar als dan na een of meer jaren de aanloopsubsidies en compensaties van de frictiekosten zijn beëindigd en de eventuele opstartleningen (in Arnhem ook wel bekend als staatssteun voor de Horeca BV) zijn kwijtgescholden komt het structurele exploitatietekort van de veel te dure nieuwbouw alsnog naar boven.

Iconisch gebouw is alleen mooi van buiten

Daarna rest er voor de gefuseerde organisaties nog maar één instrument: de jaarlijkse kaasschaaf. Het programma wordt verder verkleind, de inkoop wordt getemporiseerd, de collectie wordt verkocht en de laatste resterende personeelsleden, die tegen die tijd al lang geen CAO of arbeidscontract meer hebben, zien hun zzp-opdracht omgezet in een oproep-flexconstructie zonder omzetgarantie, maar met de plicht om zelf mee te betalen voor het gebruik van hun werkruimte.

De enigen die winnen bij de bouw van multicultuurpaleizen zijn de architecten die elkaar architectuurprijzen mogen toekennen, de nieuwe directeuren die voor een vorstelijk honorarium de fusies mogen vertalen in tijdelijk sluitende begrotingen en de wethouders die bij de feestelijke opening de lintjes doorknippen en al lang zijn vertrokken als de programmatische kaalslag begint. En natuurlijk de projectontwikkelaars en bouwbedrijven, die maar al te graag meebetalen aan de gelikte presentaties en flitsende 3D visualisaties waarmee architecten en wethouders de bevolking warm maken voor de nieuwbouwplannen.

Wederhoor in andere gemeentes

Als dus een architect, een pas aangestelde of beoogde (interim) directeur of een wethouder een pleidooi houdt voor de bouw van een nieuw culturpaleis, is het van het grootste belang om in andere gemeentes wederhoor te halen bij ontslagen docenten, verzelfstandigde beheerders, verdrongen verenigingen en andere slachtoffers van deze nodeloze bouwwoede.

Kan het ook anders?

Ja, maar alleen als aan drie principes wordt voldaan.

  1. Huisvest deze instellingen niet in dure nieuwbouw waarvan zij de (jaarlijks stijgende) huur en de in een eigen gebouw onnodige facilitaire servicekosten niet structureel kunnen betalen. Gebruik beschikbare bouwbudgetten en subsidies voor onderhoud en verbetering van bestaande gebouwen. Is er nieuwe ruimte nodig, kijk dan eerst naar leegstaande gebouwen zoals kerken en verlaten kantoren.
  2. Dwing geen organisaties tot samenwonen als zij niet zelf al voor meer dan 80% van de dagelijkse gebruikstijd een gezamenlijk programma hebben.
  3. Probeer exploitatietekorten niet te compenseren met omzet uit branchevreemde activiteiten (horeca, feesten en partijen, zaalverhuur, …) die niet alleen marktverstorend werken (waarom zou een partij met gemeentelijke subsidie concurreren tegen bestaande horeca en zaalverhuurders?) maar bovendien de kleinere huurders uit het gebouw verdringen als zij de commercieel ingezette faciliteiten zelf niet meer kunnen betalen of gebruiken.

Hoe weten we dit?

Met de lokale nieuwssite Arnhem-Direct volgen wij de (desastreuze) ontwikkelingen in Arnhem op het gebied van multifunctionele centra, wijkcentra en buurthuizen, kunst- en cultuurclusters, muziekscholen, theaters en musea al sinds 2008.

Met onderzoekbureau Bouwpraktijkinnovatie hebben wij in opdracht van gemeentes, corporaties, gebiedsontwikkelaars en branche-organisaties honderden projecten en plannen onderzocht en geëvalueerd, zowel in het planstadium als tijdens beheer en gebruik.

Als secretaris-directeur van de BNSP (beroepsvereniging van stedebouwkundigen) heb ik tientallen plannen voor “cultuurpaleizen” kunnen bespreken en beoordelen met wethouders, ontwikkelaars, ontwerpers en exploitanten. Zowel echte plannen als inzendingen voor prijsvragen.

Meer lezen (NB deze artikelen zijn van voor de migatie van Arnhem-Direct naar een nieuw platform. Illustraties zijn bij de migratie niet meegekomen en de opmaak is niet up to date)