‘Denken als een vleermuis.” Dat gebeurt te weinig in Zaanstad volgens David Sluis.

Daarom wordt er te veel en te snel gekapt, en te weinig onderzoek gedaan in gebieden waar vleermuizen zouden kunnen voorkomen.

Dat geldt bijvoorbeeld voor het nieuwe Kraaien-terrein in Rooswijk en ’t Kalf.

Door David Sluis

Telt de vleermuis nog in Zaanstad?

Vleermuizen zijn kwetsbaar, het zijn vliegende zoogdieren die hoge eisen stellen aan hun leefomgeving. Alle in Nederland voorkomende vleermuizen zijn zwaar beschermd door de Natuurbeschermingswet.

Nu is de ene vleermuis de andere niet, en soorten hebben veelal totaal verschillende jachttechnieken, verblijfplaatsen, trekgedrag etc. In de Zaanstreek heb je al snel met een tiental soorten van doen. Dit komt ook door de waterrijke gebieden. Soorten als de water- en meervleermuis foerageren voornamelijk boven waterpartijen. Ze scheren vlak boven het water en ‘harken’ met hun poten insecten of andere ongewervelden van het wateroppervlak (of vlak daarboven) af. De meervleermuis verblijft tijdens het voortplantingsseizoen in gebouwen. Dit kunnen kerktorens, spouwmuren maar ook zolders van verlaten gebouwen zijn. Dergelijke verblijfplaatsen zijn voor hen het equivalent van rotsspleten of grotten. Maar niet elke plek is geschikt. Het mag niet te warm zijn, te vochtig of te opzichtig i.v.m. roofdieren.

Een andere vaak ‘geziene’ soort is de gewone dwergvleermuis. Deze kleine soort is ook een liefhebber van spouwmuren, maar kan ook onder dakpannen, achter daklijsten en in vleermuiskasten verblijven.

In de kraamtijd leven de vrouwtjes veelal in kolonies. De 1 tot 2 jongen die ze krijgen, worden van vette moedermelk voorzien. Deze kolonies kunnen bestaan uit meerdere tot honderden exemplaren. Het is bekend dat de kolonies zich soms verplaatsen, met jongen en al, naar een andere plek. Al met al is het buffelen voor moeder vleermuis. Uren en uren wordt er ’s nachts gejaagd, de jongen zijn hongerig en moeder moet zelf ook nog leven.

Geschikte verblijfplaatsen kunnen soms decennia achter elkaar gebruikt worden, waarbij de kolonie in omvang kan groeien. Doordat het insectenaanbod in de winter te laag is en de energetische kosten van het lichaam warm te houden te hoog, gaan ze in winterslaap. Lekker met zijn allen bij elkaar, de mannetjes soms incluis. In de winter kan de spouwmuur die werd gebruikt voor de kraamtijd ook worden gebruikt als winterverblijf.

Naast kraamverblijven en winterverblijven hebben ze ook nog behoefte aan paar- en baltsplekken, rustverblijven en diverse jachtbiotopen, afhankelijk van de soort en omstandigheden. Allememachies, en al het bovenstaande is nog vereenvoudigd weergegeven ook, het is allemaal heel complex.

Onderzoek

Je zult begrijpen, dat het moeilijk te voorspellen is waar en hoe een vleermuis gebruik maakt van zijn omgeving. Dit kan eigenlijk alleen maar door gericht onderzoek. Een geoefend oog kan overdag rondlopend door een woonwijk en een vermoeden hebben van de geschiktheid van de biotoop, maar eigenlijk weet je dan nog vaak niets. Daarom zijn er stringente protocollen en kennisdocumenten die beschrijven wat je moet doen, waarmee en wanneer om inzicht te krijgen in de locaties die vleermuizen gebruiken. Volgens de Natuurbeschermingswet is het namelijk verboden om vleermuizen opzettelijk te verstoren of te doden.

Dat onderzoek vindt vaak ‘s nachts plaats. Vleermuizen jagen vangen dan insecten met een hoogst gecompliceerde echolocatie: de vleermuis stoot al vliegend ultrasone geluiden uit. Als deze geluiden ergens tegenaan botsen, kaast het geluid terug (echo). De vleermuis vangt deze echo op en kan dan ‘uitvogelen’ waar het betreffende insect zich bevindt. Laat dit even op je inwerken. Al vliegend een mug detecteren en hem ‘spot on vangen’ en opeten, en dit allemaal op basis van geluid, hoe knap is dat!

De ultrasone geluiden zijn voor mensen slecht hoorbaar. De meeste soorten stoten te hoge geluiden uit, die sowieso onhoorbaar zijn. Met de z.g. batdetector, die de ultrasone geluiden omzet in voor de mens hoorbare geluiden, kan je na enige oefening soorten van elkaar onderscheiden, want elke soort heeft een eigen frequentie en patroon.

Met deze batdetector kun je dus inzicht krijgen waar vleermuizen jagen en van welke biotoop ze gebruik maken. Ook kun je in combinatie met zichtwaarnemingen in de avond- en ochtendschemering ontdekken waar ze verblijven. Dat kunnen structuren aan/in gebouwen zijn, maar ook een holte in een boom.

Fortuinterrein / Kraaien

Onderzoek vergt een gestructureerde aanpak. Daarom zijn er z.g. vleermuisprotocollen. Eén van de eerste stappen van het protocol: zijn er bomen van meer dan 30cm doorsnee aanwezig? Zo ja, inspecteer die bomen op geschikte holen (bv-spechtengaten) of loszittende schorsdelen, want daar kunnen ze gebruik van maken. Hoe moeilijk kan dit zijn, zou je denken? Nou, rondom de hele heisa van de mogelijke verhuizing van hockeyclub de Kraaien naar het Fortuinterrein in Zaandijk ging het daar goed mis. De gemeente had daar een ecologisch bureau in de arm genomen (ik noem geen namen) voor alle mogelijk aanwezige dieren. Van amfibieën t/m broedvogels, maar dus ook vleermuizen.

De rapportage repte hoofdzakelijk over foeragerende vleermuizen, een viertal soorten. Van bewoning of verblijven was geen sprake, aldus het bureau. Het gekke was dat ik uit interesse twee winters geleden ben wezen kijken op het Fortuinterrein. Al direct vielen mij de tientallen spechtengaten, vorstscheuren en losse schorsdelen op, potentiele onderkomens die nergens werden vermeld in de rapportage, laat staan geïnspecteerd of onderzocht.

Om een lang verhaal niet nog langer te maken: in de nasleep hiervan zijn eigen onderzoek, rechtszaken, raadsvragen, inspraak, en mogelijk honderden uren aan ge-ouwehoer en schrijfwerk nodig geweest om te komen waar het nu is. De te kappen bomen en de aanwezige mogelijk geschikte holen voor vleermuizen worden voor de kap geïnspecteerd met een camera (endoscoop). De kap is nog niet aanstaande, maar om gezeik te voorkomen in de toekomst, timmeren we (gemeente) de holen preventief dicht zodat de lastige vleermuizen of broedende vogels geen kans maken om de boel toekomstig verder te frustreren.

Denk even na. Doelbewust een prachtig kleinschalig natuurgebiedje met hoge natuurwaarden preventief nekken, om zodoende af te zijn van nieuwe procedures. Gefeliciteerd Zaanstad! “We trekken de natuur de stad in” stond in het Coalitieakkoord. Nu hebben we ergens spontane natuurwaarden, want zo durf ik dat terrein te kwalificeren, en wat gaan we doen? We timmeren letterlijk de vleermuizen eruit! Wat vindt de in dienst zijnde stadsecoloog hiervan? Het korte antwoord is “we weten het niet”, want de beste man is onzichtbaar. Of ik heb wat gemist, maar in geen enkel publiek debat rondom deze thematiek heb ik een geluid gehoord waarin gepleit wordt voor bescherming en behoud, of tenminste aandacht.

Dus, te vuur en te zwaard moet alles bevochten worden, omdat het niet deugt, het ene belang gaat boven het andere. Dat mag, mits er wel een level playingfield is. Dat is er niet volgen mij, dus daardoor weer rechtszaken, vertraging etc.

Bomenkap ’t Kalf

In ’t Kalf werd de riolering vervangen. Een paar kritische burgers vonden dat er wel heel makkelijk heel veel bomen werden gekapt, dus klommen zij in de pen. Je raadt het al, de pen werd een rechtszaak waardoor de hele boel danig vertraagd is. Nu woon ik zelf ook in ‘t Kalf, en heb me bewust niet bemoeid met deze zaak, gewoon omdat ik er even geen fut voor had.

Door de rechtszaken is de kap in de resterende gebieden tot deze maand uitgesteld, is daar de kous mee af? Nou wat mij betreft niet. Vind ik dat de riolering vervangen moet worden? Jazeker, broodnodig! Vind ik dat de gemeente zich van zijn beste ecologische kant heeft laten zien? Nee, niet echt, daar gaan we weer…

Al eerder hebben delen van de wijk nieuwe riolering gekregen. Daarom moeten soms bomen wijken, logisch. Gelukkig is door de gemeente nauwkeurig in kaart gebracht welke bomen dit waren, en ook waar eventueel nieuwe bomen werden terug gepland, al dan niet op dezelfde plek, ter compensatie. So far, so good. Natuurlijk, oude bomen van 30 jaar of ouder laten zich niet compenseren, en veelal komen er beginnende bomen voor terug, maar het is beter dan niets.

Je moet dus gericht onderzoek doen als er een vermoeden bestaat dat er vleermuisbelangen in het geding komen. Dergelijk onderzoek kan gefaseerd worden om onnodige kosten te vermijden. Een veel gebruikt middel is de Quickscan. Men bezoekt het plangebied en op basis van een expert judgement maakt men een inschatting of er kans is dat beschermde soorten (bv. vleermuizen) schade kunnen ondervinden. Het bestraten van een wegdek heeft een andere impact dan het renoveren van gebouwen of het kappen van bomen, vanuit de vleermuis geredeneerd. Daar moet je dus rekening mee te houden als je zo’n QuickScan uitvoert: denk als een vleermuis!

Bekenbuurt copy

 

In 2016 wordt het hele Kalf op klaarlichte dag bekeken door een ecologisch onderzoeksbureau in twee dagen tijd. Men concludeert in de rapportage het volgende (in vet de meest in het oog springende zaken), ik citeer:

  • Het plangebied is voor de diverse vleermuizen geschikt als foerageergebied en vliegroute door de aanwezigheid van bomenlanen, bosschages, waterelementen en andere groenstructuren.
  • Op 1 locatie aan de Kievitweg staan vier dikke populieren op de nominatie om gekapt te worden. Dit zijn de enige bomen die op de kaplijst staan met specifieke potentie voor verblijfplaatsen van vleermuizen en/ of holenbroeders (vogels). Met de kap van de populieren kunnen negatieve effecten op verblijfplaatsen van vleermuizen niet bij voorbaat worden uitgesloten. Nader onderzoek naar de functie van deze bomen als mogelijke verblijfplaats is noodzakelijk.
  • Het plangebied heeft mogelijk een functie als foerageergebied voor vleermuizen. Daarnaast zijn er ook diverse vliegroutes langs de diverse groenelementen in het plangebied te verwachten. Door de verwijdering van een aantal bomen en het verplaatsen van de straatverlichting verdwijnen mogelijk foerageergebieden en vliegroutes.
Kievitsweg 2008 copy
Kievitweg 2008

Men stelt dus vast wat elke inwoner van het Kalf weet die in ‘s avonds door de wijk wandelt: het gebied is geschikt voor vleermuizen, en door de ingreep kunnen mogelijke functionaliteiten verdwijnen. Specifiek noemt men de bomen aan de Kievitweg, waar mogelijk geschikte holen inzitten. Deze holen zijn naderhand geïnspecteerd en waren vrij van gebruik. De bomen zijn dus gekapt. Het waren zeven grote schietwilgen en geen populieren (zie foto). Op zich netjes, deze werkwijze, behalve dat het voorbij gaat aan de andere mogelijke gebruiksfuncties van die bomen. Het kunnen bv traditionele paarbomen zijn, of foerageergebied? Of een vliegroute? We weten het niet.

Kievitsweg 2020 copy
Kievitweg 2020

Alleen al het kale feit dat het zeer waarschijnlijk is dat er vleermuizen aanwezig kunnen zijn en dat er zaken in hun leefomgeving verdwijnen (bomen) of veranderen, maakt dat je de wettelijke plicht hebt om het niet te laten bij een Quickscan.

In 2019 is opnieuw een Quickscan gedaan. Waarom? Waarschijnlijk omdat de QuickScan uit 2016 niet meer geldig is. De tweede QuickScan is uitgevoerd door een boomverzorgingsbedrijf (ik noem geen namen) in de Beken-, Meren- en Diepenbuurt.

Een boomverzorgingsbedrijf heeft geen ecologische kennis van vleermuizen, en dat pretenderen ze ook helemaal niet op hun website. Ook zijn ze niet aangesloten bij het Netwerk Groene Bureaus, een soort keurmerk. Gek genoeg mochten ze wel in april 2019 de wijken schouwen? De rapportage bevestigde wat al bekend was: geen kaas gegeten van vleermuizen en hele vage uitspraken. Compleet waardeloos. Waarom laat de gemeente iets dergelijks uitvoeren door zo’n bedrijf? Wat is de waarde daarvan? Verspilling van geld en tijd.

Normaliter wordt (bijna) altijd nader onderzoek gedaan, als de QuickScan daar ook maar enige aanleiding voor geeft. Maar eigenlijk was zelfs de QuickScan goeddeels weggegooid geld. Het is evident dat de gemeente zelf weet dat er zich vleermuizen bevinden in ‘t Kalf. In veel andere wijken zitten ze ook, zo blijkt bv ook uit de Zaanse Natuuratlas. Daarnaast, we hebben toch een ecoloog in dienst, die weet dat 100% zeker ook! Maar nee, we doen geen gericht onderzoek. De rechtszaken die daarover zijn gevoerd werden verloren door de appellanten en nu zal je denken, “zie je wel, niks aan het handje”, maar niet zo snel. Volgens diezelfde appellanten, twee doorgewinterde advocaten, was de jonge rechter niet bij machte de zaak te overzien, zo werd na één minuut rechtszaak duidelijk aldus hen. Ik moet deze constatering voor kennisgeving aannemen, ik was er niet bij.

Maar is het pleit nu beslecht? Niet echt. Er zijn door o.a. de SP schriftelijke vragen gesteld. Hierop kwamen antwoorden die niet tot bevrediging stemden, dus hup, vragen erover heen en een gesprek met wethouder en ambtenaren. Oh ja, er is recent nog een derde QuickScan geweest, pfffff…

Merenbuurt copy

Provincie Noord-Holland

Als er natuurbelangen in het gedrang komen, en je vindt dat de Natuurbeschermingswet wordt overtreden, dan kun je ‘du moment’ dat de kettingzaag in de boom gaat aan de bel trekken bij de Omgevingsdienst van Noord-Holland. Zij kunnen bij handhavend optreden. Om dit hele gedoe voor te zijn, heb ik eens gebeld met ze, en gevraagd hoe zij hier tegenaan kijken. Inderdaad, hebben zij er ook vraagtekens bij op basis van mijn betoog, maar formeel kunnen ze pas handelen als er daadwerkelijk gekapt wordt, en de Natuurbeschermingswet wordt overtreden. En hier begint het schemergebied. Wanneer is iets een overtreding?

Als de gemeente had ingezien dat meer onderzoek noodzakelijk was geweest en als daaruit geconcludeerd was dat er sprake was van aantasting van de leefbiotoop van de vleermuis, zou dat gecompenseerd moeten worden. Omdat er dus een verstoring optreedt in het leefgebied van de vleermuis, ben je VERPLICHT om een ontheffing i.h.k.v. de Natuurbeschermingswet aan te vragen bij de Provincie Noord-Holland. Deze beoordeelt de aanvraag, en ziet erop toe dat er voldoende zorg is (mitigatie en compensatie) voor de vleermuizen. Ook moet worden aangetoond dat de ingreep relevant is en dat er geen alternatieven zijn. Een alternatief zou kunnen zijn: verleg een stukje riolering en spaar die boom. Maar zover is het nooit gekomen. Er is geen ontheffingsaanvraag geweest, want de gemeente concludeert dat er op basis van de drie QuickScans geen aanleiding voor is. De gemeente staat op het standpunt dat er geen significante gevolgen zijn voor de vleermuizen en dat een ontheffingsaanvraag dus niet aan de orde is.

Dit begint te lijken op een ‘Self-fulfilling prophecy’. Je redeneert naar het antwoord toe, in alle wijsheid. Dwars tegen boerenverstand, common practise, duidingen in QuickScans, eigen gemeentelijke historie (vroeger ging het echt anders weet ik uit eigen ervaring) en zware inspanningen van derden in die er kennelijk anders over denken. Koning in eigen koninkrijk. Maar goed we zitten nu in het eindspel. Recent is de laatste QuickScan voorgelegd aan de Provincie Noord-Holland, ook na toezeggingen n.a.v de raadsvragen. Gaat de Provincie Noord-Holland akkoord met dit indicatieve onderzoeksmiddel? Het idee bij Zaanstad is dat daarmee de kous af is, en dat de kap spoedig kan aanvangen, want er vinden tenslotte geen overtredingen plaats.

Dat kan je volgens mij alleen maar vaststellen als je kennis hebt over de relatie tussen de te kappen bomen en de aanwezige vleermuizen. Die kennis is er nu niet, want onderzoek is er nooit geweest. Nu denkt u misschien ook: “ach wat maakt die ene boom nu uit, er blijven er nog veel over”. Inderdaad er blijven er gelukkig nog veel over, en sterker nog, er worden er ook nog herplant. Maar als daar de gedachtegang ophoudt, schieten we ernstig tekort. Wat voor een mens een boom is kan voor een vleermuis essentieel zijn. Je moet gaan denken als een vleermuis, en dat doet de gemeente niet.

Ik heb zelf een rondje gemaakt langs de te kappen bomen, en geef een voorbeeld waarmee hopelijk het voorgaande betoog gaat landen.

Er zijn diverse bomen die langs zijgevels van hoekwoningen staan. Dit kunnen soms forse exemplaren zijn (zie foto’s). Behalve dat de boom wordt gebruikt als foerageergebied, vanwege de insecten, dienen deze bomen (mogelijk) vele andere functies waaraan voorbij wordt gegaan, maar wat wel beschreven staat in kennisdocumenten van de Rijksoverheid over deze materie, dus mag je verwachten dat de gemeente dit ook weet, of moet weten. De bomen kunnen functioneren als een thermostaat voor de spouwmuur. Felle zon wordt afgeschermd, evenals wind. De boom verdampt water en koelt de omgeving enigszins. De boom onttrekt het in- en uitvliegen van de vleermuizen aan het zicht van mogelijke predatoren zoals uilen of katten die op de dakrand kunnen zitten. De boom verduisterd straatlicht. De boom kan een paarplaats zijn, die jaar in jaar uit gebruikt wordt. De spouwmuur kan zo gunstig zijn dat er zich grote kolonies in kunnen bevinden, zomer en/of winter.

Hebben we nu kennis van dergelijke zaken? Niets nakkes nada! Nee hoor, we gokken dat het allemaal goed komt. Wat maakt het uit die paar bomen. Die vleermuizen redden zich maar met een andere spouwmuur, of vertrekken dan maar. Maar zoveel geschikts is er niet, of al bezet. Vleermuizen zijn kwetsbaar. Ze produceren weinig jongen en de overlevingskans is laag. Een populatie kan, indien er een tipping point is bereikt, instorten. Het insectenaanbod is ook al dramatisch verminderd door met name pesticiden. Overmatige verlichting, geluid, drukte, bomenkap, ze staan onder druk. Daarom ook de hoogste beschermingsgraad. Daar zal Zaanstad ook mee moeten dealen, maar liever omarmen als je het mij vraagt. En als de mores bij alle projecten net zo is, dan heb ik daar zeer weinig vertrouwen in zal ik u eerlijk zeggen. Natuur is van zeer groot belang voor iedereen, daar mag men zich wel iets meer rekenschap van geven. De grondhouding is verkeerd, dus dat levert maatschappelijke weerstand op en dan krijg je dit.

(foto’s Kalf: Google Streeview, foto boven is van René Janssen uit artikel over vleermuizenjacht in Busch en Dam)