Na het jaar ervoor de hele zomer met weinig plezier en tegen een schamele vergoeding voor de Boerenleenbank* te hebben gewerkt, was het tijd voor de grote sprong voorwaarts: voor het grote geld in de ploegendienst bij Van Gelder Papier in Wormer.

Door Piet Bakker

Ik kende het bedrijf omdat ik daar elke dag langsfietste naar school. Van Gelder was het bedrijf van Wormer. Iedereen werkte bij Van Gelder. Je kon je aanmelden voor de dagdienst – maar dat verdiende matig – of voor de ploegendienst, ook wel Franse volcontinue genoemd: drie dagen ochtend (06.00 – 14.00 uur), dag rust, drie dagen middag (14.00 – 22.00), twee dagen rust, drie dagen nacht (22.00 – 06.00) en dan weer een dag rust.

De ’22’

Voor de volcontinue was ik een jaar te jong. Ik pluste er een jaartje bij toen ik bij de personeelsafdeling langsging en kon meteen aan de slag. Controle van papieren vond men niet nodig.

Een Arbo-dienst was er ook niet. Ik liep tijdens het werk langs de duizelingwekkend snelle papierrollen van de ‘22’ waar de beschermingsbalk meestal omhoog stond. (De ‘bobines’ aan het eind van de ‘straat’ met de papiermachines hadden allemaal hun eigen nummer – de 22 leverde een 5 meter brede rol af waar behang van Rath & Doodeheefver uit gesneden werd). Die balk moest voorkomen dat je hand tussen de rollen terecht kwam – als dat gebeurde werd je minstens 12 meter langer volgens mijn ploegmaten.

Ik heb dat nooit meegemaakt maar de Italianen en Spanjaarden in mijn ploeg konden daar smakelijk over vertellen. Er gebeurden sowieso weinig ongelukken, soms gingen er volgens het bord naast de prikklok bij de ingang wel drie of vier dagen voorbij zonder ongeval. Dat was kennelijk een goed teken.

De uurtjes aan het eind van de nachtdienst waren riskant, zo rond 03.00 ’s nachts kon ik m’n ogen vaak niet meer openhouden, en deed wel eens een dutje in een container met restpapier. Dat was niet zonder risico, eens in de zoveel uur werd die onder een grote pers gereden die er een klein pakketje van maakte. Ik werd altijd op tijd wakker. De permanente herrie in de fabriekshal zorgde er wel voor dat je niet al te vast insliep.

Als de messen op de rol ingesteld waren en de bobine eenmaal liep, duurde het wel 20 minuten voordat de rol klaar was (die moest worden gescheiden in rollen van behang-formaat, ingepakt en naar het magazijn gebracht). In de tussentijd kon je koffiedrinken. Dat gebeurde in een geluiddicht hokje naast de bobine, anders kon je elkaar niet verstaan.

Pipo

Mijn ploegbaas heette Pipo en was Spanjaard of Italiaan (ik denk het laatste, aan de naam te zien). Hij had een hoog stemmetje en een eenvoudige introductiecursus: je kreeg een mes (want zonder mes kon een papierman niet) en een waarschuwing: “goed opletten bij de rol”. Het mes hield je scherp met schuurpapier.

Ik verdiende goed, op vrijdag lag er een cellofaan zakje bij de portier waarin alles zo was gevouwen dat je het zonder de verzegeling te verbreken kon tellen. De verdienste was vooral goed omdat ik meestal te uitgeteld was om het uit te geven. Meteen vanuit de dagdienst (eindigend om 22.00 uur) naar het café kon niet omdat je te erg stonk en onder het stof zat. De jongens die bij de ‘5’ stonden moesten eerst het asbest uit hun haar wassen (had ik al verteld dat er geen Arbo-dienst was?).

In 1980 keerde ik als journalist terug bij Van Gelder, de fabriek stond op het punt te sluiten en ik maakte voor weekblad De Tijd twee reportages over de laatste weken: “boven Wormer hangen donkere wolken omdat Van Gelder wordt uitgemolken” stond er op een spandoek.

Het mes heb ik nog altijd.

(Lees ook van Martin Rep: Tussen de trilbakken van Drukkerij Huig en Vakantiewerk: Polak & Schwarz, De Vries, AH… van Martin Nierop.)

Het mes van Pipo

* Het verhaal is 100 procent waar (denk ik), maar omdat het zich 50 jaar geleden afspeelt, ben ik niet geheel zeker van alle namen, tijden en details. Was het niet de Raiffeisenbank? Heette de ploegbaas wel Pipo? Kwam hij uit Spanje of Italië?

Foto helemaal boven: Werknemers aan de papiermachine, Links Gerrit Schotman Sr. Jaren vijftig, gemeentearchief Zaanstad.

Foto Wim Krijt (Gemeentearchief Zaanstad), sloop in 1985
Mijn reportage in De Tijd (11 april 1980)
Mijn reportage in De Tijd, deel 2 (18 april 1980)
Op de plek van de fabriek kwam woningbouw, hier de aanbouw van Zonnestaete, hier kochten mijn ouders een appartement (Ronald Peeters, 1992, Gemeentearchief Zaanstad).