De Raad van State adviseert de regering om het wetsvoorstel ‘Huurbevriezing woningcorporaties 2025 en 2026’ niet in te dienen bij de Tweede Kamer. Het is onzorgvuldig en met te veel haast in elkaar gezet, de gevolgen zijn niet duidelijk, een goede probleemanalyse ontbreekt.

Dat de half miljoen huurders die niet van een wooncorporatie huren buiten de boot vallen, is ook een probleem volgens de Raad van State: ‘daarmee is het wetsvoorstel in strijd met het gelijkheidsbeginsel’.

Dat woningcorporaties tegen tekort van circa € 1,5 miljard per jaar oplopen ‘wordt niet structureel en maar voor een deel gecompenseerd’. De gevolgen zullen fors zijn:

‘Naar schatting zullen 85.000 woningen minder worden gebouwd en zullen 365.000 minder woningen worden verduurzaamd. Ook is het denkbaar dat onderhoud en renovatie worden uitgesteld en dat sommige woningcorporaties vastgoed moeten verkopen om aan de financiële eisen te voldoen. Dit staat op gespannen voet met de doelstellingen van de regering ten aanzien van nieuwbouw en verduurzaming en vormt een ernstige tekortkoming in het licht van de grondwettelijke zorgplicht van de overheid op dit terrein.’

Het kabinet hoeft een advies van de Raad van State overigens niet op te volgen. Minister Mona Keijzer (BBB) vond het plan van de coalitie – ingestoken door de PVV – echter zelf eigenlijk ook al niks, de Tweede en Eerste Kamer (in die volgorde) moeten als het toch wordt ingediend over het wetsvoorstel beslissen (de coalitie heeft wel een meerderheid in de Tweede Kamer maar niet in de Eerste).

Aedes, de koepel woningcorporaties, heeft al een rechtszaak aangekondigd als de plannen wel door zouden gaan.

Door Piet Bakker op basis van advies van Raad van State en eerdere artikelen op De Orkaan. Foto: project Zaaneiland (Richdale wil daar 120 sociale huurwoningen bouwen).