Eind vorige week werd de nieuwe milieuvergunning van Olam van kracht. De Koogse cacao-verwerker gaat voorlopig net zoveel uitstoten als ze het afgelopen jaar deden (maar minder dan waar ze zeggen ‘recht’ op te hebben) en moeten over drie jaar de uitstoot aanmerkelijk verlaagd hebben.

Tegen de vergunning zijn wel bezwaren aangetekend maar die hebben geen opschortende werking. Eén van de bezwaarmakers is Robert van Tellingen, een ‘buurman’ van Olam. Hij woont ook in Stationsstraat en tekende het volgende bezwaar aan tegen het besluit:

Bezwaar tegen Milieuvergunning

  1. De fabriek en/of de Omgevingsdienst zijn de afgelopen jaren in gebreke geweest door de milieuvergunning niet aan de destijds geldende normen te toetsen.
  2. Olam poogt om maximaal rendement te halen met een manier van werken, waarbij de omgeving van secundair belang is. Het bedrijf heeft mensen in dienst om dit te realiseren, terwijl de omgeving van Olam bestaat uit particulieren, die niet de kennis, de tijd en het geld hebben om hier op eenzelfde manier mee om te gaan. Er is sprake van een onevenwichtig speelveld.
  3. De omgevingsdienst laat met het voorgenomen besluit niet zien dat het er voor de omgeving is, maar de dienst kijkt vooral hoe de fabriek onder de huidige wetgeving wel kan opereren, ook al gaat dit ten koste van de gezondheid van de omwonenden. De presentatie van 15 april is hier een flagrant voorbeeld van. Het past in de bestuurscultuur, die de huidige generatie politici verafschuwt.
  4. De vermeende daling van de vergunde en werkelijke emissie is een farce, gebaseerd op fictieve getallen uit 1994. Ze worden nu ingezet om te verhullen dat de fabriek al jaren teveel ammoniak uitstoot.

Bezwaar

Ik maak als omwonende van de fabriek bezwaar tegen de voorgenomen vergunning op grond van de volgende argumenten.

  • Olam krijgt van de omgevingsdienst drie jaar de tijd om te voldoen aan de huidige landelijke uitstootnorm. Dit is onacceptabel. Olam moet per direct voldoen aan de landelijke uitstootnorm. Ook als dit betekent dat ze tijdelijk minder kunnen produceren, tot het moment dat ze de nodige aanpassingen hebben gedaan.

(als ik 100 km per uur rij en op het matrixbord staat dat ik 70 moet rijden, betekent dat ik direct 70 moet rijden en niet dat ik rustig het gas los kan laten tot de teller 70 aangeeft. Zo is het voor iedereen en dus ook voor Olam.)

  • In de argumentatie van de omgevingsdienst wordt ten onrechte uitgegaan dat de vergunde emissie in 1994 58,5 kg/uur betreft. Echter, het staat nergens in de vergunning van 1994. Hetzelfde probleem speelt met de concept natuurvergunning, die in beheer is van uw collega’s van een andere omgevingsdienst.

Als u hier beide toch aan vasthoudt, betekent dit:

  1. Dat de handhavers in 1994 bewust zoveel ammoniakuitstoot toestonden, dat de lokale bevolking ernstig gezondheidsgevaar zou oplopen. Het betekent ook dat de handhavers, inclusief de omgevingsdienst gefaald hebben in het beschermen van haar eigen bevolking. In dat geval neem ik u dat ernstig kwalijk.
  2. Of het betekent de fabriek handig gebruik gemaakt heeft van het feit dat er destijds geen getallen in de vergunning stonden. Olam heeft jarenlang het verzoek om een nieuwe vergunning getraineerd. De Omgevingsdienst heeft zich jarenlang in de luren laten leggen door een fabriek die heel handig de mazen van de wet opzoekt en heeft haar taak om te handhaven, door deze tegenwerking verzuimd.

Eén van beide is waar. Daarvan ben ik overtuigd. In beide gevallen is er sprake van een hechte band tussen de omgevingsdienst en de fabriek. Ik ben erg benieuwd hoe die band is, daarom doe ik tevens een wob-verzoek.

WOB-verzoek

Op grond van de wet Openbaarheid bestuur verzoek ik u om alle correspondentie betreffende de milieuvergunningen vanaf 1994, of in ieder geval vanaf het moment dat de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied hiervoor verantwoordelijk was, tot en met april 2021 aan mij te sturen.


Ook De Orkaan diende eerder een WOB-verzoek in bij de Omgevingsdienst en de gemeente Zaanstad om de cijfers achter de vergunning boven water te krijgen. De nieuwe uitstoot is namelijk gebaseerd op bedrijfsgegevens van Olam uit 1994. Daar zou uit af te leiden zijn dat Olam maar liefst 500 ton ammoniak per jaar zou mogen uitstoten (in 2019 was dat 80 ton, de jaren daarvoor ongeveer 60 ton). Die cijfers wil Olam niet openbaar laten maken (zij kunnen dat tegenhouden), dus bezwaarmakers (en de media) kunnen ook niet controleren of die fictieve 500 ton klopt. Vergeleken met 500 is 80 natuurlijk minder, maar vergeleken met de 60 uit 2017 en 2018 is het meer. Uiterlijk in 2024 moet Olam maatregelen hebben getroffen om de uitstoot van ammoniak verder te verminderen, hoeveel dat is, blijft onduidelijk. Olam kan ook tegen de vergunning in beroep gaan, bijvoorbeeld als ze niet of minder snel de uitstoot willen verminderen. Er kan in een later stadium ook beroep worden aangetekend bij de rechtbank en de Raad van State.