Na 47 jaar onafhankelijkheid

Tegenwoordig worden allerlei discussies gevoerd over de vraag “waar staat Suriname nu als land in het noorden van de Atlantische oceaan”.

Nederland heeft met de kolonisatie van Suriname en de rode draad van het slavernijverleden een gouden eeuw gekend. Daar heeft Suriname nauwelijks van geprofiteerd, ofschoon Suriname jarenlang een wingewest was van Nederland. Dat is geen nieuws, maar een harde feitelijkheid. Opeenvolgende regeringen zijn blijkbaar niet in staat geweest om op een duurzame wijze en met kracht Suriname tot ontwikkeling te brengen een goede toekomst te bieden. Het was allemaal een soort van ”houtje touwtje” met als gevolg dat er steeds meer verzet kwam in het land van allerlei bewegingen, dat uiteindelijk culmineerde in de bekende staatsgreep van 1980. Er is dus nooit rust en stabiliteit in het land geweest en dus ook geen ontwikkeling op sociaal en economisch gebied, altijd en alleen maar “dyugu dyugu” ( onrust ). Tot op dat moment hebben ze dus nimmer stabiele regeringen gehad die op een volwassen en zelfstandige manier zaken konden doen met het voormalige moederland, Nederland. Eigenlijk mag worden vastgesteld dat de onafhankelijkheid, de srefidensi, de merdeka of hoe je dat ook wil noemen veel uitdagingen met zich heeft meegebracht voor ons geliefde Suriname. Al jarenlang wordt er aandacht van Nederland gevraagd voor compensatie van het leed dat door het kolonialisme de slavernij en de slavenhandel in Suriname is veroorzaakt. 

Er worden allerlei schijnbewegingen gemaakt om tot een oplossing van dit vraagstuk te komen. Een vraagstuk waarvan het einde helaas nog niet in zicht is. De herstelbetalingen van de AOW gelden, met of zonder terugwerkende kracht. Het blijft allemaal stil om na verloop van tijd wanneer deze of gene wakker is geworden weer aan de bel te trekken bij de Nederlandse regering die ons vervolgens weer aan het lijntje houdt, zoals vandaag de dag het geval is. Er is een aantal steden en instanties dat terecht excuses heeft aangeboden voor het tijdperk van de Nederlandse slavernij in Suriname, maar de regering Mark Rutte zwijgt nog in alle talen en maakt alleen maar schijnbewegingen. Dank aan die gemeenten en hopelijk laat de in beginsel rode gemeente Zaanstad spoedig wat van zich horen. Hopelijk komt er enige opleving met de publicatie van het verzoek dat aan mij is gedaan om iets te schrijven aan de vooravond van de viering van de onafhankelijkheid van Suriname, 47 jaar geleden. Een opleving in de zin van herstelbetalingen van het slavernijverleden, een adequate reparatie van het AOW-gat alsook een aantal miljoenen donatie van Nederland aan Suriname om het gedane leed van onze voorouders te verzachten. Een door Nederland gefinancierd en goed doordachte, met de betrokkenen afgestemd multidisciplinair programma om de tot vandaag nog doorwerkende negatieve invloeden van slavernij en slavenhandel te neutraliseren. Pas dan kan de onafhankelijkheiddag van de republiek Suriname op 25 november groots en ordentelijk worden gevierd!