Regelmatig zie ik foto’s ‘van toen’ voorbijkomen op facebookpagina’s als ‘Zaandam toen en nu’ en ‘De rijke historie van de Zaanstreek’ (met de complimenten voor de beheerders) waar ik heel blij mee ben.

Veel foto’s halen herinneringen bij me op waardoor ik nostalgisch aan het mijmeren sla.

Een foto van het buurtje waar ik geboren en opgegroeid ben, de Schildersbuurt (het deel tussen Provincialeweg en Jan van Goyenkade) liet me even teruggaan naar mijn kinderjaren.

De achtertuin van mijn ouderlijk huis grensde achter de schutting aan een braakliggend stuk land, ‘ons’ landje, een speelparadijs gelegen aan de (toen nog) Laanweg.

Daar was het mooi en rustig wonen voor de bewoners van het rijtje solide 30er jaren woningen. Daarachter de Mauvestraat met het alom bekende Sportfondsenbad, gebouwd net voor 1940. Welke Zaankanter heeft daar niet zwemmen geleerd?

Wij moesten sowieso al op heel jonge leeftijd ons zwemdiploma halen, want er was veel water om ons heen en we wilden ’s zomers vlotje varen en ‘s winters schaatsen.
In de 60er jaren werd ons fijne landje ons ontnomen en bebouwd met woningen. Na de aanleg van de Vincent van Goghweg was de naam Laanweg weg! Een behoorlijke metamorfose had plaatsgevonden.

Het landje was vaak wat drassig, er groeiden prachtige wilde planten en met de jaren waren er ondiepe slootjes en poeltjes ontstaan. Elk voorjaar hoorden we de (mannetjes)kikkers kwaken en legden de vrouwtjes hun eitjes in het water; een slijmerige substantie met zwarte puntjes, de kikkerdril! Kikkers vonden we erg leuk maar moesten we met rust laten, dat wisten we, maar van de dril mochten we best wat meenemen naar huis. Gewapend met een emmertje en rubberlaarzen aan de voeten schepten we wat kikkerdril op en namen het mee om de eitjes in een grote glazen bak met slootwater en plantjes erin uit te laten komen. Voorwaarde was wel dat we de kikkertjes dan weer uitzetten in de slootjes waar ze vandaan kwamen want anders was het eigenlijk verboden…

Mijn juf op de lagere school vroeg me om wat kikkerdril mee naar school te nemen zodat we klassikaal het proces ‘van dril naar kikkers’ konden volgen.
Mijn schooltje heette de Rembrandtschool en was gelegen aan de Westzijde nabij de toenmalige gasfabriek. Later is er een nieuwe school voor in de plaats gekomen, de Hannie Schaftschool. De Rembrandtschool was een laag houten gebouw met 8 lokalen; een kleuterklas, 6 klaslokalen en vooraan bij de hoofdentree het domein van de juffen en de meesters. We moesten dus elke dag 4x een behoorlijk stuk lopen van huis naar school en terug, over een groot onontgonnen terrein. Maar dat vonden we heel gewoon.

Vanaf ons huis kwamen we direct om de hoek langs de vrijstaande woning van dr.van Raalten, geneesheer/directeur van het voormalig Gemeentelijke Ziekenhuis (1931-1965) aan de Frans Halsstraat. Medio jaren 90 werd het ziekenhuis verbouwd tot appartementencomplex en naar hem vernoemd: Dr.van Raaltenpark.
Ik maakte in mijn lagere schoolperiode nog mee dat het grote terrein opgespoten werd voor de aanleg van de Vincent van Goghweg. Het Zaanlands lyceum werd gebouwd en in 1970 de aula dat mede dienstdeed als theater ‘De Speeldoos’. De Vincent van Goghweg werd al snel een zeer drukke doorgangsweg.

Vlak bij mijn schooltje zagen we, nog steeds in de 60er jaren, ‘De Houtwerker’ verrijzen, het 4 meter hoge beeld waar de beeldhouwer Slavomir Miletić in opdracht van de gemeente aan werkte op het terrein van de gasfabriek en dat later afgekeurd en vernietigd werd. Wat hebben we met hem meegeleefd!
De kikkerdril nam ik in een jampotje mee naar school en in de klas mocht het gedijen in een heus aquarium. Zo kregen we een beetje biologieles door klassikaal de wonderbaarlijke metamorfose te volgen van eitjes naar kikkervisjes, naar achterpootjes erbij, naar voorpootjes erbij en dan het verdwijnen van de staartjes; de kikkervisjes zijn dan complete kikkers geworden! Dat duurde ongeveer 7 weken en dan werden ze uiteraard vrijgelaten.
Door alle veranderingen, alleen al in de 60er jaren in onze Schildersbuurt, was jammer genoeg ook alles wat met kikkers te maken had verdwenen. Geen gekwaak meer in de lente, geen kikkerdril. Dat je dat dan zo miste, dat is toch nostalgie ten top?

*Ruth*