Dichter Herman Gorter werd geboren in 1864 aan de Zaanweg in Wormerveer waar zijn vader Simon tussen 1863 en 1869 vrijzinnig doopsgezind predikant was. Simon Gorter overleed aan de gevolgen van tbc (de ‘tering’) toen Herman zes jaar oud was.

In april van dit jaar verscheen “God, het woord en de tering; leven en werk van Simon Gorter (1838–1871)” waarin ook brieven en een keuze uit zijn proza en preken zijn opgenomen.

Gorter studeerde theologie in Amsterdam maar al in zijn studententijd kreeg hij tuberculose. Na zijn afstuderen werd hij predikant in Aalsmeer (1861-1863) en daarna in Wormerveer (1863-1869). Gorter trouwde in 1862, het echtpaar kreeg vijf kinderen, waarvan de Herman Gorter de tweede was. De ’tering’ kreeg hem steeds meer in zijn greep waardoor hij ’s zondags soms niet kon preken.

De doopsgezinde pastorie aan de Zaanweg, het geboortehuis van Herman Gorter. (Gemeentearchief Zaanstad)

De doopsgezinde gemeente hield een inzameling voor de dominee en hij verbleef hiervan met zijn gezin van december 1864 tot april 1866 vanwege de zuivere lucht in Arcachon in Zuid-Frankrijk. Daar ging hij ook voor tijdschriften en kranten schrijven.

Dominee vond Simon Gorter te zwaar gezien zijn gezondheidstoestand. Hij werd hoofdredacteur van het pas opgerichte Nieuws van den Dag, een krant die ruim 100 jaar werd ingelijfd door De Telegraaf.

Menno ter Braak schreef over Simon Gorter:

“Wij krijgen hier terloops ook nog even een kijkje op het toenmalige dagbladbedrijf, dat blijkbaar rustiger werd geacht dan de pastorie, met haar huisbezoek, katéchisatie en preek! Geen telex, geen opperheerschappij van persbureaux, telefoon en telegraaf: welk een tijd!”

In de herfst van 1870 vertrok Gorter naar Rhenen – bekend om zijn zuivere lucht – waar hij een jaar later overleed. Het ‘Nieuws van den Dag’ hield een inzameling en van de opbrengst kon zijn vrouw een klein pension in Amsterdam beginnen.

Volgens de uitgever geven de

“108 hier uitgegeven brieven niet alleen een ontroerend verslag van Gorters gang naar de onafwendbare vroege dood. Ook bieden zij zicht op het Amsterdamse studentenleven, de doperse cultuur in het industriedorp Wormerveer en de tragedie van het te jong gesmoorde gezinsgeluk van hem en zijn geliefde Johanna Lugt.”